‘Een groot bedrijf leiden is topsport’

Businessplannen opstellen, een team bouwen, verantwoordelijkheid geven: de parallellen tussen topsport en management zijn legio. Ex-veldrijder Sven Nys bouwt aan een carrière als ondernemer.
Sven Nys zou op zijn lauweren kunnen rusten. De Kannibaal van Baal verzamelde als topsporter 292 zeges, waaronder twee wereldtitels, negen Belgische titels, 29 overwinningen in eindklassementen in het veldrijden, 24 in het mountainbiken en zes op de weg. Maar Nys wil het ijzer smeden terwijl het heet is. “Ik wilde dadelijk na mijn afscheid als renner dingen ondernemen en niet achteroverleunen. Daardoor zijn mijn volgers op de sociale media gebleven en kan ik hen betrekken bij wat ik nu doe. Als ik eerst een jaar zou hebben afgewacht om dan pas te zien wat zich zou aanbieden, zou ik het ongeluk zoeken. Uit het oog is uit het hart, en dat gaat snel.”
Met zijn bedrijf SN Cycling is Nys sportief manager van de veldritploeg Telenet-Fidea Lions, een team met zeventien renners. Daarnaast is hij de komende drie jaar wielercommentator bij de VRT en ambassadeur van de fietsenproducent Trek, waarvoor hij dertig dagen per jaar allerlei activiteiten doet. Daarbovenop geeft hij twee tot drie dagen per week lezingen en incentives, via Sports & Business (met Jan De Schepper en ex-coach Paul Van Den Bosch) en het sportbedrijf Golazo van Bob Verbeeck.
“Ik heb nu veel ijzers in het vuur. Ik zal wel zien wat me het best zal liggen. Maar door die lezingen en de andere contacten met bedrijven kom ik op nieuwe ideeën. Ik heb de ambitie ondernemer te worden, en met dezelfde filosofie als waarmee ik sportte, een bedrijf te doen draaien.”
Wilde u altijd al ondernemer worden?
SVEN NYS. “Dat is de manier waarop ik in het leven sta. Ik ben een ambassadeur voor de sport geworden. Door mijn eigen koers te varen, maar ook door me goed te laten begeleiden. Door Paul Van Den Bosch voor de sportieve kant, en Bob Verbeeck voor het ondernemerschap.
“Ik heb ook een goede band met Geert Noels en Geert Wellens van de vermogensadviseur Econopolis. Van Luc Versele van Crelan heb ik veel opgestoken van hoe hij investeerde in de sport en van de passie die hij uitdroeg naar zijn medewerkers. Ik denk dat ik als teammanager van mijn werknemers ook meer gedaan krijg, als ik betrokkenheid toon bij wat op de werkvloer gebeurt.”
U geeft veel sportgerelateerde clinics voor bedrijven.
NYS. “Veel mensen uit de top van het bedrijfsleven zijn zot van de fiets. Dat biedt veel mogelijkheden. Als die samen fietsen, ontstaan er interessante gesprekken en is het tegelijk ook zakendoen. Ook doen we teambuildings, en we proberen meer mensen in de bedrijven aan het sporten te krijgen. Wie meer sport, heeft meer energie en functioneert beter in zijn bedrijf. Dat is ook mijn centrale boodschap in de lezingen die ik geef: hoe fitter je in het leven staat, hoe meer kansen je kunt creëren.”
Reageren ze soms afwijzend?
NYS. “De algemene trend is toch dat sport op de werkvloer meer wordt aanvaard. Dat mensen fitter, gezonder en dynamischer zijn en op korte termijn meer bereiken, wordt stilaan geaccepteerd. Er zijn al heel wat bedrijven waar de calorieën van de lunch worden geteld en waar ruimte wordt gecreëerd om aan sport te doen. Maar er zullen altijd bedrijven zijn die er helemaal niet akkoord mee gaan.”
Hoe belangrijk zijn verbale capaciteiten?
NYS. “Ik ben daarin gegroeid. Toen ik in het vierde leerjaar een spreekbeurt moest geven, durfde ik niet in het publiek te praten. De leerkrachten hebben mij toen gevraagd om wat ik graag deed, fietsen, op de speelplaats te tonen, en plots was ik niet meer nerveus. Als je iets heel graag doet, kom je veel zelfverzekerder over. Zonder mijn sport had ik communicatief nergens gestaan. Nu spreek ik in het Antwerps Sportpaleis voor 15.000 mensen.”
U loopt wel het risico dat dat lezingencircuit in Vlaanderen uitgemolken raakt. Kunt u het uitdragen naar bijvoorbeeld Nederland?
NYS. “Ik vertel nu vooral het verhaal van mijn carrière, hoe ik van verlegen jongen in de lagere school ben gegroeid tot iemand die durft te spreken voor een groot publiek. Maar ik kan de komende jaren ook heel sterk de nadruk leggen op aparte facetten, bijvoorbeeld focussen op structuur, gezondheid of de fysieke opbouw tot prestaties.”
Welke lessen haalde u uit uw sportcarrière die u doorgeeft aan managers?
NYS. “Dat je een sterk team om je heen moet verzamelen. Je kunt niet alles alleen. Dus moet je leidinggeven, maar ook verantwoordelijkheid geven, zodat je medewerkers, ieder op hun terrein, kwaliteit kunnen bieden. Daarom moet je weten wat op de werkvloer leeft. Je moet kunnen zeggen dat iets niet goed is, maar op een manier dat het wordt aanvaard.
“Zelfs als jonge naïeve snaak heb ik veel geleerd op mijn werkvloer, de cyclocross. Ik kreeg vaak feedback, maar je moet ook kunnen luisteren. Ik heb het gevoel dat al die ervaringen vanaf mijn jeugd mijn universiteit waren. Ik heb geen diploma van hoger onderwijs, maar ik ben afgestudeerd aan de universiteit van het veldrijden. Omgaan met mensen, presteren onder druk, winnen en verliezen, werken in een team: dat zijn allemaal vaardigheden die ik zonder de sport nooit zou hebben ontwikkeld.”
Ziet u nog gelijkenissen?
NYS. “De structuur bijvoorbeeld. Net als bij een bedrijf maak je als sporter een businessplan op, met langetermijndoelen, die worden vertaald in een jaarplanning, een wekelijkse bespreking en het dagelijkse werk met de coach. Plus: je moet de lat op de juiste hoogte leggen: een verwachtingspatroon dat hoog genoeg is, maar haalbaar. Ik kan van de mensen van mijn team niet verwachten dat ze allemaal een Wout Van Aert of een Sven Nys worden, maar ze kunnen wel het maximum uit zichzelf halen, ook publicitair.
“En in team werken, met de toekomst bezig zijn, respect hebben voor de concurrentie. Mensen die grote bedrijven leiden, doen topsport: 365 dagen op een jaar met je hart, je verstand en je emoties bij een bedrijf betrokken zijn. Op tijd afremmen is ook belangrijk. Durven dingen uit handen te geven, maar ook je zinnen durven te verzetten. Het gevaar van een burn-out ligt anders om de hoek.”
Is Telenet-Fidea een testlabo voor uw ontwikkeling als manager?
NYS. “Ik wil er in elk geval stap voor stap mijn filosofie laten doordringen. Niet alles volledig omdraaien omdat ik nu de baas ben. Je kunt niet presteren als er onzekerheid is, dus je moet balanceren. Mijn principes zijn discipline en respect.
“Wat me bijblijft uit mijn contacten met managers, is het verhaal van de afstand tussen de top en de werkvloer. Zelf doe ik dat door me dagelijks tussen de supporters te begeven: zij hebben de sport groot gemaakt. Ik fiets regelmatig mee met hen en met mijn renners. Dan komen de verhalen los: wat hen enthousiast maakt, wat er misloopt.
Zal het ambassadeurschap voor de fietsproducent Trek op het achterplan verzeilen?
NYS. “Helemaal niet. Ik besteed daar iedere dag aandacht aan, ook door zelf te fietsen. Ik heb meer dan 200.000 volgers die mij op die fiets zien zitten. Ik breng ook nieuwe producten van hen in de belangstelling. Als ik dat binnen tien jaar nog kan doen, graag. Zij openen voor mij ook andere deuren. Ik krijg contacten met de ploegen die zij ondersteunen, en ze hebben ook een afdeling Trek Travel. Wat die doet, is wat ik graag zou willen doen. Ze organiseert reizen voor bedrijven in Mallorca of in de Verenigde Staten, en nodigt daarvoor telkens een van hun ambassadeurs uit om met die bedrijfsmensen te gaan fietsen. Dat creëert voor mij een ongelofelijke meerwaarde.”
U wil dus met uw bedrijfje ook zulke reizen organiseren?
NYS. “Misschien in combinatie met hen. Ik ga hen daarvoor zeker als leidraad gebruiken, hen om raad vragen en bekijken hoe we dingen samen kunnen opzetten.”
Is uw leven nu chaotischer?
NYS. “Het lukt me steeds beter om mijn agenda goed te plannen en ik creëer ook ruimte voor mijn privéleven. Soms krijg ik daar kritiek op, maar dat is de luxe die ik me nu kan permitteren. Heel veel mensen uit de veldritwereld zeggen dat ik mijn werk niet goed doe als ze mij niet op de cross zien. Zeker als de prestatie minder is, wordt gezegd dat ik het beste wat meer met mijn renners bezig zou moeten zijn. Niels Albert en Bart Wellens zijn allebei ploegleiders. Die zien ze wel op de cross. Maar ik ben geen ploegleider, wel sportief manager. Ik heb twee ploegleiders onder mij. Die zullen wel aanwezig zijn.”
Is kritiek krijgen een luxe die u zich kunt permitteren?
NYS. “Ja, ik denk dat ik altijd kritiek zal krijgen. Er is altijd jaloezie en afgunst. Doordat ik zo veel in de belangstelling sta, zijn er ook heel veel mensen die me liever op mijn bek zien gaan. Maar dat houdt me scherp. Hoge bomen vangen veel wind. Als het slecht gaat in onze ploeg, wordt daar veel sneller over geschreven. Omdat ik nieuw ben in het vak, verwacht iedereen dat het allemaal Sven Nysen worden. Maar ik ben daartegen gewapend. Ik wil nu eenmaal in de sport van alles ondernemen en mensen motiveren. Dat ligt me gewoon. Het zou heel dom zijn nu heel plotseling een restaurant te openen en te denken dat ik daar evenveel succes in zal boeken.”
U stond altijd aan de top. Hoe lastig is het dan dat uw renners niet het niveau halen van bijvoorbeeld wereldkampioen Wout Van Aert, die voor de concurrentie rijdt?
NYS. “Dat valt heel goed mee. Als ik meteen zou werken met de beste man van het peloton, kan ik me fouten permitteren en kan hij toch nog de koers winnen. Nu is het voor mij moeilijker succes te boeken, waardoor ik nog meer ga letten op de details en op motivatie, om uit hen het maximum te halen. Ik leer hier dus veel meer uit. Dat motiveert me en bezorgt me veel adrenaline.
“Een sponsor zit ook niet altijd te wachten op de beste renner. Raymond Poulidor heeft niet veel koersen gewonnen, maar hij is commercieel nog altijd de belangrijkste renner van zijn tijd. Het is heel belangrijk het product van de sponsor zo in de belangstelling te brengen dat hij trots is om sponsor te zijn, ook al winnen we niet elke week de koers. Of ik dus zelf nog jaren had kunnen doorgaan zonder overwinning? Ik denk het wel, maar ik had nu eenmaal te veel ambitie voor andere zaken.”
U hebt zich in uw sportcarrière op uzelf kunnen concentreren. Nu moet u aan peoplemanagement doen. Een grote stap?
NYS. “Ja, maar je zou er versteld van staan hoe vaak je als sporter ook aan peoplemanagement doet. Ik stuurde ook de mensen rondom mij aan die taken uitvoerden. Neem een mecanicien, die al zijn vrije tijd en vakanties opofferde om mij beter te doen presteren. Als hij een fout maakte in de materiaalpost, moest ik hem motiveren om er een week later weer te staan. Ik ken heel veel voorbeelden van renners die dat op een totaal andere manier hebben gedaan.”
Waar wilt u binnen tien jaar staan?
NYS. “Mijn grote droom is dat ik mijn eigen bedrijfje zo kan uitbouwen dat ik mensen kan coachen en sturen die met mijn filosofie andere mensen sterker maken. Nu ben ik diegene die op de werkvloer staat, die cursussengeeft, maar ik zou heel graag een bedrijfje hebben dat mensen uitstuurt om die clinics te geven. Ik wil dat hier op Balenberg veel activiteiten ontstaan waarbij ze lesgeven volgens mijn filosofie. Als ik binnen tien jaar zover kan staan, zal ik heel trots zijn.”
Politiek zegt u niets?
NYS. “Vanuit sport onmiddellijk de politiek instappen, zou een foute keuze zijn. Ik moet nog veel ervaring opdoen als leidinggevende en ga daar ook nog heel veel fouten in maken. Ik aanvaard dat ook. Ik wil niet in mijn comfortzone blijven, maar zo veel mogelijk bereiken in het leven. Ik wil ondernemen en mijn stempel drukken. Dat is mijn karakter.”
Luc Huysmans en Bert Lauwers
“Ik zal altijd kritiek krijgen. Er is altijd jaloezie en afgunst”
“Je zou er versteld van staan hoe vaak je als sporter ook aan peoplemanagement doet”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier