Een betere kweekvijver voor managers

Vijfentwintig jaar lang hebben ze zich uitgeput in een bestuursstrijd. Een competitie tussen loge en kruis. Maar vanaf dit academiejaar klinken Ufsia en Ruca hun departementen Toegepaste Economische Wetenschappen samen. Meteen graaft Antwerpen de diepste kweekvijver voor managers in Vlaanderen.

De Prinsstraat 13 was een portie christelijk Oxford in het stadshart van Antwerpen. De kleine en de grote quadrangle van Ufsia zijn een chique verpakking voor de hoogleraren, de bollebozen en de bissers. Hier kuierden in diepe sérieux verzonken paters en lekenprofs en kleurden brave studenten de huiscultuur.

Maar dit academiejaar wordt niet als vanouds tussen de valse en de echte renaissancemuren; Ufsia en Ruca klonken hun departementen Toegepaste Economische Wetenschappen samen onder een gemeenschappelijk bestuur Ufsia/Ruca. Het Ruca startte in 1965 onder de banier met passer en truweel van de loge. Patrick De Pelsmacker, oud-decaan van TEW Ruca en directeur van de nieuwe managementschool UAMS (Universiteit Antwerpen Management School): “Antwerpen speelt academisch een divisie te laag wegens de verspreide slagorde. We hebben ons vijfentwintig jaar uitgeput in een bestuursstrijd. Een competitie tussen loge en kruis? Ach toch, ik ben geen lid van een logewerkplaats, zetelde twaalf jaar in de faculteitsraad van Ruca en heb de loge nooit een rol zien spelen bij benoemingen. Dat zijn spoken uit het verleden. Ik bezocht twaalf jaar het Gentse Sint-Lievenscollege en ondervond daarvan nooit de minste hinder in mijn loopbaan bij de openbare universiteit.”

In de nieuwe faculteit wordt godsdienst een keuzevak in plaats van een plichtvak, naast een reeks andere vakken met ethische en filosofische inslag. De Pelsmacker: “Dat ging gepaard met beschaafde, rustige gesprekken, geen geruzie.”

André Van Poeck, de eerste decaan van de eenheids-TEW, een Ufsiaan: “De ideologische verschillen ebben weg, er bestaan meer schakeringen intern in de oude faculteiten dan tussen de twee universiteiten. We houden elkaars CV’s niet bestendig in de gaten.”

De tien vakgroepen van de TEW-Ufsia en TEW-Ruca zijn meteen gefuseerd. De eerste kandidatuur opende met instroom van Ufsia en Ruca. De volgende drie, voorlopig nog aparte jaren worden geleidelijk uitgewist. Oude gebouwen – het klooster van de Grauwzusters voor de Universiteit Antwerpen – en nieuwe gebouwen – over de Sint-Jacobskerk – zullen het stedelijke academische weefsel versterken. Het Ruca-TEW aan de rand loopt leeg. Van Poeck: “We versmelten onze twee leertradities: Ufsia deed meer aan de talen, Ruca stond sterker in de wiskunde en de wetenschappen. We blijven hoorcolleges geven, maar in de eerste kandidatuur werken we vanaf nu al meer projectmatig.”

Is alles peis en vree op de campus? Niet elke Ufsiaan juicht bij de komst van de economieprofessoren van het Ruca. Professor Julien Van den Broeck (Ruca) bijvoorbeeld verguist de neoklassieke economie en houdt halsstarrig vast aan de voorrang van het publieke initiatief. De Prinsstraat verkiest meer de vrije markt.

Maar Ufsia kán een zweepslag gebruiken. De jezuïeten verspeelden hun rol in de academische vorming maar behouden enige invloed op de benoemingen.

De verhouding

tussen Ufsia en Ruca in het nieuwe geheel is grosso modo 70/30. Bij het academisch personeel zijn er twee categorieën: de 130 zogenaamde zappers (professoren), waarvan 90 Ufsianen, en de 120 apen (assistenten), waarvan 80 Ufsianen. De studentenbevolking telt 1650 Ufsianen en 650 Rucanen. In de eerste kandidatuur schreven voor het eerste gezamenlijke academiejaar 650 studenten in. De Ruca-instromers waren vorig jaar met 130, wat insiders doet fluisteren dat de fusie noodzaak werd omdat een zelfstandig Ruca verpieterde. Een Ufsia-hoogleraar met een minderheidsmening: “Het eenvoudigste ware geweest een overname van Ruca door Ufsia, maar dat mocht niet. Het publieke initiatief, Ruca, faalt, maar dat diende bedekt te blijven. Vandaar dat het Ruca in de vakgroepen en de beslissingsorganen van de fusiefaculteit een grotere inspraak bezit dan verantwoord is op basis van het studentenaantal en de toekomstkansen. Het weze zo. Dit is een overgangsfase, de pensionering slaat toe voor iedereen en over tien jaar zijn de bloedgroepen verwasemd.”

De Universiteit Antwerpen drijft voor een vierde op TEW’ers. Van Poeck: “We halen opnieuw het studentenaantal van 1990. Midden de jaren negentig was er een inzinking. Nu volgt de revanche en dat heeft onder meer te maken met de demografie van ons rekruteringsgebied.” Het Antwerpse marktaandeel bij de Vlaamse TEW’ers bedraagt een kwart en bij de handelsingenieurs 35%. Alle Vlaamse universiteiten rekruteren de jongste jaren meer lokaal. Van Poeck: “Ons rekruteringsgebied werd Antwerpen-Waasland-Kempen. In Kortrijk werken KU Leuven en Ufsia samen voor Kulak-TEW.”

Van de professoren tuimelt 95% uit het eigen nest. De Pelsmacker is een uitzondering als ex van Vlerick Leuven Gent Management School en doctor in de economie van Gent. Van Poeck is doctor in de economie van Leuven: “Die lokale rekrutering is een feitelijke situatie, geen bewuste keuze.”

De TEW-afdelingen van Ruca en Ufsia fuseren onder meer om de begroting op peil houden. De nieuwe faculteit int rond 50 miljoen frank aan werkingsmiddelen (geen weddelasten) en die blijven voorlopig ook gebaseerd op het studentenaantal. De faculteit ontvangt 140.000 frank per TEW’er.

De universiteit

in Antwerpen is een kwartet: de Universiteit Antwerpen, Ruca, Ufsia en UIA. Van Poeck: “De confederatie van de Antwerpse universitaire instellingen blijft. Die staat boven elke discussie en remt de dynamiek niet. Antwerpen heeft al één faculteit Medische Wetenschappen en Farma, gevormd uit de drie kandidatuursjaren aan Ruca en de twee doctoraatsjaren aan UIA. Die schoven makkelijk in elkaar tot één faculteit Wetenschappen. Voor die faculteit moest er alleen maar worden gestapeld.” De integratie tot één Universiteit Antwerpen gaat stapsgewijze voort: overkoepelende raden tussen Ufsia en UIA bestaan onder meer voor de Letteren en Wijsbegeerte, de Politieke en Sociale Wetenschappen en de Rechten.

Herman De Bode van McKinsey, een oud-student van Ruca, verrichte onderzoek naar het imago, de structuur, de herkomst van de studenten en de perceptie van het Antwerpse aanbod. De Pelsmacker: “Het bleek een schizofrene situatie te zijn.” Van Poeck: “Over de jaren zijn wij pragmatischer gaan denken. Bij Ufsia – met zijn kracht en lange traditie – lag het moeilijker dan bij Ruca, maar ik heb aangevoeld: ‘t zal lukken.”

Een voorakkoord werd getekend in juni 1999. Daarop ging een integratiecommissie aan de slag en de onderhandelingen werden afgerond op 30 juni 2000. De Pelsmacker: “Al met al een korte bevalling. Er was uiteraard weerstand, maar van het menselijke soort: niemand wil verandering. We kregen opwerpingen als: waar moet ik gaan zitten, ik werk hier al mijn hele leven, waarom veranderen…? De druk van het maatschappelijke veld steeg intussen, niet zozeer om financieel-economische motieven. De twee zelfstandige TEW’s remden de integratie en de opstart van de overige faculteiten en nieuwe diensten. Poets eerst zelf het huis, klonk de boodschap van de politiek.”

Van Poeck: “Bij de stemming over het voorakkoord was er één onthouding op 25 stemmen.” De bestaande managementschool IPO van Ufsia – zij zocht al een poos een nieuw elan – wordt gemetamorforseerd tot UAMS.

Een bredere fusie

of samenwerking, bijvoorbeeld met de faculteit Economie van de KUB in Tilburg, hoefde niet, aldus Van Poeck en De Pelsmacker: “Antwerpen is het economische centrum van Vlaanderen en onze rekruteringszone noodzaakte niet tot een breder initiatief. Antwerpen kent niet de situatie van de ontluikende transnationale universiteit tussen LUC in Hasselt en de Universiteit Maastricht.”

Ligt de drempel voor de universiteit niet té laag? Neen, iedereen moet toegang hebben tot de basisopleiding, dus de kandidatuur en de licentie, zegt Van Poeck ferm. “Maar je mag geen MBA meer aanbieden tegen 17.000 frank inschrijvingsgeld.” De Pelsmacker: “Onze basisopleiding staat tussen de beste van Europa en voor undergraduates is Vlaanderen onklopbaar.”

Blijft het Nederlands de doceertaal? “We gebruiken ook Engelse cursusteksten en Amerikaanse handboeken, maar willen niet geniepig verengelsen. Dat staat haaks op de brede instroom en op de democratisering van de universiteit,” aldus Van Poeck en De Pelsmacker.

Antwerpen heeft wetenschappelijk een zwak imago, blijkt uit rangschikkingen, onder meer die van De Financieel-Economische Tijd. “Elke rangschikking is subjectief. De Tijd is gestopt met zijn onderzoek. Het wordt voortgezet door professor Bauwens van de UCL en uit de jongste cijfers blijkt dat Ufsia/Ruca na de KU Leuven het hoogste scoort onder de Vlaamse universiteiten,” weerlegt Van Poeck. “De profs die met hun ding bezig zijn, boeken schrijven of onderzoeksrapporten mee uitgeven, worden niet geciteerd.” De Pelsmacker: “In Antwerpen bestaat een mooie mix van onderwijs en onderzoek. Hier gebeurt goed fundamenteel onderzoek. Denk aan Gust Blauwens, Eddy Van de Voorde, Willy Winkelmans, Walter Nonneman als kabinetschef, Jef Van Gerwen, Filip Reyntjes, Bruno de Borger, Els Gijsbrechts enzovoort. Ons uitgangspunt is: wat vraagt Antwerpen? Trouwens, in de rangschikkingen schuilen vaak idiotieën en vele teksten zijn hermetisch en navelstaarderij. Dergelijk onderzoek is,” zegt hij ( fel en in het Engels), ” sometimes of no use to anybody.”

frans crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content