EEKLO. Van leidend naar lijdend
Eeklo snakt naar adem. Wanhopig probeert het zijn vroegere luister
als “hoofdstad van het Meetjesland” terug te vinden.
Tot het begin van de jaren zeventig was Eeklo het centrum van een wat achtergebleven gebied. Toen waren er meer arbeidsplaatsen dan beschikbare arbeiders in de Meetjeslandse stad. Dit leidde tot een werkloosheidsgraad van amper 2,2 % in 1970. Eind ’94 is dit aantal opgelopen tot 9,35 %, en wat erger is : Eeklo, met zijn 19.200 inwoners en 3005 hektare, kent vandaag een hogere werkloosheid dan de omliggende gemeenten (gemiddeld 6,7 %).
Anno 1994 doen inwoners van Zelzate, Evergem en Aalter het stukken beter dan de gemiddelde Eeklonaar die met 330.300 frank rond moet komen. Dat het ooit anders was, bewijst de industrie die in het verleden het stadszicht van Eeklo mee heeft bepaald. Die bloei viel niet toevallig samen met de sterke opgang van twee kenmerkende sektoren : textiel en meubels.
CHAMPS ELYSÉES.
In 1994 kwam echter de ommekeer. Uneklo sloot als laatste Eeklose textielfabriek zijn deuren en ook de lokale meubelindustrie is al lang niet meer wat ze geweest is. De tijd dat een Eekloos bedrijf een eigen showroom had op de Parijse Champs Elysées lijkt voorgoed voorbij. Erger nog, de Eeklose meubelindustrie worstelt om haar voortbestaan.
Het verlies aan arbeidsplaatsen en welvaart uit de textielindustrie kon lange tijd opgevangen worden door de expansie in andere sektoren. Want Eeklo, dat was ook jenever en bier, koekjes en melk. Maar vandaag zijn enkel de metaal- en bouwsektor overeind gebleven.
De melk en joghurt die sinds eind jaren ’40 vanuit de Stassano-fabriek aan de Raamstraat naar de winkels rolden, zijn uit het stadsgezicht verdwenen. De fabriek werd een verdeelcentrum en staat nu leeg en vervallen. Binnenkort wordt een deel van de gebouwen gesloopt, in het restant wil de Christelijke Mutualiteiten een nieuwe zetel voor zijn verbondsdiensten onderbrengen. Op de rest van het terrein plant de stad sociale woningbouw.
De Krüger-brouwerij kende een gelijkaardig verloop. In de overwelvingen werd al sinds 1919 bier gebrouwen. Jupiler deed er nog een geut bij en breidde de kapaciteit uit tot 400.000 hektoliter per jaar. Maar ook hier volgde in de jaren ’90 de “degradatie” naar verdeelcentrum en begin dit jaar sloten de deuren definitief.
Eeklo bleef niet bij de pakken zitten, en zond zijn schepen Koen Loete samen met voormalig streekmanager Frank Geyssens deze zomer naar de Gentse autoverzamelaar Mahy. Die laatste toonde interesse om zijn oldtimer-kollektie (1000 wagens) in het complex te stallen. Maar Mahy werd net als Eric Geboers die plannen had voor een indoorkarting afgeschrikt door de hoge vraagprijs.
Recent zou ook Ikea zijn oog hebben laten vallen, maar dan moet de prijs (70 miljoen frank) wel naar beneden. Ook voor het gebouw van Uneklo waar de Franse groep Van De Putte een farmaceutisch bedrijf wilde opstarten, met overheidssteun moeten de immobiliënhandelaars water in hun wijn doen. De produktie van bloedzakjes is er uitgesteld tot begin ’96. Een deel van de gebouwen staat al een tijdje zo wordt gefluisterd te koop voor 120 miljoen frank.
IMPULS.
Intussen gooit het stadsbestuur het de klassieke remedie over een andere boeg : toerisme. Er worden plannen gesmeed om de échte Eeklose jenever opnieuw ter plaatse te gaan brouwen, op de Huysmanhoeve een met overheidssteun en in het kader van het Europese Impuls-programma opgestart projekt waar herten worden gefokt. Komen er extra middelen vrij, dan wordt een museum met verblijfsakkommodatie gebouwd. De hoeve moet dan dienen als onderzoekscentrum én toeristische trekpleister, net zoals het eveneens met Impuls-manna opgestarte jenevermuseum.
Geld voor de uitbouw van een jachthaven aan de Eeklose kop van de vaart was er dan weer niet. Want dat geld was beloofd voor de rekonversie van Uneklo. Goed 35 miljoen frank staat nu nog op de rekening en ook van het ruim half miljard frank Europese steun is nog geen frank uitgegeven. De Europese Kommissie erkende de regio eind ’93 als Doelstelling 5B-gebied. Ook het net over de grens gelegen Zeeuws-Vlaanderen kreeg dit statuut. Maar terwijl politici hier bleven bakkeleien, stampten onze noorderburen op korte tijd een aantal verdienstelijke impulsprojekten uit de grond.
Van impulsen voor Eeklo en omgeving is er voorlopig geen sprake. De stad is wel een commercieel centrum, maar de lokale ekonomie blijft lijden. “Wil Eeklo een nieuwe toekomst, dan moet het buiten zijn grenzen treden, ” stelt gewezen streekmanager Frank Geyssens. “Er zijn mogelijkheden in de rekreatieve en toeristische sektor, maar helaas blijven de politici de nadruk leggen op tewerkstelling en industrie. Hiervoor missen we een intercommunale voor regionale promotie, onderzoek en studiewerk. “
Pijnpunt blijft de ontsluiting van het industrieterrein. Dertig hektare industriegrond blijft onverkocht, want verstoken van de al zo lang gevraagde ring rond Eeklo. Een ring die voormalig burgemeester Coppieters bijna twintig jaar terug had kunnen krijgen. Maar de CVP-burgemeester zwichtte voor hevig verzet van de middenstand. Wie door de druk bezochte verkeersas van Eeklo rijdt, begrijpt waarom.
KCR
KRÜGER EN DE EEKLOSE JACHTHAVENWachten op nieuwe impulsen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier