DIVERSITEIT IS EEN FETISJ
De kogels van de criminele Hans Van Temsche pookten de kachel op. Diversiteit wordt een voorwerp van afgodische verering door de Belgische politici en de studaxen die zij betalen om hun beleid te richten. Diversiteit om de diversiteit is raar en toont een onevenwicht tussen ‘gevoelerigheid’ en redelijkheid.
De kogels van Hans Van Temsche en het mes van de Poolse moordenaar van Joe Van Holsbeeck leiden dag na dag en pavloviaans, als een onwillekeurige reactie op een prikkel, tot de uitvergroting van diversiteit of de uitvergroting van het ontbreken van diversiteit. Is Brazilië met zijn rijkdom aan blanke, bruine, beige, zwarte, rode mannen en vrouwen een betere en een voortreffelijker samenleving dan Duitsland met zijn rijkdom aan blanke mannen en vrouwen, en zijn armoede aan bruine, beige, zwarte en rode mannen en vrouwen? De roffels van politici, mediamensen, cabaretiers, hele en halve intellectuelen voor diversiteit worden een ode aan een afgod. Uit een werkstuk over creatieve regio’s van Flanders District of Creativity van 147 bladzijden met 30 grafieken en 65 tabellen kreeg het feit dat Maryland (VS) meer divers is dan Vlaanderen een mediatieke voorkeursbehandeling. De kranten snoven hoorbaar: foei Vlaanderen, bravo Maryland. In de studie is diversiteit een petieterig puzzelstuk en zij bewijst nergens dat verscheidenheid bepalend is voor een creatieve economie. Het mag, maar moet niet.
Kwaliteit drijft automatisch boven. Wie onderzoekt waarom de Verenigde Staten een slechter sociaal systeem hebben dan de West-Europese landen vindt de oorzaak bij de grote diversiteit van Amerika. De maatschappelijke instemming om rijkelijk steun te verstrekken aan doppers, zieken en kansarmen is er zwak. Ethisch mag een dergelijke houding niet, in de praktijk is zij overal de regel, want elk zekerheidsstelsel behoeft een draagvlak van aanvaarding.
De samenleving bestaat uit een grote meerderheid van gewone mensen, dus mensen die solidariteit prioritair willen voor gelijkgezinden, gelijkgekleurden, gelijklevenden. Wie afwijkt van de doorsnee wekt de wrevel op en wordt weggeduwd uit de warme kring. Meer diversiteit in het traditioneel homogenere West-Europa veramerikaniseert dit continent. Een vraagstuk waar de socialen van al onze partijen niet uit zijn.
Ware diversiteit een subliem goed, dan zou België daarvan een bewijs zijn. België is een mini-EU met tweeënhalf volkeren, drie talen, drie gewesten, twee gemeenschappen, de Latijnse en de Germaanse cultuur, een hoofdstad die snel kosmopoliseert. Die diversiteit veroorzaakt in groeiende mate onoplosbare spanningen en uitgaven die leiden tot de wens van een aanzwellende groep van burgers om de kosten van die heterogeniteit te drukken door de keuze voor een lowercostcountry, Vlaanderen. Een land dat om politieke en economische redenen minder Belgisch en dus divers wil zijn.
Vlaams minister Fientje Moerman (VLD) eist meer vrouwelijke hoogleraren tegen extra euro’s. Staan er echter voldoende Limburgers, arbeiderskinderen, homo’s, andersvaliden, vrijzinnigen, moslims, kleurlingen vooraan in onze aula’s? Worden Moermans bedoelingen niet te zichtbaar aangewakkerd door het nieuwe fetisjisme, een sterke lobby, het gefezel van een zuster voor haar medezusters?
Kwaliteit drijft automatisch boven – of is dat heel naïef? Hadden Marie Curie, Christine Van Broeckhoven en Catherine Verfaillie dergelijke streling nodig om voortreffelijk te zijn in de wetenschappen? Voor vrouwelijke docenten is het akelig om de verdenking te dragen dat zij profje zijn wegens de juiste genen en misschien niet wegens de juiste hersenen.
Diversiteit is voor de scherpen van geest. Diversiteit is aangenaam voor de bovenlaag en de slimme bollen: de gedenationaliseerde elite. Wie niet behoort tot de bovenlaag en die slimme bollen – dus de overgrote meerderheid van de burgers – begrijpt minder en minder van de wereld en zoekt herkenbaarheden. Als deze afgepakt of belachelijk worden gemaakt, verzuurt de volkse middenlaag en onderlaag, en groeien de partijen die de geborgenheid en de traditie verdedigen.
Karel De Gucht, Yves Leterme, Fientje Moerman, Frank Vandenbroucke hebben de hersenen en namen de kansen om huntalen te leren, ze te oefenen in een werelds milieu, zelfvertrouwen op te stapelen in een Europees Parlement, het Rekenhof of Oxford. Diversiteit is mooi voor de scherpen van geest en miezerig voor de slappen van geest.
Moet verscheidenheid voor meer welvaart? Ondanks trendy boeken als The Rise of the Creative Class (van Richard Florida) en klonen van dergelijke geschriften als de nieuwste nota van Flanders District of Creativity, is het oorzakelijke verband tussen diversiteit en groei een vermoeden, geen feit. De graal van de groei doet topeconomen als Robert Solow, Paul Romer, Robert Barro en Xavier Sala-i-Martin continu zoeken en muggenziften. Kogels en een mes mogen niemand benevelen.
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier