De wereld kent het Gent Jazz Festival
De International Jazz Festival Organization neemt het Gent Jazz Festival op in het lijstje van meest prestigieuze jazzfestivals ter wereld. Een erkenning voor organisator Bertrand Flamang. En een goede hulp bij het zoeken naar de noodzakelijke partners om een festival op topniveau financieel boven water te houden. En dat volledig op eigen krachten.
Elf jaar geleden zag Bertrand Flamang – een voormalig cafébaas – een opportuniteit in de hem zo geliefde jazzmuziek: ons land telt massa’s festivals, maar een jazzfestival van wereldformaat hadden we nog niet. En dus kwam er een eerste Gents jazzfestival. Goed voor een budget van 600.000 euro. Een financieel risico, en dus sloot Flamang in 2003 een overeenkomst met het wereldberoemde label Blue Note.
“Ik legde ons concept uit aan die Amerikanen: een internationaal topfestival, in de middeleeuwse tuinen van deze prachtige Bijlokesite. De Amerikanen hielden van onze ambitie, en van het potentieel van de anderhalf miljoen mensen die in de periode rond de Gentse Feesten de stad bezoeken.”
Nieuwe wegen
Het Gents Blue Note Festival concentreerde zich vooral op de artiesten van het Blue Note-label. Maar dit jaar organiseert Flamangs vzw Jazz en Muziek (die ook Jazz Middelheim en Jazz & Sounds in zijn beheer heeft) al voor de vierde keer onder de naam Gent Jazz Festival. Helemaal op eigen benen, zonder steun van Blue Note. Jazz en Muziek wil de handen vrij hebben in zijn programmatie. Een krachttoer. Flamang blijft er zakelijk-nuchter bij, maar evenzeer gepassioneerd. De jazzmuziek is enorm geëvolueerd, en vandaag willen wij met ons festival een podium bieden aan de nieuwste stromingen. Denk aan artiesten die neigen naar soul, eerder singer-songwritermuziek brengen of allerlei meer freaky vormen van muziek uitproberen. Veel aanstormend talent zoekt zijn weg, en wij kiezen ervoor om die weg te volgen.
Zakelijk heeft Flamang heel wat geleerd. De grote, internationale ambitie die hij had, heeft hij kunnen waarmaken. Daar is de toetreding tot de International Jazz Festival Organization (IJFO) niet vreemd aan. Je wordt alleen lid op uitnodiging. Flamang zit nu aan tafel met de groten uit de sector. “Dat maakt ons organisatie veel sterker”, zegt Flamang. “De leden komen viermaal per jaar samen, en bespreken er zowel hun artistieke als financiële geheimen. En dat alles onder strikte interne geheimhouding. Zo leren we ontzettend veel van elkaar. En kunnen we veel vroeger artiesten vastleggen dan onze concurrenten.”
Risico’s
Die internationale erkenning heeft ook effect op de financiering. Hij hoedt zich ervoor om te veel exacte cijfers te geven. “Maar ik kan je wel zeggen dat ons budget dit jaar tussen 1,8 en 2 miljoen euro ligt. Da’s het drievoud van ons eerste jaar.” Het festival trekt de jongste jaren een pak meer bezoekers, waardoor de financiële risico’s toch wat gemilderd zijn. “Een kwart van onze middelen komt uit subsidies, een ander kwart uit sponsoring en toch al de helft uit de verkoop van tickets. Ideaal zou een 1/3-1/3-1/3-verhouding zijn.”
Van de overheden krijgt zijn organisatie ongeveer een half miljoen euro subsidie. Evenveel komt uit sponsoring. “Hoewel ik liever over partners spreek”, voegt Flamang er vliegensvlug aan toe. “Sponsoring, dat klinkt alsof ze alleen maar geld geven. Wij streven naar zeer uitgekiende partnerships, waarbij we heel wat teruggeven.” Bedrijven vallen er wel voor, om met hun medewerkers of klanten een mooi georchestreerde vip-behandeling te krijgen tijdens een optreden van pakweg Philip Catherine of BB King. Het lijstje met partners leest dan ook als een natte droom voor elke Belgische festivalorganisator. We pikken er enkele namen uit: Ethias als hoofdpartner, en verder onder andere De Lijn, Arcelor-Mittal, Coca-Cola. Sommigen doen al mee vanaf dag één: Duvel, Ethias en Fluxys. Zelfs nieuwere economische sectoren springen graag op de boot. Zo is Ecostream (specialist in zonne-energie, nu door Eneco overgenomen) voor drie jaar partner geworden van het festival. Flamang wil liever niet vertellen hoe diep die bedrijven in hun buidel tasten. “Sterker nog, wij hebben partners die ons expliciet vragen om daar niet over te communiceren. Logisch, want het gaat over zoveel meer dan alleen maar centen. We hebben een B2B-verhouding met een unieke return, en dat weten ze zeer goed te appreciëren. Ook de netwerkeffecten zijn niet te onderschatten. Genodigden, genodigden van genodigden: allemaal ontmoeten ze elkaar in de vip.”
Spanningsveld
Flamang is niet bang dat het gewicht van die partnerships zijn festival beïnvloed. Want wat als pakweg twee grote partners volgend jaar forfait geven? Krijgen we dan plots jazz uit tweede divisie voorgeschoteld? Neen, lacht Flamang. “We sluiten deals voor minimaal drie jaar. Op die manier kunnen we een langetermijnrelatie opbouwen. En we gaan niet tot het financiële uiterste, maar zoeken een gulden middenweg.
AART DE ZITTER, FOTOGRAFIE THOMAS DE BOEVER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier