De veevoederridder
Een symbooldossier. Daar draait het allemaal om in de nu al maanden aanslepende juridische twist tussen federaal minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet ( Agalev) en Harold Vanden Avenne. Een symbooldossier tussen de groene minister, die ijvert voor een kleinschalige voedselproductie, en de vleesgeworden grootschalige, industriële voedselproducent.
Want de 44-jarige West-Vlaming is meer dan zomaar de gedelegeerd bestuurder van Vanden Avenne-Ooigem, ‘s lands nummer drie in de productie van veevoeder voor varkens, braadkippen en leghennen. In datzelfde Ooigem startte betovergrootvader Zeno VandenAvenne in 1889 een groothandel in granen en meststoffen. Vijf generaties later groeide die activiteit uit tot het West-Vlaamse imperium Vanden Avenne. Want zoals blijkt uit de balans van het boekjaar 2000, bekleedt Harold Vanden Avenne maar liefst twintig mandaten in diverse bedrijven. Vooral binnen de veevoeding, maar ook bij KBCVerzekeringen en Gevaert. Harold is immers een zoon van Walter Vanden Avenne, de ‘stamvader’ die het West-Vlaamse imperium in grondstoffen definitief uitbouwde. Het levert de familie de bijnaam “veevoederridders” op in het boek waarin journalist Jan Puype diverse West-Vlaamse ondernemersdynastieën blootlegt.
Walter pleit als gewezen voorzitter van het Vlaams Economisch Verbond nog steeds consequent voor de uitbouw van Vlaamse industriële conglomeraten, via het samenbrengen van geld van Vlaamse families. Via Almanij werd die droom gedeeltelijk in de praktijk omgezet. Vandaar dat zoon Harold zetelt in de raden van bestuur van de diverse bedrijven waarin een van Vlaanderens machtigste holdingmaatschappijen participeert.
En veevoederfabrikant Harold beperkt zijn functie daar geenszins tot het opvullen van de pluchen zetel. “Hij leest wel wat meer dan Boer en Tuinder,” grinnikt een topman van Gevaert. Het West-Vlaamse ondernemersinstinct werd al onder de vorige generatie verfijnd met diploma’s aan Stanford University, en lectuur uit de Harvard Business Review. Harolds diepgang, kennis van de (hoogtechnologische) materie wordt algemeen geprezen. Harold heet een bescheiden man, maar als hij betrokken wordt bij een discussie geeft hij blijk van een enorm doorzicht. En dat zowel financieel-technisch als strategisch. Niet toevallig maakt Harold Vanden Avenne bij KBC Verzekeringen ook deel uit van het auditcomité. Met een opleiding economie aan het Vlerick-instituut hoeft dat niet te verbazen.
Er zijn trouwens wel meer banden met Vlerick. Zowel Harold als broer Patrick zijn getrouwd met een dochter van Lucien Vlerick. Lucien is de broer van wijlen André Vlerick, de minister-econoom, en de vader van Philippe Vlerick. Harolds zus Caroline is op haar beurt getrouwd met Michel Delbaere, mede-gedelegeerd bestuurder van Vanden Avenne-Ooigem en vanaf oktober 2002 voorzitter van Fevia, de federatie van de voedingsnijverheid. Via Delbaere werden de banden met die andere West-Vlaamse voedinggigant, Haspeslagh, fiks aangehaald. Het gaat er in Ooigem dus erg familiaal aan toe. Samenklitten is trouwens heel normaal in de sector van het veevoeder – denk maar aan die andere gerenommeerde families Dossche of Deprez.
Ook bij het personeel wordt Harold, die sinds 1986 aan het roer staat in Ooigem, omschreven als een erg familiair persoon, die zich met de voornaam laat aanspreken. Met dat personeel gaat hij geregeld feesten, schuift mee aan tafel tijdens een barbecue. Als één blok staan die werknemers achter hun gedelegeerd bestuurder, al zorgt hij nooit voor extra’s. Tijdens de loonsonderhandelingen gaat het er naar verluidt erg gemoedelijk aan toe, maar het eindresultaat heet pover. Vanden Avenne zal nooit meer toestaan dan wat de wet voorschrijft.
Dat hoeft ook niet te verbazen. Vader Walter verwierf al een reputatie als keiharde onderhandelaar op de grondstoffenmarkt. Hij kent als geen ander de juiste verhouding tussen prijs en kwaliteit. “Het zit die familie echt in het bloed,” fluistert een bevoorrecht waarnemer uit de veevoederindustrie. “Harold onderhandelt, net als zijn vader, tot op de laatste cent.” In de jaren zeventig bepaalden de Vanden Avennes grotendeels de prijs van de granen en andere grondstoffen in Oost- en West-Vlaanderen.
Maar Walter Vanden Avenne hamerde van in het begin ook op kwaliteitszorg en voedselveiligheid. Twintig jaar geleden pleitte hij bij Bemefa, de federatie van veevoederfabrikanten, voor eigen laboratoria voor voedselkwaliteit. Vanden Avennes eigen lab werd een referentie binnen de Europese Unie en kreeg regelmatig bezoekers van ambtenaren van het Europese Directoraat-Generaal van Landbouw over de vloer. Voedingingenieur Frans Coucke verwierf een ijzersterke reputatie in het selecte clubje van specialisten in voedselveiligheid. Voor de broers Vanden Avenne kwam de dreiging met een administratieve sanctie van minister Aelvoet – een tijdelijke sluiting van twee weken – dan ook hard aan. Critici zeggen dat beide partijen aan overacting doen. Het gebeurt wel vaker dat een bedrijf dicht moet wegens de overtreding van de wetgeving rond de volksgezondheid. Niet al die bedrijven smeren hun verhaal breeduit in de media. Bovendien moet de overheid optreden tegen bedrijven die normen niet naleven. En de critici stellen ook het systeem van zelfcontrole van Bemefa in vraag. De vereniging wordt de spreekbuis van enkele grote industriële Belgische veevoederfabrikanten genoemd.
Vorige week donderdag, 25 april, boekte Harold Vanden Avenne alvast een eerste, bescheiden overwinning. De auditeur van de Raad van State noemde de minister onbevoegd om Vanden Avenne te sluiten. Maar de 44-jarige West-Vlaamse ondernemer vindt het te vroeg om victorie te kraaien. Tot na de definitieve uitspraak houdt het veevoederbedrijf de kiezen op mekaar. “Rechters moeten met hun koele hoofd beslissen,” klonk het schaarse commentaar uit Ooigem.
Wolfgang Riepl [{ssquf}]
“Aankopen zit de Vanden Avennes in het bloed. Harold onderhandelt tot op de laatste eurocent.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier