De triomf van Europa

De auteur is hoofdeconoom bij vermogensbeheerder Petercam.

Reacties: visienoels@trends.be

Als merknaam zou Europa zwak scoren. Het Oude Continent roept heel wat negatieve connotaties op, vooral in het buitenland. In de Angelsaksische landen bijvoorbeeld is Europa synoniem met – onder meer – sclerose, bureaucratie, inflexibele arbeidsmarkten, weinig liberalisering van toekomstgerichte sectoren, zwak ondernemerschap, achter-stand inzake aandeelhouderswaarde en deugdelijk bestuur…

Europa: uw veilige belegging. Vraag aan institutionele beleggers wat de afgelopen dertig jaar de beste belegging was en steevast zult u als antwoord de VS horen.

In werkelijkheid was Europa in die periode de beste belegging (zie grafiek: Europa versus de wereld). Europa klopt de VS met een fietslengte, terwijl Japan en Azië ruimschoots buiten de afgesproken tijd de finish haalden. Vooral de afgelopen vijf jaar werd het verschil met de VS gemaakt. Opmerkelijk, want net toen groeide de Amerikaanse economie sneller dan de Europese. Europese aandelen worden echter gekenmerkt door hun zeer stabiele prestaties. Amerikaanse aandelen presteerden lange tijd ondermaats in vergelijking met de rest van de wereld, maar door de sprint tijdens de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw behaalden ze alsnog een goed klassement. Het (trieste) Japanse verhaal kennen we allemaal, terwijl Azië als beleggingsregio nog alles moet bewijzen.

Lange termijn en stabiliteit. De sterkte van Europa, en vooral van euroland, bestaat uit twee aspecten: evenwichtige groei en exportgerichtheid.

Europa heeft een ander groeimodel dan de VS. De Amerikanen zoeken elk jaar opnieuw een maximale economische groei. Europa van zijn kant streeft eerder naar maximale groei op lange termijn. Het is daarbij niet bereid om sociale, monetaire of budgettaire onevenwichten op te offeren voor enkele goede jaren van economische groei.

De exportgerichtheid van Europa was een tweede troef. Het Oude Continent heeft het gebrek aan eigen groei steeds opgevangen door te zoeken naar expansie buiten de grenzen. Wij hebben dan ook, in tegenstelling met de VS, een positieve handelsbalans, zelfs met China. De groei van de export naar Oost-Europa leverde in de afgelopen drie jaar een belangrijke bijdrage aan de economie en de winsten van de Europese bedrijven.

Europa kan meer groeien. Meer groei realiseren gedurende enkele jaren is eigenlijk niet zo moeilijk. We zouden zonder problemen het Amerikaanse recept kunnen overnemen: de rente verlagen, ervoor zorgen dat de gezinnen meer schulden hebben, de budgettaire orthodoxie opgeven… Jammer genoeg zou de groeikater na het innemen van die ingrediënten niet lang op zich laten wachten.

Gelukkig bestaat er voor Europa nog een andere manier om zijn groeipotentieel te verhogen. We zouden bijvoorbeeld alle bestaande onevenwichten kunnen wegwerken, iets wat meteen groeiverhogend zou werken. We zouden concreet een soepeler arbeidsmarkt en minder bureaucratie krijgen, we zouden meer sectoren kunnen openstellen voor vrije concurrentie enzovoort…

Het gekke is dat als de VS zijn onevenwichten zou wegwerken, dit een groeiverlagend effect zou hebben: het financieringstekort met het buitenland zou verminderen, gezinnen zouden meer sparen, de monetaire politiek zou genormaliseerd worden – elementen die ertoe zouden leiden dat de consumptie, nog steeds de motor van de Amerikaanse economie, zou afremmen.

Ook de monetaire politiek in Europa vormde een belangrijke steunpilaar onder de evenwichtige groei. Onder impuls van Duitsland kenden we de afgelopen dertig jaar een sterke muntstabiliteit, die nu wordt voortgezet met de euro. Opnieuw is het verschil met de VS frappant: de Amerikanen gebruiken de dollar om hun kortetermijnproblemen op te lossen, zonder zich zorgen te maken over de eventuele latere nadelen van die politiek. De voordelen van een stabiele munt komen echter pas op langere termijn boven. Net daarom ook dat de monetaire politiek ver van de gewone politiek moet worden gevoerd.

En voor beleggers? De mythe van de Amerikaanse superioriteit moet daarom worden gerelativeerd. Toegegeven, de Fortune500-lijst wordt nog altijd aangevoerd door bedrijven uit de VS. Maar groot betekent niet noodzakelijk beter, of rendabeler. De winstevolutie van de Europese bedrijven is niet achtergebleven op de Amerikaanse. De jarenlange concurrentie tussen de nationale kampioenen uit de verschillende landen heeft de Europese ondernemingen scherp gehouden. De euro geeft een aanzet tot fusies, waardoor opnieuw schaalvoordelen ontstaan die deze fusiebedrijven tot geduchte internationale spelers zal maken. Het heeft bijna zeventig jaar geduurd voor er een trans-Amerikaanse bank werd gevormd ( Bank of America). Het zal geen tien jaar meer duren voor een trans-Europese bank het levenslicht ziet.

We danken de Europese triomf aan een enorme dynamiek, aan efficiëntie en productiviteit op ondernemingsvlak. Als nu ook nog het Europese bestuur efficiënter wordt op het vlak van regelgeving en kosten, dan heeft het Oude Continent van niemand iets te vrezen. Laten we zestig jaar na D-day en aan de vooravond van de Europese verkiezingen dus ook het moeizaam opgebouwde Europese economische model bewonderen. Geert Noels

Geert Noels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content