DE PSYCHOLOGIE VAN VLAANDEREN. Een natie van schapen

Ik bezoek geen Vlaamse hoogdagen. Voor mij geen IJzerbedevaart, geen Zangfeest.

Ik blijf niet weg uit identiteitsschaamte of om de hetze van Vlaamse anti-Vlamingen. De ruzie over de IJzerbedevaart ’95 is illustratief voor de psychologie van Vlaanderen. Een psychologie met rechtstreekse gevolgen voor de Vlaamse ekonomie. Van bange mensen maak je geen wereldondernemers.

Ronkende retoriek genoeg, maar een winnende strategie formuleren, dàt hebben ze in Diksmuide of op het Zangfeest nog nooit gedaan. Sla er de in memoriams voor Vlaamse aktivisten op na : daarin worden mensen geprezen voor hun inzet of onbaatzuchtigheid, maar nooit om hun intelligentie of strategisch vernuft.

De meeste Vlamingen zien niets in het nationalisme, verlangen niet naar een mono-etnische staat, en zijn op hun Vlamingschap niet fier. Ook ik geloof niet dat het nationalisme een goed begripskader is voor de meeste beleidskwesties. De toekomst is aan diverse vormen van federalisme, omdat dit een respekt voor verschillen en een zin voor kleinschaligheid kombineert met een terecht geloof in de uiteindelijke gelijkaardigheid (dus verenigbaarheid onder een gemeenschappelijk politiek dak) van diverse volksgroepen.

DEERNIS.

Het eerste woord dat valt bij de analyse van de ruzie over Diksmuide is deernis. Het is geen fraai zicht, wanneer iemand niet meer in zichzelf gelooft en met alle geweld anderen nabootst. En dat is precies wat we zien rond de IJzerbedevaart ’95 : een zeldzaam vertoon van de weg met ons-psychose. Daarmee bedoelen we niet de broedertwist tussen klauwaards en lauwaards, want het is niet bewezen dat eendracht betere resultaten oplevert dan wedijver tussen frakties. Zorgwekkender was de aanleiding tot de ruzie : de poging van het IJzerbedevaartkomitee om de flamingantische bestaansreden van de bedevaart te verstoppen achter een programmatie rond multikultuur en de holocaust.

De deerniswekkende aanblik van een beweging die haar eigen bestaansreden verwerpt, wordt niet echt verguld door de objektieve waarde van de alternatieve tema’s. Dat Liesbeth List Mauthausenliederen zingt, is onberispelijk ; dat ze dat op de IJzerbedevaart komt doen, is onzinnig. Zou een Mauthausen-komitee op zijn dodenherdenking tijd inruimen voor een eerbetoon aan de Vlaamse repressieslachtoffers ? Die kringen weigeren zelfs elke vermenging van hun tema’s met die van de Vlaamse Beweging op de IJzerbedevaart (zodat Liesbeth List afgezegd heeft), laat staan dat ze ze op hun eigen plechtigheden zouden toestaan. Lionel Vandenberghe, voorzitter van het IJzerbedevaartkomitee, moet het Mauthausen-komitee bedanken voor dat lesje in zelfrespekt.

Dan is er ook de religie. De Mauthausen-bom die voor de radikale flaminganten bestemd was, is in het gezicht van het IJzerbedevaartkomitee ontploft. Lionel Vandenberghe had de Vlaams Blokkers met hun neus in hun vermeende Hitler-konnekties willen duwen, maar nu wordt hij zelf bevestigd in zijn internationale faam als gangmaker van een annual neo-Nazi gathering at World War I site Dixmude (zoals Newsweek het ooit uitdrukte). Het was de tweede tegenvaller, na het ingeslikte plan om een imam het woord te laten voeren. Men vraagt zich af wat die daar aan de nazaten van Karel Martel had moeten komen vertellen. “Vlamingen-Palestijnen, één strijd ? ” Nogal delikaat, want er was ook een rabbijn gevraagd. Maar blijkbaar hebben deze clerici diskreet geantwoord dat zij zich niet op hun plaats voelen onder de “Vlaanderen voor Kristus”-toren. Om toch wat op het katolieke karakter van de IJzerbedevaart af te dingen (in de hoop op een progressief schouderklopje), heeft men dan maar protestantse en ortodokse geestelijken gevraagd. Met alle respekt : ook zij hebben op de IJzerbedevaart weinig te zoeken, tenzij zij daar de vorige jaren op eigen initiatief al in het publiek zaten. De IJzerjongens waren praktisch allemaal katoliek.

Ook wie zoals ik nog nooit die Vlaamse hoogdagen heeft bijgewoond, kan inzien dat mensen daar onder gelijkgezinden willen zijn, en dat de organizator en de genodigden dat moeten respekteren. Op 1 mei-vieringen vraagt men nooit artiesten die openlijk tot het andere kamp behoren ; waarom dan wèl zulke zottigheden op Vlaamse strijdfeesten ? Blijkbaar is er een enorme identiteitsschaamte, men lijdt onder de algemene afkeuring van het Vlaamse nationalisme, dus smacht men naar een schouderklopje vanwege mensen die echt meetellen : de libertijnse Bekende Vlamingen, de tv-politologen met partijkaart, en de vertegenwoordigers van de gestelde lichamen. De flamingant die met verruimingspogingen incidenten uitlokt en de Beweging aldus in verwarring brengt, bedelt daarmee om een bewijs van goed gedrag bij zijn politieke vijanden.

In dezelfde geest hertaalt het IJzerbedevaartkomitee het IJzertestament (Nooit meer oorlog, Zelfbestuur, Godsvrede) tot het nietszeggende : Vrede, Vrijheid en Verdraagzaamheid. Men wil daarmee blijkbaar verdoezelen dat de huidige staatsstruktuur geen echt zelfbestuur inhoudt, terwijl verdraagzaamheid in het huidige klimaat precies het tegendeel betekent van godsvrede (namelijk onverdraagzaamheid jegens het rechtse segment van de Vlaamse beweging). Men hoeft echt geen flamingant te zijn om zulke hopeloos doorzichtige manipulaties te verfoeien.

Het ekskuus voor deze woordmanipulaties is dat de termen van het IJzertestament verouderd zijn en de jeugd niet meer aanspreken. Het eerste is alvast niet waar : toen PSC-leider Gérard Deprez tijdens een Voeren-krisis “une trêve” voorstelde, werd dat in de ondertiteling complexloos als godsvrede vertaald. Dat de naoorlogse generaties niet wakker liggen van de Vlaamse strijd, is grotendeels juist maar heeft ernstiger oorzaken dan wat oubollige terminologie. We bedoelen dan niet de materiële nadelen van een Vlaams en voordelen van een Belgisch engagement (vraag maar na bij veelgeplugde belgofiele zangers of auteurs), maar over de psychologische faktoren.

MEER STRATEGIE.

Sommen we, bij wijze van oproep tot een meer systematische diagnose, kriskras enkele opvallende strategische fouten van deze generatie van Vlamingen op. Vlamingen zijn uitslovers die altijd (ook nu Luc Van den Brande weer) zelf om nieuwe communautaire onderhandelingsrondes vragen, terwijl ze zo stilaan hadden moeten weten dat de vragende ook de betalende partij is. Een goed strateeg weet van zijn zwakheden een voordeel te maken, maar Vlamingen maken juist de zwakheden van hun tegenstander tot een winstpunt voor hem, b.v. de belangentegenstelling tussen Walen en Brusselaars wordt niet tot eigen Vlaams voordeel uitgebuit, maar leidt integendeel tot de erkenning van een apart Waals en Brussels gewest ter minorizering van het derde gewest Vlaanderen. Elders gebruiken onderhandelaars de extreme fraktie van hun eigen kamp als boeman : de lepe Turkse minister-president Tansu Ciller waarschuwt de Europese Unie, en Yasser Arafat de Israëli’s, dat te geringe toegevingen aan henzelf slechts de fundamentalisten versterken. Heb je hier tijdens de Sint-Michielsonderhandelingen de Volksunie ooit het Vlaams Blok als grote boze wolf horen uitspelen ?

Ook in de internationale public relations doen de Vlamingen het slecht. Buitenlandse korrespondenten hebben doorgaans de indruk dat Vlamingen hier de agressor zijn, want Le Soir stelt het overtuigend zo voor. Zo doet een agressor het trouwens altijd. Vlamingen spelen dit spel mee door zich op te winden over elke defensief-nationalistische splinter in het Vlaamse oog (b.v. de veroordeling in De Morgen van het kleinzielige VU-bezwaar tegen het Franstalig Vlaamse-Raadslid Van Eyken), zonder aandacht voor de expansionistische balk in het Franstalige oog (de hardhandige uitzetting van een Vlaamse VU’er uit de Waalse Raad in 1985).

Inmiddels geraakt de internationale opinie niet vertrouwd met de terechte Vlaamse bezwaren tegen de nieuwe aanval op de eentaligheid van Vlaanderen in naam van Europese regelingen voor minderheden, d.w.z. het oneigenlijk gebruik van de bescherming van bestaande etnische minderheden (Basken, Bretoenen) ten gunste van inwijkelingen die weigeren zich aan te passen. Vlaanderen heeft dringend bondgenoten nodig, want volgens Georges Clerfayt (FDF) en Anne-Marie Lizin (PS) gaat Europa alle verworvenheden van de onverdraagzame Vlaamse Beweging ongedaan maken.

RESPEKT.

De Vlaamse Beweging, die steeds duidelijker voor Vlaamse onafhankelijkheid kiest, verdient onze sympatie. Ze streeft naar federatievorming, niet op het te kleine en kunstmatige Belgische, maar op het Europese niveau. Het is ook het Europese feit dat haar eis van Vlaamse onafhankelijkheid rechtvaardigt : we zien dat België niet tussen het Vlaamse en het Europese niveau afsterft, maar dat Vlaanderen op Europees niveau door België doodgedrukt wordt, getuige bijvoorbeeld het initiatief van premier Dehaene om het Nederlands te laten vallen als werktaal in het Merkenbureau. Een symbool ? Ja, een symbool. Symbolen zijn belangrijk.

Bovendien organizeert de Vlaamse Beweging het verzet tegen het meest agressieve nationalisme in onze streken, namelijk dat van Franstalig België, dat naar onzalige nationalistische gewoonte territorium van een buurvolk tracht in te palmen (momenteel werkt het aan de onttrekking van Voeren en de Rand aan het Vlaamse gezag). Spijts deze verdiensten wekt de Vlaamse Beweging momenteel echter vooral medelijden op.

Er is het stigma van de VNV-kollaboratie, dat de Vlamingen zich veel harder aantrekken dan de Belgen doen met de kollaboratie van hun vorstenhuis, of dan de Walen met die van hun bekendste boegbeelden, Degrelle, Hergé, Simenon. De tegenstander op een schuldgevoel vastpinnen, is een geweldig machtsmiddel, en België weet dan ook zeer goed waarom het amnestie weigert. Daarop voortbouwend is er nu de stigmatizering van het Vlaamse “nationalisme” en het territorialiteitsbeginsel : de verlichte frankofonen verdedigen het droit de l’homme tegen de Vlamingen met hun Hitleriaans droit du sol (terwijl nota bene het staatsnationalisme van Parijs le droit du sol oplegt aan alle immigranten in Frankrijk).

De Vlamingen herinneren er niet voldoende aan dat de taalgrens een Waalse uitvinding is. Tijdens de grote Vlaamse emigratie de stroom van Vlaamse gastarbeiders naar het Belgische zuiden, die niet gemultikulturalizeerd werden maar opgeslorpt, zonder pardon wenste de Vlaamse Beweging de tweetaligheid in heel België, maar daartegen drukten de Walen er het territorialiteitsbeginsel door. Het was maar als tweede optie dat de Vlaamse Beweging toen voor een eentalig Vlaanderen koos, een eis die nu retorisch met etnische zuivering geassocieerd wordt.

Een belangrijke reden voor het verlies aan flamingantische geestdrift is dat men de politieke achteruitstelling van Vlaanderen niet meer aan den lijve ondervindt, b.v. het feitelijk biregionale statuut van Halle-Vilvoorde (in 1994 nog bevestigd door het Arbitragehof in een apert ongrondwettig vonnis). Ook zeer konkrete punten, zoals de toenemende schending van de taalwetten in Brussel (de onwettige tewerkstelling van Nederlandsonkundigen i.p.v. tweetaligen kost Vlaanderen heel wat jobs) en de miljardentransfers naar Wallonië, zijn abstrakt voor de Vlaamse meerderheid.

Nog een belangrijke reden waarom de Vlaamse Beweging weinig werfkracht heeft, is dat zij geen overwinningen boekt. Haar laatste zegekreten, over Leuven Vlaams, werden onmiddellijk gevolgd door de grondwetsherziening die met grendels de Vlaamse meerderheid neutralizeerde. Van dan af was België geen echte demokratie meer, en werd het onmogelijk om onrecht tegen de Vlamingen via het parlement te korrigeren, behoudens het hypotetische geval dat de Franstalige parlementsleden de Vlaamse belangen boven hun eensgezinde “Eigen volk eerst”-strategie zouden stellen. Het enig overblijvende forum voor herziening van de communautaire verhoudingen zijn de regeringsonderhandelingen, maar daar noteren we slechts een treurmars van forfaits en toegevingen, mede als gevolg van het gebrek aan een duidelijk Vlaams projekt (“federalisme” bleek verschillende ladingen te dekken, gaande van VU-wensdromen tot de FDF-versie die nu in de Grondwet ingeschreven staat). Niemand is geneigd om zich bij zulke zielige verliezers aan te sluiten. De Vlaamse Beweging is geen suksesverhaal door gebrek aan strategisch talent. Dat geldt voor de CVP’ers met hun gauw gevulde kinderhand, die Vlaamse belangen bij onderhandelingen steeds weer voor de laatste keer verkopen (b.v. de invoering en nadien de betonnering van de faciliteiten), maar het geldt ook voor de harde kern.

LOUTERING.

Dat de etterbuil van de intriges rond de IJzerbedevaart nu flink opengebarsten is, kan onverwacht leiden tot de noodzakelijke Vlaamse retour à l’évidence. Iedereen zal het nu toch wel gaan beseffen : op het podium van de IJzerbedevaart moet men niet anders doen dan eerlijk de nog af te leggen weg van hier tot aan het werkelijke Vlaamse zelfbestuur opmeten. Geen retorische afleidingsmaneuvers over het invullen van de zogenaamd gerealizeerde Vlaamse autonomie, geen beuzelachtige nummertjes verruiming naar tema’s die al lang hun eigen vieringen hebben ; maar juist meer focussen op het eigen Vlaamse projekt, dat er reeds te lang verweesd en onderkomen bijligt.

KOEN ELST

Koen Elst is een onafhankelijk publicist. De oriëntalistiek is zijn akademische achtergrond.

HET VEV HEEFT EEN STRATEGISCH PLAN Kan je echter van brave, gezagsgetrouwe mensen wereldondernemers maken ?

1-MEIFEEST : GELIJKGEZINDEN Tegenstanders worden nooit uitgenodigd om de feestvierders belachelijk te maken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content