De ondergrondse kunstschat van de jezuïeten

Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Canne (Nederland) : Een replica van het Alhambra, een vrouwen-portret naar Picasso, een kopie van de Nar van Frans Hals… In de mysterieuze gangen van de Jezuïetenberg val je van de ene verbazing in de andere. Een ontdekkingstocht langs de schatten van dit ondergrondse kunstparadijs.

Info: Stichting Jezuïetenberg (coördinator Peter Houben), tel. en fax: +31 43 32 13 488, www.jezuietenberg.nl

Het is nauwelijks te geloven dat zo’n klein onooglijk toegangspoortje, verscholen achter een kronkelig bosweggetje, leidt naar een ondergronds gangenstelsel waarin zich meer dan 400 kunstwerken bevinden. Van uiteenlopende kwaliteit, dat wel. Maar we kunnen het u verzekeren: zelfs wie uit vrije wil nooit een voet in een museum zet, zal toch met open mond gapen naar de talloze reliëfs, sculpturen, cartoons, kapellen en houtskooltekeningen in dit donkere labyrint van gangen, holen en nissen.

De Jezuïetenberg, officieel de Cannerberg, ligt in de heuvels van Canne, een plaatsje vlakbij Maastricht. De collectie in de berg is het eclectisch ogende resultaat van honderd jaar creatieve handenarbeid. Tijdens hun vrije woensdagnamiddagen kwamen de studerende paters van het nabijgelegen en inmiddels verdwenen jezuïetenklooster hier beitelen en schilderen. Vlijtige jongens, zo dient gezegd. Want wat zich in dit mysterieuze, in totaal meer dan 18 kilometer aan gangetjes tellende universum bevindt, leest een beetje als een geïnspireerde anthologie van de wereldkunstgeschiedenis.

Een sfeervolle kopie van ‘De Nar’ van FransHals, een houtskooltekening die u een melancholische blik gunt op het Brugse Minnewater, een fantasierijke sprookjestunnel, een imposant borstbeeld van de Egyptische farao RamsesII of een secuur uitgehouwen Javaanse tempel… Een rondleiding door de Jezuïetenberg, die sinds 1996 overigens officieel is geklasseerd als Rijksmonument, voert u van de ene verbazing naar de andere.

Sprookjesachtige onderwereld

Uiteraard waren de jezuïeten niet de eersten om een voet te zetten in deze groeve uit kalksteen of mergel, het fossiele restant van een binnenzee die zo’n kloeke 60 miljoen jaar geleden opdroogde. Al in de zeventiende eeuw werd met de ontginning ervan – mergel is een uitstekend bouwmateriaal – begonnen. Het zou nog tot in 1860 duren vooraleer de aspirant-jezuïeten – studenten die vaak vanuit de verste uithoeken van de globe gedurende een periode van vier tot zes jaar in Maastricht neerstreken – er hun vrije uurtjes begonnen door te brengen.

Nogal wat kunstwerken, het gros kopieën van wereldberoemde voorbeelden, refereren immers aan de uiteenlopende landen van herkomst van de in totaal meer dan 300 paters die er over de jaren heen hun creatieve opwellingen kwamen botvieren. Zo vindt u hier niet alleen een Vlaamse, Spaanse, Hongaarse of Boheemse hoek, ook overzeese culturen zijn rijkelijk vertegenwoordigd.

Enkele voorbeelden? De gedetailleerde replica van de boeddhistische Borobudur-tempel uit Java, een juweeltje dat de Hollandse missionaris WimvanBrederode samen met drie artistiek onderlegde studenten hier tussen 1952 en 1959 ineenknutselde. Even verderop vindt u een indrukwekkende toegangspoort geflankeerd door twee Assyrische cherubs (het origineel bevindt zich in het Louvre). En we zagen ook nog ergens een fraaie hindoetempel.

Dompelt dit allegaartje de Jezuïetenberg onder in een onwereldse, bijna pantheïstische atmosfeer, dan blijkt dat de jezuïeten hun eigen godsdienst toch allerminst verloochenden. Zo werden er tegen de muren, naast tal van beelden van Maria en de gekruisigde Christus, ook heel wat bijbelse taferelen uitgebeeld. De vlucht naar Egypte, de geboorte van Jezus, de hemelvaart van Maria of een mooie kopie van de Piëta van Michelangelo om maar enkele orgelpunten op te sommen. De pastelkleurige bandtekst, aangebracht in de ondergrondse kapel door pater Ligthart liegt er ook niet om: ‘uw Rijkdom kome’, in wel 39 talen.

Het Alhambra van Maastricht

Terwijl we ons ondertussen al een uurtje onder de grond bevinden – alwaar het constant 9,8 graden is en er steeds een vochtigheidsgraad van 98 % heerst (ideaal om de fragiele kunstwerken te bewaren) – zijn we nog steeds niet bij het pronkstuk van dit bizarre museum aanbeland. Gelukkig brengen enkele stevige stappen voorwaarts daar verandering in. Plots staan we oog in oog met een sierlijke reconstructie van het Moorse paleis Alhambra. Meteen schiet de gevoelstemperatuur een aardig eind de hoogte in. De replica van dit uiterst fraai staaltje van islamitische architectuur, compleet met versierde poortjes en kleurrijke motieven, was goed voor drie jaar noeste woensdagmiddagarbeid van wel 35 paters.

Een gebrek aan werklust kan je de jezuïeten – die trouwens in het donker dienden te houwen, sjorren en tekenen – niet aanwrijven. Zo legden ze in de groeve zelfs een keuken aan, naast de refter waar zich een meterslange tafel bevond om er eenvoudige spijzen te nuttigen. Elders is er een garderobe waar ze zich konden verkleden.

Ze documenteerden hun ondergrondse activiteiten steeds zeer nauwkeurig. En een ‘bergbaas’ hield de logboeken bij en coördineerde de verschillende projecten. De paters signeerden en dateerden ook elk kunstwerk met een in houtskool aangebrachte profieltekening.

In de jaren zestig van vorige eeuw hielden de paters ermee op. Het idee om de nog onbewerkte gangen verder door leken en amateur-kunstenaars te laten versieren, werd algauw verlaten. En dat om het unieke, even speelse als spirituele karakter van de Jezuïetenberg niet te verstoren. Want dit is inderdaad een buitengewone, tijd- en tijdingloze wandeling door de wondere onderwereld van de jezuïeten. Niet we ons op het heikele terrein van de parapsychologie willen begeven, maar één ding weten we zeker: Ignatius van Loyola zou beslist trots geweest zijn op zijn kunstzinnige pupillen.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content