DE NIEUWE KLASSENSTRIJD

Nederland dubt, België scheldt over de tegenstelling tussen bekend en vreemd, over de polarisering van autochtoon en allochtoon. Hoofs verschijnen woord en wederwoord in Nederlandse kwaliteitskranten. Babbelziekte kan leiden tot geleuter, beter toch dat geleuter dan de simplismen die in Vlaanderen de plaats innemen van de non-discussie over de groeiende multiculturaliteit van onze samenleving.

Dat dit geen theoretische kwestie is en goed voor meer dan kreetjes en gezucht van les bien-pensants bewijzen in de jongste dagen de Franstalige hysterie tegen Jörg Haider (en zijn aansnijden en aanwenden van de bestaande vreemdelingenvrees), de aanzwellende schrik voor 8 oktober en de opmars van het Vlaams Blok in de Vlaamse grootsteden, de bokkensprongen van pater Leman, de onnozelheid van ene Slangen – schuilend onder de vleugels van de premier.

Het betere deel van het Belgische bedrijfsleven belooft plechtig mee te helpen aan de kuur en positieve discriminatie te hanteren om allochtone jongeren van de straat te houden. Het vervangen van de bedoelingen door daden loopt moeilijk. Gelaten reageert België op de achterstand van generaties allochtonen. De tweedeling tussen een welvarende autochtone bovenklasse en een arme, verbitterde allochtone onderklasse profileert zich alle dagen sterker, ondanks het geldelijke succes van enkele migranten.

Paul Scheffer, een democratisch socialist die niet aan zijn eerste brandbrief toe is, publiceerde een paginalang stuk over deze kwestie in Nederland in NRC Handelsblad van einde januari . Daarop vloeide een stroompje van ingezonden brieven en stukken. Pro en contra, zonder vies gescheld over racisten en fascisten. Hele paragrafen van Scheffers betoog passen op de Belgische situatie. Hij ziet de maatschappelijke vrede als ernstig bedreigd. De Nederlandse hoofdcommissarissen van politie peinzen over een wervingsposter met de tekst “Die tulband past ons allemaal”. Zij stellen voor om de politiepet naar believen te ruilen voor een hoofddoekje of een tulband. Gaat deze streling van de eigen identiteit van de allochtonen samen met het streven naar emancipatie?

De emancipatie van de vroegere lagere klassen en standen is geslaagd en afkomst is geen noodlot meer. Daarom vindt Scheffer de nieuwe tweedeling in de Nederlandse samenleving zo onvoorstelbaar; waarom wordt niet in dwingender woorden gesproken over het achterblijven van generaties allochtonen? De sociale kwestie van vroeger werd energiek aangepakt, de sociale kwestie van vandaag wordt aarzelend beschreven terwijl een multicultureel drama zich afspeelt waar we bij staan.

De ‘Rapportage minderheden 1999’ van het Nederlandse Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) toont aan dat Scheffers stelling niet zwartgallig is. Objectief onderzoeksmateriaal is in België moeilijker te vinden; zonder lichtzinnigheid kan men echter aannemen dat de trends van het SCP-verslag kloppen met wat wij beleven. Het aantal allochtonen blijft stijgen. Allochtone kinderen hebben een aanmerkelijke achterstand in cognitieve ontwikkeling en taalvaardigheid, waardoor de toegang tot de betere banen is afgesloten. Bij Turken en Marokkanen treft men meer dan elders kinderen zonder schooldiploma. Er is een talentenreservoir en toch blijft tot groeit de kloof tussen autochtone en allochtone kinderen. Scheffer: “Werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit hopen zich op bij de etnische minderheden. En de vooruitzichten zijn over de gehele linie niet gunstig in weerwil van individuele succesverhalen. Het gaat om enorme aantallen achterblijvers en kanslozen, die de Nederlandse samenleving in toenemende mate zulllen belasten.”

Het zich spiegelen aan het einde van de verzuiling en de hoop dat het in dit geval ook zo zal ontwikkelen is oogverblinding. De tegenstelling tussen katholiek en vrijzinnig, tussen Vlaming en Waal gebeurde onder de gemeenschappelijke koepel van een gedeelde geschiedenis, grondwet en Europese cultuur. Schikken, slikken en schipperen brachten na generaties de maatschappelijke pacificatie. De zuilen droegen één dak. Er is een verschil tussen de vroegere tegenstelling katholieke en staatsscholen en de huidige tegenstelling tussen witte en zwarte scholen. De Antwerpse centrumscholen verkleuren, de scholieren vluchten naar de onderwijsinstellingen aan de rand. Een spontane apartheid grijpt om zich heen. Ondertussen denken we dat het modern is om elk nationaal besef, elk wij-gevoelen af te wijzen en de eigenheid te verloochenen. Bij wie integreren de niet-Belgen, bij postmodernistische schaduwen?

Waarom geloven we dat alles in de plooi zal vallen, zonder schokken? De islam aanvaardt ook hier niet de scheiding van kerk en staat. Is het de algemene welvaart die verdovend werkt? Het poldermodel lost in Nederland voorlopig het vraagstuk op. Is in Vlaanderen, met zijn belfortmodel, de verblindende verdamping eveneens aan de gang? Een parlementair onderzoek naar ons immigratiebeleid is verdedigbaar. We dreigen tienduizenden medeburgers af te schrijven, te programmeren voor wraak, als niet eerlijk wordt gesproken over wat ons te wachten staat. De politici verliezen de greep op de maatschappelijke werkelijkheid in de steden en colporteren fetisjistische bezweringen.

frans crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content