De klanten hebben Fortis ontmanteld”
De overheden reageerden veel te laat op het rottingsproces bij Fortis. En dat geldt ook voor de financiële crisis. Met de bekende desastreuze gevolgen. Zo luidt de vlijmscherpe analyse van de Nederlandse hoogleraar Arnoud Boot, kenner van de financiële markten én van Fortis.
Zijn studenten doopten hem tot ‘de stoomboot’, zijn collega’s noemen hem een fenomeen. Arnoud Boot, hoogleraar financiële markten en bedrijfsfinanciering aan de Universiteit van Amsterdam, is een van de productiefste economen van Nederland. Hij is adviseur van de Nederlandse en Zweedse centrale bank, consultant voor de bedrijfswereld, en geldt in deze financiële crisis als een lichtbaken voor de Nederlandse media. “Ik ken ook Fortis meer dan oppervlakkig. Ik volg het bedrijf al jaren”, zegt Arnoud Boot.
TRENDS. Op vrijdag 26 september meldde Fortis op een persconferentie dat de situatie onder controle was. Dezelfde avond nog moest de overheid ingrijpen om Fortis van de ondergang te redden. Hoe kan dat?
ARNOUD BOOT (UvA). “Ten eerste was Fortis geweldig kwetsbaar omdat het, zoals ABN Amro, eigenlijk een samenraapsel van losse onderdelen was. Anton Van Rossum, topman aan het begin van de eeuw, klaagde altijd dat hij er nauwelijks synergie in kreeg. Dat geheel was te klein voor het tafellaken en te groot voor het servet. Fortis was dus van oudsher een heel moeilijk te managen bank-verzekeraar, wat in een kredietcrisis extra aan de oppervlakte komt, en wat mee verklaart waarom Fortis veel meer slechte activa in portefeuille bleek te hebben dan aanvankelijk gedacht.
“Ten tweede heeft Fortis de situatie veel te lang laten doorzieken. Ook ING heeft zich, voor de groep kapitaalsteun zocht bij de overheid, eerst een week laten beschadigen in een markt die op zoek was naar een kop van Jut. Gevolg: het aandeel kreeg het zwaar te verduren, er kwam geweldige ongerustheid bij het personeel, en als het bleef duren, ook bij de klanten. En dan hebben we het over een sterke bank, met een stabiele strategie zonder wilde avonturen.
“Bij Fortis, dat al verzwakt was door de te dure overname van ABN Amro, heeft dat rottingsproces liefst vijf maanden lang mogen doorgaan. Als je dat vijf maanden laat gebeuren, dan loopt de business van onderuit weg. Dat is bij Fortis gebeurd. Ik heb die donderdagavond voor de fatale vrijdag in het NOS-journaal gezegd dat Fortis volledige duidelijkheid moest verschaffen over hoe het dacht aan extra kapitaal te komen, en dat de Belgische overheid een volledige garantie moest geven, ook op de zakelijke deposito’s. Dat was de enige manier om de onrust misschien nog in te dammen, maar er is gewoon te laat gereageerd.”
Dat weekend kwam er een eerste oplossing uit de bus. De Belgische, Nederlandse en Luxemburgse regering stopten extra kapitaal in de bankdochters van Fortis. Waarom was dit onvoldoende voor een oplossing?
BOOT. “Zulke steunmaatregelen werken alleen bij levensvatbare banken die door de omstandigheden klem komen te zitten, zoals ING (en KBC, nvdr). Maar Fortis was die zondagavond niet meer levensvatbaar. Je kunt geen bank redden met een politiek compromis, waarbij elke overheid een willekeurig bedrag in de bankdochters van Fortis pompt. De kern van de zaak was dat zakelijke klanten, inclusief grote depositohouders, de bank niet meer vertrouwden en nog altijd niet beschermd waren. Dus bleven ze hun geld weghalen bij Fortis. Als dat zo is, ook al is het onterecht, dan heb je als bank een probleem. Fortis werd die week gewoon ontmanteld door de zakelijke klanten.
“Men had in dat weekend veel harder moeten ingrijpen in het bedrijf door het management te vervangen, en door de slechte activa af te zonderen, waarbij je extra kapitaal stopt in de goede bank die overblijft. Als dat eerste weekend wel structureel was ingegrepen bij Fortis – nieuw management, vers kapitaal en slechte activa aan de kant – dan had men misschien een groter deel van Fortis bij elkaar kunnen houden. Maar nu hebben zachte heelmeesters stinkende wonden gemaakt.”
Een week later nam de Nederlandse overheid dan voor 16,8 miljard euro de Nederlandse activa over: ABN Amro, Fortis Bank Nederland, en Fortis Verzekeringen Nederland. De Belgische activa – Fortis Bank België en Fortis Verzekering België – werden verkocht aan BNP Paribas. Hoe evalueert u beide deals?
BOOT. “De fundamentele kracht van een bank is de stabiele winstbasis van de thuismarkt. Banken in problemen worden daarom bijna altijd teruggedreven naar hun thuismarkt. Dat proces zou je bij Fortis hoe dan ook gehad hebben. Alles wat je in het buitenland hebt, is op dat moment een last, en Nederland was voor Fortis buitenland geworden. Een verkoop van ABN Amro tegen een goede prijs was dan ook precies wat Fortis moest doen. Ik denk dat de Nederlandse regering een faire prijs betaald heeft, want die prijs was op dat moment ongeveer dubbel zo hoog als de beurswaarde. Nederland heeft dus geen superdeal bedongen, maar ik kan me voorstellen dat men in België ontgoocheld is over de prijs, alleen al omdat Fortis voor ABN Amro 24 miljard had betaald. Fortis had echter nooit zoveel op tafel mogen leggen voor ABN Amro, ook zonder kredietcrisis. Maar goed, die klok draai je niet terug.
“Ik merk geen strijd tussen Nederland en België. Ze hebben elkaar niet beetgenomen en ik zie genoeg gezichtsverlies aan beide kanten. Is de oplossing ideaal? Aan Nederlandse kant had ik Fortis Bank Nederland liever aan BNP Paribas of Deutsche Bank verkocht. Dat had meer stabiliteit gebracht, en wij kunnen ons niet veroorloven een concurrent te verliezen op de Nederlandse markt. Nederland wou terecht ABN Amro terug, gezien de sterke banden met onze economie, maar van Fortis Nederland hoefde de Nederlandse regering geen punt te maken.
“Als er een conflict is tussen de lage landen, is dat door de persconferentie die de Nederlandse regering al gaf op vrijdagavond. Ze had minstens kunnen coördineren met de Belgen of kunnen wachten tot zondag, wat de Belgen meer rust had gegeven om een oplossing te zoeken voor Fortis België. En Wouter Bos – de Nederlandse minister van Financiën – heeft inderdaad een bijzonder ongelukkige opmerking gemaakt.”
Bos zei dat hij de Nederlandse activa nu gered had van het besmette Belgische stuk. Waarom zegt een man als Bos zoiets?
BOOT. “Bos combineert drie rollen. Hij is partijleider, en in die rol moet hij de bühne op. Hij is ook minister, dus moet hij uitleggen en verantwoording afleggen. En in dit dossier werd hij ook bankier en toezichthouder, en dan moet je eigenlijk je kop houden, want in die rol is elk woord letterlijk een woord te veel.
“In die week maakte hij in het Nederlandse parlement al een opmerking over een vlekje op de balans van Fortis. Hij nam die later terug. Dat is belachelijk. En wat win je met de suggestie dat je de problemen over de schutting hebt gegooid? Dat kan absoluut niet. Ter illustratie: de meest onhandige opmerking van Bos, die niets met de Belgen te maken had, deed hij in datzelfde weekend op de Nederlandse tv. Bos zei toen dat elke systeemrelevante bank op zijn steun kon rekenen. Dus hij gaf aan iedereen die bij een kleine bank zit het signaal zijn geld op te halen en weg te rennen. Bos heeft het gewoon niet begrepen. Die opmerking was nog veel gevaarlijker dan de eerste twee, want het hele bancaire systeem gaat onderuit als die kleine banken in de kou worden gezet.”
Fortis België werd aan BNP Paribas verkocht. Mogen we daar tevreden mee zijn?
BOOT. “België heeft het eigenlijk voor een deel beter opgelost dan Nederland. BNP is een uitermate sterke bank, en het laatste wat ze zullen doen, is het kantorennet in België beschadigen, want dat is een grote troef voor hen. Ik begrijp dat het hebben van een hoofdkantoor belangrijk is, maar met BNP Paribas heeft België zijn bankwezen ongelooflijk versterkt. En wetende dat Dexia er zat aan te komen, terwijl Fortis op omvallen stond, is dit geen slechte oplossing.”
Was een volledige nationalisering van Fortis Bank een alternatief?
BOOT. “Wij hebben het gedaan met ABN Amro, maar wat doen we er nu mee? Ik denk niet dat we daar kracht aan ontlenen. Bancaire problemen worden het beste opgelost als je de bank in moeilijkheden verkoopt aan een sterke bank. Als je de keuze hebt, dat is dan meestal beter dan een nationalisering, want dan blijft die bank doen waarvoor ze bestaat: leningen geven, enzovoort. Bij nationalisering bouw je een periode van onzekerheid in, waarbij de bank niet goed functioneert.”
De aandeelhouder van Fortis voelt zich wel bekocht doordat de regering de activa onder zijn neus verkocht, terwijl hij met een bijna lege schelp van de Fortis Holding achterblijft. Terecht?
BOOT. “Ik begrijp het ongenoegen van de aandeelhouder. Het komt erop neer dat zodra het bancaire systeem in het gedrang komt, aandeelhouders geen enkel recht meer hebben. Daar zit ook een logica achter. Het bankwezen kun je niet laten kapotgaan, en dus is snel optreden nodig. Die aandeelhouder moet zijn macht dan afstaan aan de toezichthouder. Het enige recht dat de aandeelhouders rest, is te kijken of er een bepaalde schadevergoeding in zit. Ik adviseer dus Deminor & co om naar de rechtbank te stappen.”
Als de overheid in dat eerste weekend de verkeerde oplossing koos, kan ze dan ook veroordeeld worden tot een schadevergoeding?
BOOT. “Neen. Als de overheid in goed vertrouwen een beslissing heeft genomen, valt haar weinig te verwijten, ook al was die beslissing niet de juiste. Anders durft niemand nog een oplossing uit te werken, en dan was Fortis hoe dan ook in het faillissement gedonderd. BNP Paribas heeft Fortis België goedkoop kunnen verwerven, omdat de situatie maanden kon doorzieken bij Fortis.”
Waarom heeft het zo lang mogen doorzieken bij Fortis?
BOOT. “Bestuurders in het bankwezen hebben altijd een hoog aanzien. Dus hebben ze op allerlei manieren macht in een land. Die bestuurders beslissen dus over hun lot en het overheidsbeleid. Dat is gebeurd bij Fortis. En vanuit de beleidsmaker gezien kan je altijd een dag langer wachten. En er waren zware ingrepen nodig op een moment dat de markt Fortis als geheel nog boven water hield. Tijdig ingrijpen wordt dan heel lastig. Je wordt bijna gedwongen het probleem af te wachten.
Heeft de escalatie van de globale financiële crisis ook u verrast?
BOOT. “Zo’n implosie van het systeem hebben we niet kunnen voorspellen. Absoluut niet. We hadden gedacht dat die slechte hypotheken na enkele maanden zouden komen bovendrijven, maar dat is niet gebeurd. Veel spelers hadden er geen belang bij de ware toedracht van de schade bij hen op te biechten. Maar als je te lang laat doorzieken, dan krijg je Japanse toestanden, en worden ook de gezonde banken meegetrokken. De overheden hebben nu keihard ingegrepen, maar eigenlijk hadden ze dat een jaar geleden al moeten doen.”
Maakten de Amerikanen een grote inschattingsfout door de zakenbank Lehman Brothers niet te redden?
BOOT. “De VS hadden maatregelen genomen om de omgeving van Lehman Brothers te versterken. De idee was toen dat de crisis nog beheersbaar was, dat je niet alles hoefde te redden, en dat er dus een voorbeeld kon worden gesteld. En de Amerikanen hebben ons doen geloven dat ze de omgeving van Lehman Brothers veilig hadden gesteld. Achteraf bleek dat niet zo te zijn.”
Zijn de aangekondigde reddingsplannen voldoende om het vertrouwen te herstellen en de crisis te bezweren?
BOOT. “Alle gereedschap ligt nu op tafel. Banken krijgen kapitaalinjecties van de overheid, centrale banken geven onbeperkt liquiditeiten, en de overheden geven garanties aan bankfinancieringen. Het lijkt uitgesloten dat banken nog zullen omvallen, en de overheid denkt er zelfs aan zelf voor bank te spelen door kredieten aan de ondernemingen te geven. Als dit alles niet voldoende is, dan kunnen we deze maatregelen nog op grotere schaal toepassen. Als dat ook niet lukt, kunnen we ultiem de banksector nationaliseren.
“Maar eigenlijk moet je dat eerste pakket van maatregelen alleen loslaten op levensvatbare banken. Aan de doodzieke banken moet je geen extra kapitaal, liquiditeit of garanties geven. Dan trek je aan een dood paard, en dat geld verdwijnt. Het onderscheid maken tussen gezonde en zieke banken is lastig, en nationale gevoelens (‘onze banken zijn gezond’) maken het extra lastig. Daardoor duurt de crisis langer, en loopt de kostprijs op. De besteding van gigantische overheidsmiddelen moet doelmatig gebeuren.”
Hoe groot wordt de schade voor de echte economie?
BOOT. “Het grote risico is dat de financiële crisis de echte economie onderuithaalt, waardoor ook de financiële crisis weer oplaait. Die wisselwerking hebben we nog niet gezien, maar is mogelijk als ook de Europese huizenmarkten zwaar onderuitgaan. Dat is niet uitgesloten gezien de prijsexplosie van de voorbije jaren. Er wordt in Nederland wel verwezen naar schaarste om de prijsstijgingen te verklaren, maar die schaarste hadden we tien jaar geleden ook, en toch zijn de prijzen nog zo fel gestegen.
“Wat we ook nog niet weten, is of het bankwezen weer zijn rol zal spelen, en hoeveel schade er intussen wordt aangericht. Ik ben relatief pessimistisch. Deze bankcrisis zal een zware aanslag plegen op de economische groei, en de crisis wordt een heel fundamenteel omslagpunt in hoe we omgaan met onze economie en in de inrichting van de financiële sector. Het kan niet langer dat we de verliezen moeten nationaliseren nadat de winsten voor de privésector geweest zijn. We moeten de publieke belangen scheiden van de pure commerciële instincten.”
Hoe?
BOOT. “Ten eerste moeten de banken grotere kapitaalbuffers opbouwen, een beetje zoals in de VS, waar het commerciële bankieren relatief verrassend sterk in de schoenen blijkt te staan. Ten tweede moeten we infrastructuur bouwen om financiële derivaten (zoals credit default swaps) te verhandelen, zodat we niet afhankelijk zijn van individuele banken die tussen-persoon zijn in deze markt. De zakenbank Bear Sterns was bijvoorbeeld de belangrijkste speler in de markt voor credit default swaps, en moest daarom gered worden.
“Maar dat is het relatief gemakkelijke werk. Het moeilijkste wordt om schotten te bouwen. Ik heb het dan niet per definitie over het afsplitsten van het zakenbankieren van het gewone bankieren, zoals in de jaren dertig is beslist in de VS en later weer afgeschaft. Maar het is duidelijk dat de problemen voortspruiten uit de activiteiten op de financiële markten, die ver weg staan van het lokale bankieren. We moeten de publieke financiële infrastructuur (betaalverkeer, kredieten aan de lokale economie, en de deposito’s) scheiden van de risico’s die banken nemen op de internationale financiële markten. Dat is niet kosteloos, maar we kunnen geen Las Vegas meer toelaten in een vleugel van een bank die voor 70 procent gefinancierd wordt door spaardeposito’s, die bovendien gegarandeerd zijn door de overheid.” (T)
Door Daan Killemaes/Foto’s Jean-Pierre Jans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier