De bikini krimpt

Wie exclusiviteit nastreeft, toont zich best in een Belgisch badpak. Zo’n tien jaar geleden bestond de zomerse badpakkenparade nog voor anderhalf miljoen stuks uit eigen productie. Vandaag zijn het er amper een zestigduizend. Maar wél sjiek.

Wat valt er eigenlijk te vieren bij het vijftigjarig jubileum van de bikini ? De produktie van badkleding in ons land is in twintig jaar tijd helemaal omgeslagen. Lingeriefabrikant Dewe International nv (200 miljoen omzet) uit Wichelen is typerend voor die evolutie : het aantal badpakken dat Dewe vandaag als bijlijn, naast dameslingerie, in stand houdt, vertegenwoordigt met 15 à 20.000 stuks nog maar één vijfde van de volumes van vroeger. “Badkleding maakt zo’n 10 % uit van onze omzet,” zegt Karel Vervaecke, gedelegeerd bestuurder, “maar het is rendabel omdat we noodgedwongen mikken op het hogere gamma.” Eén na één werden badlijnen voor damespakken door Belgische producenten afgestoten (herenslips zijn al langer helemaal uitgeteld). Onder druk van goedkope massa-invoer uit Zuid-Europa en een versplintering van de distributie over honderden kleinere aanbieders en grootwarenhuizen. Naast die bulk-invoer mikt vooral de firma Gottex ( De Spiegelaere) uit Izegem op import van topkwaliteit uit Israël en van de duurdere Franse merken (samen zo’n 70.000 stuks per jaar). De totale eigen Belgische productie van badmode blijft tegenwoordig echter beperkt tot een 100 miljoen frank omzet, verdeeld onder een viertal spelers. Deze overblijvende Belgische badpakkenfabrikanten situeren zich net onder het topsegment. Het zijn geen trendsetters (zoals luxepaardjes uit Israël, Italië en een paar Duitse en Franse collecties) maar ze rijden met het betere maatwerk toch wel vooraan in het peloton.

MAATWERK.

“Op dit niveau is een damesbadpak geen confectie meer, maar maatwerk. Het moet modieus zijn en goed zitten,” vindt Noël Van Ryckeghem, verkoopdirecteur van New Creastyle nv in Nazareth-Eke. De meesten produceren nog steeds in België, al is Vandevelde reeds uitgeweken naar Tunesië en overweegt Dewe hetzelfde voor minstens de helft van de badpakcollecties. De selectie van dure buitenlandse stoffen, de eigen creativiteit in het uitwerken van modellen en thema’s bepalen het succes. De consument lijkt dan wel bereid daarvoor 2500 tot 4000 frank per pak neer te tellen.

Het vroegere Creastyle was tot 1989 Belgisch marktleider in badmode. Na faling in augustus ’95 (wegens oneinigheid tussen de toenmalige Britse en Maltese eigenaren), nam een nieuwe eigenaar, Joe Poelmans, met New Creastyle de draad weer op in december jl. “We laten een knowhow van dertig jaar niet verloren gaan. We zullen onze badmodelijn femilux verder uitbouwen, naast onze vier lingeriemerken en één lijn mannenondergoed. In badmode spitst New Creastyle zich toe op de grote maten (tot E- en F-cups), om buiten de prijzenslag te blijven gaan we niet onder C-maten. Een van de redenen ook waarom onze collecties aanslaan in de Verenigde Staten en in Nederland. Bovendien stellen we vast dat dames volumineuzer worden van borstomvang en dat is een wereldwijd fenomeen,” weet Van Ryckeghem.

Bij lingeriefabrikant Van De Velde nv (1,7 miljard omzet), eveneens te Wichelen, bedraagt het aandeel badmode slechts 2,5 % van de omzet of zo’n 40 miljoen waarvan slechts de helft bestaat uit eigen creaties met het merk Picara. De rest is import van luxecollecties uit Duitsland.

NICHESPELER.

Dominique Duplat en Pierre Marinof lijken nochtans sinds enkele jaren hét gat in deze erg concurrentiële en moeilijke markt ontdekt te hebben. Hun jong bedrijfje Archimède only by Katinique, uit het niets opgestart in 1989, groeide aanvankelijk met 40 % per jaar. Katinique evenaart in 1996, met 60.000 badpakjes per jaar, qua volume de totale productie van de Belgische gevestigde badpakkenproducenten. “We draaien dit jaar een omzet van 35 miljoen en groeien nu ongeveer met 20 % per jaar. 80 % is export, hoofdzakelijk binnen Europa maar ook naar Amerika, het Midden- en het Verre Oosten en er blijft muziek inzitten,” lacht Françoise Verwilghen. Katinique bvba maakt met zes medewerkers uitsluitend badpakjes voor kinderen tot 18 jaar. De creatie gebeurt in Brussel, de productie in Portugese loonateliers. 200 verschillende modellen in 26 collecties voor jongens en meisjes, waarvan 40 % met ingebouwde zwemboeien voor kinderen van 2 tot 7 jaar. “Die boeien hebben het gemaakt,” straalt Verwilghen, “plus de leuke en fantasierijke Italiaanse en Spaanse stoffen.” De 60.000 stuks per jaar in 1996 vloeien naar zo’n 700 verkooppunten in Europa, zowel boutiques als de betere grootwarenhuizen van het type Galeries Lafayette in Parijs of Harrod’s in Londen. Sinds dit jaar draagt Archimède only by Katinique het CE-label dat het educatief karakter en veiligheidsaspect van de kinderbadpakjes onderstreept. Deze nichespeler ontsnapt aan de voortdurend dalende tendens in de Belgische badpakmode. “Ons product is uniek,” zegt Verwilghen. “Archimède blijft bovendrijven.”

E.B.

FRANCOISE VERWILGHEN (KATINIQUE) Originele zwempakjes voor kinderen evenaren de totale Belgische badpakkenproductie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content