De ‘believer’ die gelijk kreeg
Is het zijn Bourgondisch optimisme? Zijn talent voor sterke verhalen? Het joch uit de Gentse Tolhuisbuurt in hem, dat tussen neus en lippen zegt, – nogal atypisch voor een bedrijfsleider – “als je dat schrijft, kom ik je halen”? Is het dat gulzige Gentse accent dat je je herinnert van oude vrienden – of van een BRT-televisiefeuilleton?
Alain De Taeye (47), chief executive officer van Tele Atlas, heeft charme. Hij zit al vijftien jaar in leidinggevende posities in een geldverslindende niche – digitale kaarten – waarin maar één bedrijf goed geld verdient en dat is dan zijn concurrent, Philips-dochter Navteq. Toch blijft hij doorgaan. Vorige week vonden hij en zijn aandeelhouders de broodnodige centen om – ten minste voor een tijd – hun problemen op te lossen. Enkele Amerikaanse investeringsgroepen brengen 175 miljoen euro vers geld in Tele Atlas, voor een belang van uiteindelijk 43 %.
De nu Belgisch-Nederlands-Duits-Amerikaanse groep krijgt daardoor nieuw werkkapitaal, geld om een kleine Amerikaanse concurrent te kopen, zijn schulden af te betalen en belangrijke besparingen te realiseren – allemaal tegen 5 euro per aandeel. Dat is hoger dan de beurskoers en een mooie deal voor een bedrijf dat al maanden in geldnood zat.
Tot 2006 geeft Alain De Taeye zich nu om de voordelen uit de fusie met de overgenomen Amerikaanse kaartenmaker GDT te realiseren. Daarna wordt er bekeken wat de Noord-Amerikaanse expertise van GDT voor Tele Atlas in Europa kan betekenen.
Als kersvers burgerlijk-ingenieur-architect werd De Taeye in 1979 assistent operationsresearch bij de Gentse managementprofessor Henri Müller. “Wiskundige beleidstechnieken,” zegt De Taeye. “Grafische interfaces, beleidsmodellen doen leven. Routeplanningsproblemen waren een mooi voorbeeld. En de meest ideale interface tussen routeplanning en de mens is de kaart. Zo ben ik daarmee begonnen, vanaf 1984 als een consultancybedrijfje in informatica en bureautica. Het geld dat ik daarmee verdiende, stopte ik in kaarten.”
“Kaarten waren geen grote moneymaker, maar mijn gedacht stond erop. In 1985-1986 keek ik in Europa rond wie daar nog mee bezig was en zo kwam ik terecht bij het toen pas opgerichte Tele Atlas in Nederland. Ben ik begonnen met Tele Atlas Belgium. In 1990 heeft men mij gevraagd de groep te gaan leiden.”
“Dat had minder met visie dan met gebrek aan geld te maken,” bekent hij. “Kaarten werden in de jaren tachtig op dure cad-camapparatuur gemaakt. Dat konden we ons niet permitteren. Wij deden het op pc’s in de hoop dat die ooit krachtig genoeg zouden zijn. Uiteindelijk bleek dat veel goedkoper dan die dure Intergraphs. En daarom hebben ze me gevraagd.”
In 1990, toen Tele Atlas Belgium nog 51 % Belgisch was en al 38 werknemers had in Gent, zocht De Taeye vergeefs naar Belgisch durfkapitaal. Uiteindelijk nam de Nederlandse familie De Pont ook de rest van de groep over. De Taeye werd vice-president Information Technology.
De Taeye is niet de man van het dagelijkse beleid, geeft hij toe. Dat laat hij vandaag over aan de Amerikaan George Fink, door hem aangeworven na een tip van commissaris JoostTjaden. “Een manager ben ik eigenlijk niet. Ondernemen en strategie, dát vind ik geestig.” Strategisch zijn alvast de digitale kaarten zelf, op weg om alomtegenwoordig te worden in auto’s en pda’s – en met een al bij al beperkt aantal leveranciers.
Strategisch was ook zijn aanpak toen hij in 1993-1994 de European Digital Roadmap Association opzette, een productieconsortium van Tele Atlas, Robert Bosch en het Amerikaanse Etak. “Het had geen zin om met vier of vijf elk een kaart te maken, dat kostte alleen maar handenvol geld. We hebben Europa verdeeld,” zegt De Taeye. Navteq weigerde mee te doen. Toen Etak zich terugplooide op de VS, gingen Bosch en Tele Atlas een fiftyfifty joint venture aan. Op die manier kreeg Tele Atlas een nauwe relatie met Bosch-dochter Blaupunkt, bouwer van navigatieapparatuur. En een koele relatie met de concurrenten van Blaupunkt, wat ze de afgelopen twee jaar zuur opbrak. Een fout? “Je kon dat niet weten. Het is cyclisch: vandaag wint de ene, morgen de andere.”
Gent draagt hij op de tong en ondanks de afslanking van de jongste jaren is hij er effectief in geslaagd om – zoals hij altijd had beloofd – een belangrijke activiteitsgraad in Gent te behouden. Maar hij is niet sentimenteel. Vanaf 1998 koos hij zonder omzien om steeds meer werk naar India uit te besteden. “Als je hier iets niet in je eigen landje doet, staat het kot op zijn kop. Dat is kleingeestig. Je kunt je ogen niet sluiten voor productiekosten,” zegt De Taeye. “En er is niet alleen de kost, India heeft ook de capaciteit.”
De meest strategische beslissing van al – om in 2000 naar de beurs te trekken en via de overname van Etak ook in Amerika op de markt te komen – was bijna een straat te ver. De omzet bleef ver achter op de prognoses. De Amerikaanse investeringsfondsen en de overname van GDT moeten de investeringen daar nu veiligstellen – tegen een prijs.
Alain De Taeye beperkt zijn publieke optredens en gooit zijn privé-leven niet in de pers. “Ik ben bestuurder van de Vlaamse Telematics Cluster . En voorts een fervent spelend lid van TennisclubDuinbergen. Schrijf daar niet Knokke, hé, dat is iets heel anders.” Op personeelsfeestjes van Tele Atlas speelt hij wel eens piano en synthesizer. Zijn vrouw Greta Van Poelvoorde, een Knokse, runde tot vorig jaar een zaak in borduurwerk.
“Rijk was ik helemaal niet. Nog niet trouwens. Aandelen? In het begin had ik aandelen, maar in 1990 heb ik die ingeleverd. Vandaag heb ik ( nvdr – hij laat het door zijn secretaresse opzoeken) 28.369 aandelen en 125.000 opties.”
Daar zit nog upside in. Alain De Taeye ziet ook wel dat Tele Atlas met zijn nieuwe Amerikaanse aandeelhouders meer gewaardeerd zou worden op Nasdaq dan in het verdomhoekje in Frankfurt. Bruno Leijnse
Bruno Leijnse
“Kaarten waren geen grote moneymaker, maar mijn gedacht stond erop.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier