DE 100 RIJKSTE ZAKENFAMILIES VAN BELGIË

Trends publiceert zijn jaarlijkse lijst van de honderd meest gefortuneerde ondernemersfamilies. Dit jaar maakt de familie Balcaen de grootste sprong vooruit; de familie Cordier verdwijnt. En waarom komt de familie Leysen niet in onze lijst voor?

Er komen in de lijst van de Billionaires, die jaarlijks opgemaakt wordt door onze Amerikaanse confrater Forbes, slechts twee Belgen voor. Albert Frère zou met 3 miljard dollar het 224ste grootste fortuin in de wereld bezitten. Dat is iets minder dan de familie Bouygues (3,2 miljard), maar wat meer dan de flamboyante Richard Branson (2,8 miljard).

Op enkele miljoenen euro’s na kloppen de schattingen van Forbes met de onze. Frère is zonder enige twijfel de rijkste particulier in België. Toch staat hij in onze rangschikking maar op de derde plaats en dat komt vooral omdat we, uit res- pect voor ieders privacy, er de voorkeur aan gegeven hebben om de nadruk te leggen op de familie, eerder dan op individuen. Soms zijn de zaken relatief duidelijk, zoals bij de familie Saverys. Na de dood van de vader werd de nalatenschap verdeeld onder de drie kinderen, Marc, Nicolas en Virginie. Alledrie zijn referentieaandeelhouder van een beursgenoteerde maatschappij: CMB, Exmar en Euronav.

Als het om oudere groepen gaat, wordt het uiteraard wat ingewikkelder. De jongste openbare melding van de aandeelhouders van Solvay dateert van 1967, op het ogenblik dat Solvay een naamloze vennootschap werd. Alleen al de opsomming van die aandeelhouders vulde 25 pagina’s van het Staatsblad en gaf deze sobere publicatie de allure van een mondain adresboek. En de erfgenamen van de drie Belgische families die aan de oorsprong liggen van InBev – De Spoelberch, De Mévius en Vandamme – zijn intussen ook al met 4000. Je zou daar weliswaar een aantal takken en zelfs individuen uit kunnen halen, maar dat zou het totaalbeeld alleen maar verstoren.

Onzichtbaar patrimonium

Ver achter Albert Frère, meer bepaald in 382ste positie, staat bij Forbes een zekere Patokh Chodiev vermeld, die gecrediteerd wordt met 2 miljard dollar. Die schatting is ongetwijfeld correct, maar die tachtigjarige tot Belg genaturaliseerde Kazach die in de schaduw van de Leeuw van Waterloo woont, is in ons land slechts actief in een enkele maatschappij, waarvan de eigen middelen niet eens 700.000 euro bedragen. We hebben hem dus niet opgenomen. Op dezelfde lijst prijkt op de 44ste plaats de familie Ferrero, die 10 miljard dollar toegeschreven krijgt en die we – uit sympathie – misschien ook hadden kunnen opnemen, al was het maar omdat Pietro en Giovanni, respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter, al geruime tijd de geneugten smaken van een faciliteitengemeente in de Brusselse rand.

Maar ergens moeten we toch de spelregels vastleggen: men moet ‘van België zijn’. Dat is dan ook de reden waarom de erfgenamen van de eigenaarsfamilies van de Tiense Suikerraffinaderij, die in 1989 hun imperium voor 954 miljoen euro overlieten aan het Duitse Südzucker, niet in het klassement voorkomen. Guy Ullens de Schoten, die overigens geboren is in San Francisco, heeft zich teruggetrokken in het hooggebergte van Verbier en is niet langer actief in ons land. En in een brief die getuigt van verrukkelijke hoffelijkheid, verzekert Eric Wittouck dat hij “noch gedomicilieerd, noch verblijfhoudend is in België”, ook al komt hij op sommige documenten nog voor als inwoner van La Fougeraie, een kasteel dat eertijds diende als jachtpaviljoen van Albert I. Vrede zij dan ook met die fiscale emigranten en al diegenen wier patrimonium niet te achterhalen valt. Te beginnen met de familie Leysen, die toch de aanvoerster is van de Vlaamse families en grootaandeelhouder van de groep KBC.

Ons klassement houdt enkel rekening met ‘professionele’ fortuinen, die als voornaamste verdienste hebben dat ze anderen werk verschaffen. We gingen uit van schattingen die, zoals elke evaluatie, gezien moeten worden als een orde van grootte en niet als een mathematische werkelijkheid. We hebben ook bewust de fortuinen links laten liggen die privé geworden zijn door de al dan niet vrijwillige afstand van bedrijfsvermogen.

Op die manier verdwijnt de familie Cordier, de belangrijkste aandeelhouder van Telindus, uit onze lijst nadat ze in het voorbijgaan 86 miljoen euro incasseerde. Ze zal echter ongetwijfeld snel terugkeren, want Carmen, de erfgename, heeft niet de intentie om “te leven als een rentenier”. Ook de aandeelhouders van Kinepolis dalen enkele plaatsen nu een van de stichtende families, de Claeysen, besloten hebben om hun participatie te gelde te maken. Ook de Deceunincks zijn er beroepsmatig armer op geworden nu ze 17,5 % van hun groep, die gespecialiseerd is in plastic composieten en de vervaardiging van bouwprofielen, heeft afgestaan aan het Sofina van de familie Boël.

Stijgende beurs, stijgend vermogen

Alles bij elkaar komt een terugval zelden voor. Alle patrimonia gaan erop vooruit, soms zelfs fors. Moeten we ons daarover verwonderen? Met een totale kapitalisatie van 254 miljard euro per 30 juni heeft de Brusselse beurs het record van 210 miljard verpulverd dat in 1998 genoteerd werd, net voor de delisting van de Generale Bank en de Nationale Bank. In een jaar tijd zijn sommige aandelen met 50 à 70 % gestegen en de onderliggende patrimonia zijn evenveel in waarde toegenomen.

Dat liet bijvoorbeeld de aandeelhoudersfamilies van Lotus Bakeries toe om hun intrede te doen in onze top 100. Tussen juni 2005 en juni 2006 is de koers van het aandeel van de koekjesfabrikant gestegen van 110 naar 176 euro. Deze week rondde het aandeel zelfs de kaap van 200 euro. Onder de andere nieuwkomers die opgestuwd werden door de beurs, vinden we onder meer de familie Van der Kelen, die 80 % van de brouwerijgroep Haacht controleert. Haacht produceert onder meer Primus, Keizer Karel, en onder licentie van de norbertijnen van Tongerlo een gelijknamig gamma abdijbieren.

En dan is er nog de familie Callewaert, van wie het patrimonium als het ware geëxplodeerd is. Na de beursgang zag Option International, een bedrijf dat gespecialiseerd is in draadloze communicatie tussen elektronische toestellen, zijn beurskapitalisatie tot op een zesde terugvallen in 2002. Maar Jan Callewaert, Manager van het Jaar 2006, bleef rotsvast geloven in zijn idee. De feiten hebben hem uiteindelijk gelijk gegeven. De beurskapitalisatie van zijn onderneming is sindsdien met 75 vermenigvuldigd.

Of neem de discrete familie Van der Mersch, de bezielster van Brederode, een investeringsmaatschappij met een eclectische portefeuille, die tot roeping heeft “het patrimonium van zijn aandeelhouders te vergroten” door herhaaldelijk dividenden uit te keren “maar ook en vooral meerwaarden uit de afstand van participaties”. Brederode staat genoteerd op de beurs en wordt gecontroleerd door een andere beursgenoteerde onderneming, Auximines, waarvan de referentieaandeelhouder, Holdicam, al lang niet meer aangaf dat hij 17 % aanhield in Auximines. De vennootschap was echter verplicht haar aandeel op te trekken om de drempel van 25 % te halen die vereist was om te kunnen genieten van de vrijstelling van roerende voorheffing op de dividenden die door Auximines uitgekeerd werden. Op die manier verschenen in het owner- ship van de beursgenoteerde bedrijven, dat bijgehouden wordt door ING, niet alleen Holdicam (aandeel van 25,1 %) maar ook Pierre van der Mersch (37 %).

Balcaen stijgt met stip

Bij de ondernemingen die niet op de beurs genoteerd staan, zijn de winsten en bedrijfsresultaten in sommige gevallen geëxplodeerd. Hetzelfde geldt dus voor de geschatte waarden. Tussen maart 2003, toen de beurs op haar dieptepunt stond, en het midden van dit jaar is de kapitalisatie op de Brusselse markt met 2,5 vermenigvuldigd. Ongeveer gelijktijdig kochten de Duitsers van Allianz bij ons de Antwerpse tandwielspecialist Hansen Transmission International voor 132 miljoen euro. Ze hebben dat bedrijf nu weer verkocht voor 465 miljoen euro, 3,5 keer meer. Alles is dus een beetje – of een beetje veel – in waarde gestegen, maar over het algemeen werd aan de hiërarchie nauwelijks geraakt.

Bij de nieuwkomers noteren we Thomas & Piron, een Waalse aannemer die onder meer in Marokko een badplaats uitbouwt met 8000 bedden. De meest spectaculaire vooruitgang vond plaats bij de familie Balcaen. IVC, een entiteit die buiten de verkoop van de groep aan de Engelsen gehouden werd, begint nu goed te draaien. Deldo, een van de belangrijkste verdelers van banden in Europa, die zelfs over eigen merken beschikt, zet jaar na jaar opmerkelijke resultaten neer. De Waalse distributeur Mestdagh realiseerde een belangrijke meerwaarde in Frankrijk en denkt eraan het onroerend goed van de winkels onder te brengen in een sicafi en vervolgens naar de beurs te gaan.

En ten slotte is er nog de uiterst discrete groep Cobelfret van de familie Cigrang, waarvan de rekeningen voortaan geconsolideerd worden in het Groothertogdom in de nieuwe entiteit Novopar. Vergeleken bij de oude consolidatiemaatschappij is de waarde van de vloot van de groep, die onder meer zeven roroterminals uitbaat in Europa, verdrievoudigd. Omdat de rest navenant geëvolueerd is, maakt dat natuurlijk een groot verschil.

De trouwstrategie van de Boëls

Het electorale toeval wil dat zowat op hetzelfde ogenblik als ons klassement een boek verschijnt dat gewijd is aan het vermogen van de Boëls. Het werd geschreven door een kandidaat van de PTB voor de gemeenteraadsverkiezingen in La Louvière. In dit werk wordt een vrij simplistische visie op de economie ontwikkeld, die wil dat de winst van een onderneming “het aandeel van het werk van de arbeiders vertegenwoordigt dat niet vergoed werd onder de vorm van een loon, maar door de onderneming ingepalmd werd”. De auteur verwijst naar de “aanzienlijke rijkdom die vergaard werd door de arbeiders uit te buiten” en “opgebouwd werd met het bloed van de arbeiders” – in een bepaalde periode, zegt hij zonder een nadere precisering te geven, “viel er bij Boël een dode per week” – om een vermogensbelasting te eisen.

Dergelijke thesissen zijn al lang bekend en de lezer kan de hoofdstukken waarin ze ontwikkeld worden gerust overslaan. Maar er worden ook een aantal ‘neutrale’ ideeën ontwikkeld, die draaien rond de geschiedenis van de groep, het roerend en onroerend patrimonium van de familie en een interessante opsomming van de bloedverwanten. Wanneer we de opeenvolgende generaties overlopen, zien we dat de Boëls altijd de huwelijksbanden verzorgd hebben. Van de familie in ruime zin maken dan ook deel uit de families Goblet d’Alviella, De Kerkhove de Denterghem, Solvay, Janssen, Lippens, de Jon- ghe d’Ardoye, Davignon, Emsens, Kreglinger, Bracht, Tesch van Arbed enzovoort. Kortom, zowat iedereen die in dit land van tel is.

Tony Coenjaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content