Crisis? Ik ben optimistisch
In 1929 deden de Kempenaren iets middeleeuws. Zij die in de Grote Depressie have en goed verloren, werden dompelaars in de dennenbossen. Met takken en plaggen bouwden zij hutten tegen de zon en de regen.
De crisis is er weer. De Kempenaren vluchten niet in konijnenpijpen, maar zeilen op het internet om zuiniger te boeken bij Center Parcs, voor een huisje bij Virton of in een achterafstraat in Blankenberge. De omstandigheden zijn nu duizend keer beter dan in 1929 en merkelijk beter dan een kwarteeuw geleden, toen de olieschok alles binnenstebuiten keerde. Ik ben optimistisch over de weerbaarheid van de economie in Vlaanderen. Als wij er niet in slagen de kwade maanden lachend te overwinnen, zijn wij nullen.
De economie kent bewegingen op de korte en op de lange termijn. De Franse historicus Fernand Braudel combineerde de geschiedwetenschap met de aardrijkskunde, de antropologie en de economie en vatte zo de longue durée, de langlopende historische ontwikkeling. Wat een regering, een onderneming, een vakbond hier en nu beslist voor een anticrisisbeleid is prima. Weliswaar is het slechts een evenement, het vandaagse. Veel belangrijker is de longue durée met de veranderende houdingen, normen, rolmodellen, patronen. De economie is een proces en geen hordeloop.
Wat doen wij vandaag beter dan in 1984? Ik laat de evidente mogelijkheid om met eigen centen een beleid op maat te voeren achterwege en citeer zeven elementen van onze longue durée.
Vlaanderen kan wat. Waar de hutten van 1929 stonden, zoeken wetenschappers naar atoomstroom. Het SCK is een nationale instelling, maar de grootste groep werknemers en de onmiddellijke opbrengst – geldelijk, wetenschappelijk, maatschappelijk – is Vlaams. Het SCK is een van onze centrums van uitmuntendheid met een wereldfaam. Dergelijke kennisakkers waren hier een kwarteeuw geleden uitzonderlijk. Vandaag zijn zij standaard in de biobranche (VIB), de geavanceerde technologie (Vito), de micro-elektronica en de nanotechnologie (Imec), de software (DSP Valley), het materialenonderzoek (Ocas in Zelzate, Material Sciences in Leuven), de voeding (de Tiense cluster). De centrums van uitmuntendheid overschrijden de grens met ELAt: de prille researchdriehoek Leuven-Eindhoven-Aken met op de zijden de Universiteit Hasselt, de Universiteit Maastricht, de hogescholen van Mol en Geel, de chemiestad Geleen.
Vlaanderen kan wat. André Vlerick begon met een nietig seminarietje in Gent. Vandaag is de Vlerick Leuven Gent Management School een subtopper onder de Europese businessscholen met campussen in Gent, Leuven, Sint-Petersburg en akkoorden in Peking en Zuid-Afrika. Jaar na jaar trainen honderden knapperds daar voor de Belgische en de internationale ondernemingen. Vlerick heeft medestanders in Antwerpen (Lessius, UAMS) en er zijn de masters na masters. We kweken aanzienlijk meer talent dan 25 jaar geleden.
Vlaanderen kan wat. Bekaert, KBC, Umicore, Carta Mundi, Katoennatie, InBev hebben nieuwe markten, een nieuwe huid, een betere wereldstrategie. Dat zijn oude rolmodellen die aangevuld worden door jongere Vlaamse minimulti’s: Univeg, Melexis, De Persgroep, Roularta Media Group, Omega Pharma, Icos, LMS, enzovoort.
Vlaanderen kan wat. Het bovenstaande leest u in Trends, De Standaard, De Tijd, De Morgen of ziet u op Kanaal Z. De economische pers werd beter, breder, bedrijfsgeoriënteerder dan in 1984. Van economische analfabeten worden wij stilaan geletterden in de economie.
Vlaanderen kan wat. We zijn geen Japan Inc. noch een nv Vlaanderen. Toch heerst hier een redelijke eensgezindheid tussen de partijen, de Vlaamse syndicalisten, de werkgevers, het middenveld voor ‘Vlaanderen In Actie’, Technopolis, het Space Center in Oostende en gelijkaardige volkscampagnes.
Vlaanderen kan wat. Het sociale kapitaal ontspruit in De Warande, bij de Vlerickboys en -girls, de alumniverenigingen van de ingenieursscholen, de anciens van de jeugdverenigingen.
Vlaanderen kan wat. De leiders van Studio 100 werden Manager van het Jaar 2008. In de nieuwe dienstenindustrie, met haar dochter entertainment, duiken de nieuwelingen Woestijnvis, Sylvester Productions, De Mensen, Alfacam op. Verstrooiing blijft een groeibranche.
Vlaanderen kan wat. Architectenbedrijven als Jaspers, Groep Planning, B-Architecten, Robbrecht & Daem, bOb Van Reeth, Buro 2 innoveren en exporteren. 25 jaar geleden was het noppes. De Brusselse zakenadvocatuur is vervlaamst van talent en taal.
In 2009 vormen veel strengen een gouden tros die onze economie hijst boven de middelmatigheid, de sleur, de vaalheid. Dat is kersvers en bereikt op eigen kracht, meestal ruziënd met het Belgique à papa. Voor een versnelling is een dappere confederalisering of een Eenzijdige Verklaring van Onafhankelijkheid (EVO) gewenst. (T)
DE AUTEUR IS VOORZITTER VAN DE ADVIESRAAD VAN TRENDS.
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier