CODE
Begin 2000 werd de net 31 jaar geworden Stijn Bijnens gevierd als Manager van het Jaar. Elf maanden voordien had de Hasseltse ingenieur-entrepreneur het Leuvense NetVision, inmiddels omgedoopt tot Ubizen, naar de Europese schermenbeurs Easdaq gebracht. Vandaag behoort Ubizen tot de top van de internetbeveiligingsbedrijven. De onderneming is de digitale waakhond van elektronische betalingen en andere transacties via internet. Als een cyber-reïncarnatie van The Untouchables beveiligen de softwareschrijvers internet. De codes mogen niet gekraakt worden. Deze whizzkids zijn de erfgenamen van de adviseur die Julius Caesar een geheimschrift influisterde om boodschappen over te brengen tijdens de Romeinse veldtochten en belegeringen. Ze lopen ook in het spoor van de brahmaanse geleerde Vatsyayana die in de Kama Sutra vrouwen niet alleen inwijdt in de liefde, maar even goed in de kunst van het geheimschrift. Ze zijn ook de erfgenamen van de wiskundige genieën in de rangen van de geallieerden die tijdens de Tweede Wereldoorlog gecodeerde boodschappen van de Duitse troepen onderschepten en ontsleutelden.
De geschiedenis van het geheimschrift of de cryptologie – vanaf de periode van de Griekse militaire spionage tot en met het huidige internetsurfen – wordt gedecodeerd door Simon Singh. Een tijdje terug verraste deze natuurkundige en voormalige programmamaker voor de BBC de wereld met de tv-serie en het gelijknamige boek Het laatste raadsel van Fermat. Daar slaagde hij in een huzarenstuk dat we nooit mogelijk geacht hadden: hij maakte wiskunde niet alleen interessant, maar ook emotioneel en suspensrijk. In Het laatste raadsel van Fermat volgt Singh de obsessionele speurtocht naar het ontraadselen van een wiskundige stelling.
In zijn nieuwe turf, Code – De wedloop tussen makers en brekers van geheime codes en cijferschrift, staat de wiskunde alweer centraal, al krijgt ze deze keer menselijker trekken. Singh blikt immers niet alleen terug op de vele manieren van coderen en het kraken van codes, maar ook – en vooral – op de menselijke anekdotiek eromheen. Helden en schurken maken of ontsluieren geheimen en spelen op die mathematische wijze niet zelden een sleutelrol bij een hele rist belangrijke historische gebeurtenissen. Op het einde van het boek, zodra Singh het informatietijdperk binnentreedt, maakt de anekdotiek plaats voor een andere problematiek: via het coderen of juist het breken van de codes van de e-mails en andere internetboodschappen kan de overheid vat krijgen op de burgers. De Orwelliaanse nachtmerrie van de totalitaire overheid staat of valt bij het (de)coderen.
Simon Singh, Code. Arbeiderspers, 481 blz., 1199 fr.
LDD
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier