‘Centrale bankiers moeten op de lokale tv komen’

Niet-verkozen centrale bankiers zwaaien de plak over de economie. Volgens hun oud-collega Paul Tucker mogen ze daarbij best wat terughoudendheid tonen. “De centrale bankiers zien zichzelf als het antwoord op problemen die zij niet kunnen oplossen.”
Tegen wil en dank hebben de centrale banken de economische macht meer dan ooit naar zich toegetrokken. Maar dat nooit geziene monetaire experiment roept veel vragen op, ook over de legitimiteit waarmee de centrale bankiers die macht uitoefenen. De Britse econoom Sir Paul Tucker schreef er dit jaar een veelgeprezen boek over: Unelected Power: The Quest for Legitimacy in Central Banking and the Regulatory State.
Tucker is zelf een ervaren rot in het wereldje van de centrale banken. Meer dan dertig jaar werkte hij voor de Bank of England als banktoezichthouder en later als vicegouverneur. Hij maakte er de financiële crisis en de machtsgreep van de centrale banken vanaf de eerste rij mee. We spreken de voorzitter van de Systemic Risk Council, de internationale waakhond van de financiële stabiliteit, op een conferentie van de Nationale Bank over hoe de volgende crisis kan worden aangepakt.
Het uitgangspunt van Tuckers boek is dat niet-verkozen instellingen centraal staan in onze economie, of we dat nu leuk vinden of niet. Hij zet daarom een aantal principes uit die ervoor moeten zorgen dat de centrale bankiers en de toezichthouders de bewakers van het algemeen belang blijven en zich niet te veel macht toe-eigenen.
Is het eigenlijk een probleem dat de centrale bankiers niet verkozen zijn?
PAUL TUCKER. “Op zich is het goed dat centrale banken onafhankelijk zijn. Maar wij als samenleving zijn er te afhankelijk van. De centrale banken zijn ook heel machtig geworden. Dat is wat er gebeurt als overheden niet doen wat ze horen te doen en als centrale banken niet voorzichtig zijn en niet binnen hun mandaat blijven.”
Doen overheden niet wat ze moeten doen? Of zijn het de centrale bankiers die meer doen dan ze eigenlijk mogen?
TUCKER. “Het zijn vooral de politici die een vacuüm laten. Ik zeg niet dat de centrale bankiers verder zijn gegaan dat wettelijk is toegelaten, maar ze hebben hun wettelijke bevoegdheden heel breed geïnterpreteerd. En ze zijn bereid zichzelf te zien als het antwoord op problemen die zij niet kunnen oplossen, zoals de lage productiviteitsgroei en het gebrek aan economische dynamiek. Er zijn goede redenen om enkel de centrale bankiers te laten doen wat zij doen, maar ze mogen zich niet in de plaats stellen van verkozen machthebbers. Dat is belangrijk, want in een representatieve democratie kunnen wij – het volk – de politici wegstemmen, maar niet onze centrale bankiers.”
De centrale bankiers mogen zich niet in de plaats stellen van verkozen machthebbers
Dienen niet-verkozen machthebbers doorgaans het algemeen belang?
TUCKER. “Op korte termijn ja, als ze een duidelijk mandaat hebben en breed worden gesteund door de bevolking. Maar op lange termijn ben ik er niet zeker van, zeker niet als ze de plaats van verkozen politici innemen. De hele westerse wereld gaat door een periode waarin heel veel mensen zich in de steek gelaten voelen. Ze zijn teleurgesteld, hun inkomens zijn gestagneerd en in sommige landen is de werkloosheid nog altijd hoog. Dat is niet de fout van die niet-verkozen mensen, maar het publiek associeert sommige van die problemen wel met centrale bankiers, ambtenaren en regulatoren.
“Ik geef een voorbeeld uit de Verenigde Staten. Wie was het gezicht van de Grote Depressie van de jaren dertig en de uitweg eruit? President Franklin D. Roosevelt. Wie zijn nu – tien jaar na de crisis – de gezichten? Centrale bankiers zoals Ben Bernanke, en niet de presidenten George W. Bush of Barack Obama. Dat lijkt me symbolisch voor een gigantische verandering in de manier waarop wij worden bestuurd.”
Van die niet-verkozen machthebbers wordt verondersteld dat zij de meest geschikte mensen zijn voor hun positie, maar vaak is zo’n benoeming het resultaat van een politieke koehandel. Er is dus absoluut geen garantie dat we de beste centrale bankiers krijgen.
TUCKER. “Soms lijkt het wel een stoelendans, hè. Veel banen die naar een expert horen te gaan, worden bemand door mensen die dat niet zijn. En dat draagt bij aan de kritiek op experts.”
Dat een centrale bankier niet is verkozen, is ook geen garantie voor onafhankelijkheid.
TUCKER. ( Nadrukkelijk) “Absoluut niet. Vaak benoemen politici hun medestanders. Kijk, we hebben mensen nodig die expert zijn in een bepaalde materie en die ook als dusdanig worden aangezien. Maar het parlement moet experts duidelijke doelen stellen, zodat wij – het volk – kunnen nagaan of ze het werk doen dat ze moeten doen. Als hen geen duidelijke doelen worden gesteld, kunnen ze gewoon vrijblijvend claimen dat ze geslaagd zijn ( lacht). En dat zullen ze ook doen.

“Ze moeten ook verantwoording afleggen voor het parlement, zodat de wetgever kan bijsturen. De werking van de Europese Centrale Bank (ECB) staat weliswaar in een Europees verdrag ingeschreven, en toch zou ik haar graag meer in dialoog zien gaan met het Europees Parlement. Vandaag gebeurt dat te weinig.”
In de kritiek op Europa komt altijd terug dat er een democratisch deficit is. Moet ook de ECB meer verantwoording afleggen?
TUCKER. “De ECB-bestuurders kunnen het probleem van het democratische deficit van de EU en de eurozone niet oplossen. Ze kunnen wel persoonlijk rondreizen in de eurolanden. Ze moeten niet alleen met de financiële wereld spreken, en zeker niet achter gesloten deuren, maar ook met vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld en het grote publiek.
“Iedereen weet dat de grote beslissingen in Frankfurt worden genomen en dat niet de nationale banken het geldbeleid uitzetten. Daarom mag de ECB ook de communicatie niet overlaten aan de nationale voorzitter. De mensen uit Frankfurt moeten een deel van hun tijd spenderen aan het uitleggen van hun beslissingen, als het kan in de lokale taal en op lokale radio en tv. Andere is de kritiek makkelijk: ‘Dat is een beslissing van Frankfurt.'”
Moeten centrale bankiers ook weer mensentaal leren te gebruiken? Want zonder kennis van hun jargon snap je geen moer van wat ze zeggen.
TUCKER. “Ja. Een van de grote uitdagingen voor mensen in een publieke dienst is gewone taal te gebruiken, de taal die je sprak voordat je een technocraat werd. Dat is niet zo makkelijk. Misschien ben ik er zelf ook niet zo goed in. Een goede test voor je ideeën is na te gaan of je ze kunt uitleggen zonder jargon.”
Sommige critici zeggen dat centrale bankiers net te veel spreken en alles willen controleren door bijvoorbeeld ook commentaar te geven op wisselkoersevoluties.
TUCKER. “Centrale bankiers moeten zich strikt aan hun taak houden: zorgen voor prijsstabiliteit en verzekeren dat het banksysteem stabiel en schokbestendig is. Ze zouden zich ook minder moeten uitlaten over wat politici moeten doen en duidelijker zijn over wat ze zelf niet kunnen doen om de economische vooruitzichten te verbeteren.”
De centrale banken moeten duidelijker zijn over hun limieten?
TUCKER. “Absoluut. Al is dat wat beangstigend voor de markten. Dus is het een uitdaging voor de centrale banken.”
De onderliggende boodschap van de centrale bankiers aan politici is nu: je moet meer hervormen, maar als je het niet doet, staan wij klaar om de boel onder controle te houden. Dat is best verwarrend.
TUCKER. “Ja, en ze gaan zelf nog verder door te zeggen wat politici moeten aanpakken. Dat irriteert hen. Het is beter aan te geven wat je zelf niet kunt doen en dat publiek heel duidelijk te maken.”
U zei daarnet dat centrale bankiers zich strikt aan hun mandaat moeten houden, waaronder de financiële stabiliteit. Hoever ga je daarin? Moet je ook beurscrashes voorkomen en de langetermijnrente controleren?
TUCKER. “Nee, de controle moet beperkt blijven tot de schokbestendigheid van de kern van het financiële systeem. Dat de ECB vandaag verantwoordelijk is voor de veiligheid en de sterkte van de grootste banken in de eurozone is volgens mij een goed idee. Wat we nog missen, is een antwoord op de vraag: hoe schokbestendig willen we dat de banken zijn?”
Is er geen tegenstelling tussen de dubbele pet van bewaker van de financiële stabiliteit en de monetaire autoriteit? Enerzijds vraag je banken niet te veel risico te nemen, anderzijds houd je misschien de rentes laag om risico aan te moedigen en de economie te stimuleren.
TUCKER. “Dat is een uitdaging. Het systeem in het Verenigd Koninkrijk – ik ben er een van de architecten van – werkt simpel gesteld met twee aparte comités, één voor prijsstabiliteit en één voor financiële stabiliteit. In elk comité zetelt een meerderheid van mensen die maar in één van de twee comités zitten. Dat moet de kans op belangenconflicten verminderen en ervoor zorgen dat beide opdrachten te allen tijde serieus worden genomen. Alan Greenspan bijvoorbeeld was op veel vlakken een heel goede centrale bankier, maar hij was niet geïnteresseerd in toezicht en regelgeving. Hij had dat misschien serieuzer genomen als hij regelmatig naar een meeting was geweest waar alle andere aanwezigen daar belang aan hechtten, omdat het hun verantwoordelijkheid was.”
Veel banen die naar een expert horen te gaan, worden bemand door mensen die dat niet zijn. En dat brengt experts in opspraak
Wat zal het monetaire beleid bij een volgende crisis nog vermogen? De kans is zeker in de eurozone reëel dat de rente nog altijd op nul zal staan.
TUCKER. “Ik maakte deel uit van de Bank of England toen die de rente verlaagde van 5 naar 0 procent in een aantal maanden, of zelfs weken. Dat zal bijna zeker niet kunnen bij de volgende crisis. Het monetaire beleid zal dus minder kunnen doen. Sommige mensen zeggen niets, maar dat is ook niet waar.”
Kan het nog helpen obligaties op te kopen als je er, zoals de ECB, al voor meer dan 2500 miljard euro obligaties hebt gekocht?
TUCKER. “Ja, toch wel, maar de vraag wordt bijna: wat koop je nog als je alle overheidsobligaties hebt opgekocht? De Japanse centrale bank koopt aandelen. Op dat moment beginnen de centrale bank en het ministerie van Financiën dezelfde instelling te worden. In essentie wordt dan de vraag wat je met een expansief begrotingsbeleid kunt bereiken.”
Kunnen ook andere wapens worden ingezet, zoals het uitdelen van gratis geld, het zogenoemde helikoptergeld?
TUCKER. “Dat zal opnieuw ter sprake komen, net zoals negatieve rentes of een hoger inflatiedoel. We moeten nu al over die en andere opties debatteren. Misschien doen centrale bankiers dat wel achter gesloten deuren, maar ik denk niet zoveel als zou moeten.”
Tot slot, wat zijn voor u vandaag de grootste risico’s voor de financiële stabiliteit?
TUCKER. “Vooral de schaduwbanken. En cybersecurity. Niemand weet echt wat daartegen te doen. De centrale banken en toezichthouders moeten nu samenwerken met spionage- en veiligheidsdiensten. Dat is pas nieuw voor hen. Voor Europa blijven de economische zwaktes in de eurozone een risico. Zonder namen te noemen, hebben sommige landen de kans niet gegrepen om hun banksector op te ruimen toen ze de kans hadden. Die zullen misschien zeggen dat de noodzaak niet duidelijk was. Ik kan alleen maar zeggen dat het voor ons wel heel duidelijk was.”
Bio
· Studeerde wiskunde en filosofie in Cambridge
· Specialist in bankentoezicht bij de Bank of England
· Bestuurder en vicegouverneur bij de Bank of England (2002-2013)
· Sinds 2015 voorzitter van de Systemic Risk Council
· Fellow aan het Center for European Studies van Harvard
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier