Bruegel, Breughel en Brueghel
Zouden de schilderijen van Pieter Bruegel de Oude ooit bekend geraakt zijn, hadden zijn zonen Pieter de Jonge en Jan de Oude de werken van hun vader niet onder het grote publiek bekendgemaakt?
Van de zowat 50 werken van Pieter Bruegel de Oude (1525-1568) waren er tijdens zijn leven bijzonder weinig gekend. De klantenkring van Bruegel bestond namelijk vooral uit de hoge Spaanse, Hollandse en Oostenrijkse adel die de kleinoden angstvallig verborgen hield voor het plebs. Ook, en vooral, omdat sommige van zijn werken – neem de ‘Kindermoord’ en de ‘Dulle Griet’ – de meedogenloze Spaanse heksenjacht tegen de ketters in beeld brachten.
De oude Pieter had echter twee zonen, Pieter junior en Jan de Oude – de ene geboekstaafd als Breughel, de andere als Brueghel. Allebei stortten ze zich op het schildersvak nadat ze – lang na vaders dood – de werken van hun vader hadden leren kennen. Ook in die tijd bestond er een “mode-effect”: dat wou dat je een Bruegel moest hebben in je collectie. De beide zonen werden dan ook duchtig aangesproken om de stijl en de onderwerpen van hun vader te kopiëren. Toch waren ze geen louter navolgers van hun vader. Elk nam elementen van het oeuvre van vader over, maar ontwikkelde een aparte, autonome stijl.
Na Essen en Wenen zijn de werken van de Bruegelzonen nu ook even te bewonderen in het Antwerpse Museum van Schone Kunsten. De werken van de vader ontbreken er – die zijn namelijk in Wenen gebleven – maar, aangevuld met schilderijen uit privé-collecties, biedt de expositie toch een fraai overzicht van het oeuvre van de twee zonen, meer bepaald dan hun religieuze werken, zoals daar zijn ‘De Aanbidding der Wijzen’, ‘De triomf van de dood’ en de ‘Bezoeking van de heilige Johannes’. Pieter de Jonge staat ongetwijfeld het dichtst bij zijn vader, met de zo typische pittoreske, haast karikaturale hand, die ook een bijtende aandacht vertoont voor de menselijke zwakheid. Jan de Oude van zijn kant deed een ‘Grand Tour’ in Italië en haalde daar inspiratie voor zijn onderwerpen uit de Romeinse en Griekse mythologie. Hij leerde er ook landschappen rijker uit te beelden. Jan de Oude, een vriend van Rubens en Hendrik van Balen, werd de beschermeling van de aartshertogen Albrecht en Isabella. Hij schilderde trouwens hun domein in het Waalse Mariemont. Hij was tevens een befaamd bloemenschilder, vandaar zijn bijnaam ‘De bloemen-Brueghel’. Hij startte ook een atelier, maar overleed voortijdig aan cholera.
In vier afdelingen – waaronder één gewijd aan gravures – toont het Antwerps museum niet alleen een heel stuk geschiedenis, maar vooral een familiekroniek.
Pieter Breughel de Jonge en Jan Brueghel de Oude, een Vlaamse schildersfamilie rond de jaren 1600. Museum voor Schone Kunsten, Leopold de Waelplaats, Antwerpen. Tot 26 juli van 10 tot 17 u, behalve ‘s maandags. Inlichtingen: Tel. (03) 238.78.09.
ALAIN DELAUNOIS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier