Boheemse rapsodie

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Na de Fluwelen Revolutie overrompelden Vlaamse ondernemers de Tsjechische Republiek. Ze stuitten op rechtsonzekerheid, een zwakke munt en financiële stroppen. De Boheemse rapsodie het samenflansen van een vrije markt onder een bureaucratisch bestuur zorgde voor een kater. Plots duiken er nieuwe Vlaamse investeringen op. Uit het niets ?

Praag (Tsjechische Republiek).

B ekaert maakte afgelopen vrijdag bekend dat het 1,5 miljard frank investeert in Bohumin, Noord-Moravië. Ontex kondigde begin deze maand aan dat het volgend jaar 750 miljoen frank in zijn Boheemse vestiging Turnov pompt. Toch gonst het van de negatieve berichten over de Tsjechische economie (zie kader : Tsjechië verdoft). Een contradictie ?

“Het Tsjechische mirakel is voorbij,” stelde Bernard Pierre, onze ambassadeur in Praag, onlangs op een seminarie van het advocatenkantoor Bertouille & Vennoten. “Zakenlui die snel hun slag willen slaan, proberen best elders hun geluk.” Of zoals Bessel Kok, gewezen Belgacom-topman en vandaag de nummer twee van het telecombedrijf SPT Telecom, het uitdrukt : “De cowboys zitten nu in Roemenië. Het is het moment om te ondernemen.”

Paul Van denbempt was met zijn Belgo-Tsjechisch exportbedrijf Belimpex in 1995 goed voor 1,3 miljard frank omzet. Verleden jaar kromp dit bedrag met de helft (de totale Belgische export richting Tsjechië bedroeg 16,7 miljard). Van denbempt : “In het begin van de jaren negentig wilde de Vlaamse buurtbakker Praag als referentie. Vandaag is Tsjechië weer een markt als alle andere.”

Kafkaiaanse bureaucraten

“Het begin van de liberalisering was een droom,” herinnert zich Patrick Goor, exportmanager van de Lummense fabrikant van uitlaten Bosal (omzet : 22 miljard frank) die momenteel een productie-eenheid start in Brandys (in de omgeving van Praag). “Gezien de enorme vraag, raakten we zonder probleem onze producten kwijt via vertegenwoordigers. In 1993 richtten we Bosal Ceska Republica op. Eigenlijk was het eenvoudig : een stoel, een tafel en een fax installeren en verkopen maar.”

De opstart van de fabriek in Brandys, onderaannemer voor Skoda, heeft volgens Goor echter minstens twee jaar achterstand door het uitblijven van vergunningen. Goor : “Enkele bureaucraten blokkeren een investering die 100 jobs creëert. Volgend jaar starten we eindelijk.”

Investeringsverhalen

uit de Tsjechische Republiek lijken soms “uit een roman van Franz Kafka geplukt,” getuigt Paul Van denbempt. Ambassadeur Pierre vergelijkt met de situatie vóór de Fluwelen Revolutie, toen hij als jonge diplomaat in Praag vertoefde. ” In se is er weinig veranderd,” weet hij. “Aan de top van de administratie staan dynamische, veranderingsgezinde ambtenaren. Maar onder hen bevindt zich de red tape. De administratie is rot van binnen.”

Ook Pierre Olivier Beckers, voorzitter van de Tsjechische Delhaize-poot Delvita stuit op de administratie. Delvita startte in 1992 met vijf warenhuizen op de Tsjechische markt. Vandaag zijn 40 vestigingen goed voor een omzet van 3,8 miljard kroon (1 kroon is 1,1 frank). “In het begin leek de distributiesector op een jungle door de onduidelijke richtlijnen,” aldus Beckers. “Als we vandaag winkels openen volgend jaar weer twintig zijn er zo’n 65 zegels nodig van één of andere ambtenaar. Toch loont het de moeite om in Tsjechië 10 miljoen inwoners, dus beheersbaar te investeren. We groeiden verleden jaar met 65 %. Als we weer wachten op één of ander document, denk ik aan de sociale problemen en de geringe groei van Delhaize in België om mijn ontevredenheid te vergeten.”

“Rijke” investeerders

die vooruit willen versus onderbetaalde ambtenaren die een dossier blokkeren ? “Dit geeft structureel aanleiding tot corruptie,” aldus een niet-Belgische diplomaat. En toch worden verhalen over omkoping meestal met klem ontkend. Door Ludo Van den Bergh, bijvoorbeeld. Hij staat aan het hoofd van Itic, een ingenieurs- en architectenbureau dat sinds 1988 op de Tsjechische immobiliënmarkt actief is. Itic was onder meer hoofdaannemer van het Ginger & Fred-business center in hartje Praag, een project van 400 miljoen kroon. Itic coördineert ook de bouw van een distributiecentrum aan de Praagse luchthaven (kostprijs : een half miljard kroon). Van den Bergh : “Het duurt zes tot zeven maanden om een bouwvergunning te krijgen, wat de helft korter is dan twee jaar geleden. Corruptie in mijn sector ken ik niet. We hangen af van meer dan veertig ambtenaren en niet van één burgemeester, zoals in België. Je kan die onmogelijk allemaal omkopen.”

“Niemand geeft openlijk toe dat hij met geld of geschenken over de brug komt om een dossier administratief te versnellen,” weerlegt een (anonieme) ondernemer. “Toch is het common practice.” Een Vlaamse collega getuigt : “We hadden een belangrijke partij onderdelen ingevoerd. De inspectie viel binnen om te testen of ze technisch conform de wetgeving waren. De controleur legde demonstratief zijn penning op tafel en eiste een boete van 2 miljoen omdat er op de formulieren een code ontbrak. In dat geval moesten we onze winkel sluiten. ‘Kon het niet geregeld worden ? ‘ vroeg ik. De penning verdween en we arrangeerden de zaak voor 40.000 kroon. Bovendien vertelde de ambtenaar bij wie ik moest zijn om de zaak in de toekomst wettelijk te laten verlopen. Corruptie ? Neen : consultancy.”

Ook de privé-sector

kent praktijken die men moeilijk als correct kan omschrijven. Jan Van Geet, die de productie-eenheid van Ontex in Turnov (100 kilometer boven Praag) leidt, stuit bij de distributie van zijn producten (babyluiers, maandverbanden) nu en dan op moeilijkheden. Van Geet : “Tussen de winkelrekken woedt een ware oorlog om de producten juist geplaatst te krijgen. Sommige vertegenwoordigers van grote merken lossen dit op door de winkelverantwoordelijke een computer, een televisie of de spreekwoordelijke enveloppe te bezorgen. Dat helpt. Soms lijkt de Tsjechische Republiek the Wild East.”

Wetten gevraagd

Vreemd genoeg gaan bureaucratie en wetteloosheid in Tsjechië hand in hand. Een mooi voorbeeld is de aandelenbeurs van Praag. “Die is dood,” aldus Stéphane Bertouille van Bertouille & Vennoten, dat een poot heeft in Praag. “De regering van Vaclav Klaus slaagt er niet in om transparante regels op te stellen. Zolang er geen rechtszekerheid bestaat, blijven de beleggers weg.” Volgens de raadsman wil Praag op termijn een modern economisch kader scheppen. Bertouille : “De regering maakt zich sterk dat ze de Europese richtlijnen inzake milieu, transport en mededinging kan omzetten in lokale rechtsregels om de economische betrekkingen met de EU te bevorderen.”

Het Harelbeekse bedrijf Vyncke, producent van waste to energy-technologie (verbrandingsketels), treurt daar niet om. Twee jaar geleden nam Vyncke een atelier over in Valasske Mezirici (nabij Ostrava). Tsjechië is dit jaar goed voor 100 miljoen frank omzet (plus 90 % tegenover 1996) op een totaal van 600 miljoen frank. “Praag kopieert Duitse milieu- en veiligheidsrichtlijnen voor de verbrandingsketels,” zegt Lubos Piskacek, directeur van Vyncke Praha. “Lokale producenten zonder veel knowhow krijgen het dus moeilijk. Dat speelt in onze kaart.”

Een veel geciteerd manco

in de Tsjechische wetgeving is de gebrekkige verweermogelijkheid tegen wanbetalers. Raadsman Bertouille : “Hoewel het beslagrecht op het eerste gezicht niet veel verschilt van het Belgische, is het in de praktijk vaak moeilijk om geld te recupereren. Lokale advocaten zijn niet in staat of weigeren de wettelijke middelen ten volle uit te buiten. Bovendien kent de Tsjechische rechtsprocedure geen gerechtsdeurwaarder, wat de aanmaning van, en het beslag op wanbetalers bemoeilijkt.”

Deze situatie is een dagelijkse zorg voor de Vlaming Jef Vincent. Hij volgt in Praag voor kredietverzekeraar Cobac de activiteiten van de joint venture Cescob (voor 50 % in handen van verzekeraar Ceska Pojistovna) op. Cescob, opgericht in november 1996, heeft een kapitaal van 156 miljoen kroon en richt zich in eerste instantie tot Tsjechische bedrijven die buitenlandse handelsrisico’s op korte termijn willen verzekeren. Vincent waarschuwt tegen al te enthousiaste exporteurs of investeerders in de Republiek. “Er is een enorm potentieel, maar de risico’s zijn navenant,” weet hij. “Lokale bedrijven, in handen van holdings zonder voldoende kapitaal, wierpen zich in het economische verkeer. Nogal wat facturen van buitenlandse partners bleven onbetaald omdat ze in zee gingen met charlatans.”

Het duurt drie tot vijf jaar eer een rechter een uitspraak doet in verband met onbetaalde facturen. “En na een gunstig vonnis stelt de buitenlandse partner dan dikwijls vast dat er amper actief aanwezig is,” aldus Vincent.

Bieden incassobedrijven

een oplossing ? Vincent : “Meestal zijn die technisch gezien niet uitgerust voor de taak. Een minderheid gaat drastisch te werk. Tsjechische ondernemers zeggen wel eens dat het bij de inning van facturen goedkoper is een beroep te doen op een huurmoordenaar dan op een advocaat.”

Een kredietverzekering, dan maar ? “Dan gaan we er wel vanuit dat Cobac via Cescob, eventueel het Tsjechische risico kan inschatten,” zegt hij. “Soms is dat onmogelijk door het gebrek aan informatie over de Tsjechische klant. Van de 10.000 bedrijven met een omzet boven 40 miljoen kroon dus wettelijk verplicht hun balans neer te leggen gaat slechts de helft tot publicatie over. Er is immers geen strafmaat voorzien.”

Jednatel : zaak(ont)voerder

Investeerders in de Tsjechische Republiek worden steeds geconfronteerd met de heikele kwestie of ze een beroep doen op plaatselijke managers of expats. De keuze heeft verstrekkende gevolgen.

Juriste Bie Heyninck begeleidt vanuit Praag al enkele jaren Vlaamse bedrijven die in Tsjechië actief willen worden. Zij wijst erop dat het lokale vennootschapsrecht vereist dat bedrijven met zetel in de Tsjechische Republiek een jednatel of zaakvoerder hebben. Die man/vrouw beschikt over een officieel getuigschrift waaruit blijkt dat hij in staat is formaliteiten in het Tsjechisch af te handelen.

“De jednatel

is voor 100 % gemachtigd om de formele zaken van het bedrijf af te handelen,” waarschuwt ze. “De aandeelhouder kan weinig initiatieven ontwikkelen als hij geen jednatel is.” Paul Van denbempt, zelf jednatel, vertaalt : “Eigenlijk geef je de zaakvoerder een blanco cheque. Vlaamse ondernemingen moeten dus iemand vinden die 100 % betrouwbaar is.”

Een buitenlandse onderneming die voor de bedrijfsleiding een beroep doet op lokale mensen, moet ook voorzichtig tewerkgaan wat de stijl van het management betreft. Pierre Olivier Beckers (Delvita) : “Het vergt stalen zenuwen en heel wat training om onze filosofie te implementeren. Met een weet je wel wie ik ben-mentaliteit raak je nergens.”

Telecom-manager Bessel Kok bevestigt : “Probeer een Tsjech nooit te intimideren. Ze ontwikkelden in de loop der jaren technieken om een organisatie te verlammen waar zelfs de Belgen bij kunnen leren. Hét kernprobleem : hen overtuigen dat ze zelf initiatieven moeten ontwikkelen (zie ook blz. 60).”

Eénmaal op dreef, kan dit soms de spuigaten uitlopen. Dat ondervond Vyncke, dat voor de verkoop van zijn ketels lang een beroep deed op een lokale manager. Begin 1997 stuurde de hoofdzetel in Harelbeke Vlaming Ivo Lavens naar Praag. “We moeten de Tsjechische strategie ombuigen naar de filosofie van het moederbedrijf,” beschrijft Lavens. “Ketels werden verkocht zonder al te veel aandacht voor de financiële opvolging van het dossier. Ook sprong het lokale management iets té creatief om met de technologische omkadering. Voor de plaatsing van een verbrandingsketel, een strikte procedure naar Belgische veiligheidsrichtlijnen, kan dit gewoon niet. De nonchalante houding van de Tsjechen kon onze positie in gevaar brengen.”

Ondanks alles : investeren ?

Ondanks de geciteerde gevarenzones was België verleden jaar volgens de Tsjechische Nationale Bank toch de zevende investeerder met 7,9 miljard kroon (1996) in de Republiek. Bessel Kok relativeert : “Op papier blinken Nederland en Zwitserland uit als investeerders. Zij namen immers deel aan enkele privatiseringen, zoals die van SPT Telecom. Vlaanderen staat sterk met investeringen van kmo’s. Die vele kleine en minder grote initiatieven zijn op zich belangrijker voor het economische weefsel dan de aanwezigheid van enkele mastodontbedrijven.”

Jan Van Geet (Ontex) schetst de voordelen die een kmo in de Tsjechische Republiek treft : “De lage loonkosten vormen één aspect. Je betaalt voor een meestal perfect geschoolde medewerker zo’n 20.000 kroon per maand in Praag, de helft tot drie vierde daarbuiten. De energie is goedkoop, 70 % van de kostprijs in België. Met deze troeven is de centraal gelegen Tsjechische Republiek ook voor Ontex de ideale uitvalsbasis voor de distributie naar de rest van Centraal-Europa.”

Beckers (Delvita) is evenmin pessimistisch : “Momenteel stapelen zich donkere wolken boven de Tsjechische economie. Misschien is dat niet eens een slechte zaak. Een koude douche kan het overdreven enthousiasme van sommige mensen voor een tijd intomen. Maar na regen komt zonneschijn.”

Paul Van denbempt (Belimpex) is niet van plan zijn zonnebrandolie boven te halen. Hij bouwt zijn activiteiten in Tsjechië af. “Ik heb er vijftien jaar hard gewerkt en goed mijn boterham verdiend. Maar de booming business is gedaan.” Waar zou Van denbempt vandaag mee starten in Tsjechië, indien hij, zoals vijftien jaar geleden, een dertiger was ? “Met de kennis die ik vandaag heb, zou ik hier eerlijk gezegd wegblijven.”

HANS BROCKMANS

PRAAG Het Tsjechische mirakel is voorbij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content