BEWEGINGSLEER
Hou je rug hol
Welk geheim koestert de topmannequin die stijlvol de catwalk inpalmt ? Hoe geraak ik ondertussen van die vervelende rugpijn af ? De vragen zijn niet lukraak na mekaar geplaatst. Bewegingsconsulenten brengen ze samen. Op 2 maart congresseren ze met hun Franse en Zweedse boegbeelden. Nu geven ze markante wenken.
TEKST : LUC DE DECKER / FOTO’S : GLOBAL PICTURES
Kiest u de palissanderhouten armstoel in strakke art deco van Marcel Coard of de gewaagde biedermeier-sofa met cilindervormige armleggers ? Staak het getob. Laat de keuze voortaan bepalen door uw rug en schouders. De binnenhuis-architectuur ondergaat dan wel een revolutionaire metamorfose. Er komen nog uitsluitend variaties op eenzelfde thema : de Japanse traditie. Alle meubels, op enkele sierlijke kasten na, gaan eruit. In de plaats treedt een functioneel ontwerp van samoeraineske strengheid. Eten, lezen, rusten en zelfs schrijven doen we voortaan op rieten matten of de zongebleekte aardetinten van sisal.
Zo luidt
één van de bedenkingen van Jan Eyskens, die een pioniersrol vervult in de Associatie van Bewegingsconsulenten. Deze Belgische vereniging schoolt artsen en kinesitherapeuten bij. Ze verdiepen zich in de jongste ontwikkelingen over biomechanische klachten en het bewegingspatroon. “Momenteel moeten we haast uitsluitend optreden als behandelaar bij revalidatie en stoornissen van het bewegingsapparaat. Maar we willen ook een preventieve rol spelen als adviseur”, zo vat Eyskens het credo samen.
Zijn opmerking over het rigoureuze Japanse interieur is weliswaar een boutade, maar ook weer geen volkomen vrijblijvende grap. De kinesitherapeut licht zijn standpunt toe : “Wie nog traditioneel woont en werkt in Japan, kent minder rugklachten. In die zin leunt de Japanse folklore dichter aan bij het patroon van de natuurvolkeren : ze hebben een stevige, holle rug en gebruiken hem ook hol. Nochtans worden alle overige cultuurvolkeren gekenmerkt door een minder sterke, vaak bol gebruikte rug.”
Of een abrupte interieurswissel naar oosters model daadwerkelijk de rugklachten en andere pijnlijke spieren, pezen of botten verlicht, blijft twijfelachtig. “De eerste levensjaren zijn van cruciaal belang”, onderwijst Eyskens. “Onze kleuters zouden bijvoorbeeld op de grond moeten leren tekenen.”
Toch hoef je nooit te wanhopen. Zelfs voor de onverbeterlijke kantoormus heeft Eyskens enkele wenken : “Plaats de telefoon zo, dat je hem staande gebruikt. Zorg ervoor dat je niet vanop je stoel bij de printer kan. Neem je dossier eens op de grond door. Het komt er alvast op aan nooit te lang in de bureaustoel te zitten. Of te hangen. Een utopie ? Neen, mijn dochter studeert op de grond. Ze voelt zich daar prima bij.” Met relativerende lach : “Maar het is wel eens preken in de woestijn. Mijn zoon heeft geen oor naar mijn tips.”
Popsterren en prima-donna’s
van het tv-scherm zoeken net als politici overigens raad om hun bewegingen te corrigeren. “Maar”, merkt Eyskens op, “zij verlangen vooral advies over lichaamstaal en te weinig over hun algemene bewegingspatroon. Dat is geen kluif voor de wetenschappelijk werkende bewegingsconsulent, maar een zaak van body language. Met zelfverzekerde blik en goed getimede gestiek kan je je publiek manipuleren. Je kan iemand opnieuw leren lopen, hem laten schrijden in plaats van kwakkelen. Dat zijn handige truuks, maar niet wat wij beogen. Wij willen je goed leren omgaan met je beweginsgmechanisme.”
Dat onderscheid tussen gekunsteldheid en natuurlijke charme valt onverbiddelijk op tijdens een defilé op de catwalk. Claudia Schiffer en Naomi Campbell verhullen dat de pasjes ingestudeerd zijn. Daarom doen ze vele rivalen verbleken. Topmannequins in spe mogen even de adem inhouden. Ofschoon hij het niet in verband wil brengen met de wetenschap van de bewegingsconsulent, geeft Eyskens het fundamentele geheim van de gracieuse beweging prijs : “Klassiek ballet op jonge leeftijd is de beste garantie voor elegantie. Het effect daarvan schud je niet meer van je af. Ook kinderen met een houdingsafwijking sturen we in vele gevallen naar ballet. Het probleem is dat je jongens er zelfs met de meest overtuigende argumenten niet naartoe krijgt.”
In één adem voegt Eyskens eraan toe : “Maar laat alle meisjes de catwalk-tred niet nabootsen. Dat blijft een onnatuurlijke houding. Het is als lopen op hoge hakken : charmant en sensueel, maar beperk ze tot een avondje uit. Anders krijg je vroeg of laat problemen in de rug.” Met een zuinige lach : “Autorijden met hoge hakken is al evenzeer af te raden. Niet noodzakelijk omwille van je fysieke welbehagen, maar om de koppeling te sparen. Dames op hoge hakken terroriseren zelfs de koppelingen van de meest betrouwbare bolides.”
Een Ferrari Testarossa
met een plompe Daf-zetel beantwoordt bijna perfect aan de eisen die de bewegingsconsulenten opleggen aan auto’s. “Maar met zulke voorstellen vallen we onze cliënten niet lastig”, lacht de Brabantse consulent Bert Vrijders. “Wat nog niet betekent dat we de autostoel ongemoeid laten. We hebben al vele mensen verlost van rugklachten door met hen naar de garage te rijden en de stoel er in een andere positie te laten lassen of een ander model te kiezen. Dat ligt wel eens moeilijk, want om de één of andere reden hoort in een sportieve wagen een kuipzetel. Ik raad je nochtans niet aan daarmee naar de Provence te scheuren. Elke positie waarin je met een bolle rug zit, valt af te raden.”
Cliënten met onverklaarbare rugklachten vraagt Vrijders onder meer om de wagen voor te rijden. “Soms is de oorzaak dan meteen gekend. We stuiten op de meest onwaarschijnlijke posities. Ooit hadden we een chauffeur van een jeep, wiens stoel 15 graden schuin in de rijrichting stond.”
Vooral de onderrug wordt zwaar op de proef gesteld bij het autorijden. Vrijders wijt het aan de standaardnormen van de autozetels : “Je rug heeft een eigen karakter dat nooit helemaal strookt met het standaardmodel.” Waarop moeten we letten ? “Dikwijls staat de stoel te veel naar achter. De correcte stand van de zetelrug laat je toe de handen in de tien-na-tien-positie op het stuur te houden. Tevens moet je het boordpaneel kunnen bereiken zonder de schouderbladen van de zetelrug los te maken. Bij het ontkoppelen moet je bekken gesteund blijven door de zetelrug. Vaak blijkt een extra zitsteun nodig om zo’n ideale positie te vinden.”
Wie jaarlijks de kaap van de 40.000 km rondt, raadt Vrijders een op maat gemaakte autozetel aan. Of hij kiest voor een stevig monovolume-type, “tot dusver de enige auto waarin het dilemma tussen een deftige houding en een goede zichtbaarheid enigszins bevredigend opgelost wordt.”
Voor preventieve
groepscursussen kunnen we terecht bij de rug-, kantoor- en zelfs tuinschool. Individuele cliënten krijgen ter plekke advies. De werkruimte wordt ergonomisch (her)ingericht, waarbij de menselijke handeling centraal staat en niet de machine. Geestelijke vermoeidheid en stress worden evenmin veronachtzaamd. Time management en bewegingsadvies vullen elkaar naadloos aan. Vrijders zegt het niet zonder nadruk : “Rusttijden inlassen moet. Als je het zelf niet doet, dwingt je lichaam er je uiteindelijk toe. Dan krijg je overbelasting. Ideaal is het om een twintigtal minuten geconcentreerd te werken. Daarna moet je even iets anders doen, opstaan, ontspannen. Beschouw dat niet als verloren tijd. Je kan de post ophalen of, staande weliswaar, een telefoongesprek voeren.” Zijn cliënten geeft hij een one-liner mee : “Maak de tijd tot je bondgenoot : leg hem even stil.”
“Veel spanningshoofdpijn spruit voort uit een verkeerd bewegingspatroon en een verkrampte houding”, haakt Eyskens erop in. Ontspannen kunnen we in de tuin. Maar ook daar loert het gevaar. Is de steel van je bezem, hark of schoffel lang genoeg om niet voorovergebogen te moeten staan ? Eyskens suggereert : “Onderhoud je tuin met een das om. Op het ogenblik dat de das niet meer tegen je romp plakt, krom je je te veel.” Tuinieren met stijl ?
Blijf nooit te lang aan je bureaustoel gekluisterd : ga desnoods op de grond zitten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier