Beter zonder democratie?
De Amerikaanse journalist Robert Kaplan durft. In ‘Het anarchistisch pandemonium’ leert hij dat de democratie niet in alle omstandigheden heilig verklaard mag worden.
In Abidjan, de hoofdstad van Ivoorkust, hebben restaurants bewakers in dienst die met stokken en geweren zijn bewapend en die je van je auto naar de ingang, een stukje van amper vijf meter, begeleiden, zodat je een griezelig voorproefje krijgt van hoe het er in de toekomst in Amerikaanse steden aan toe zou kunnen gaan. Dit inktzwarte beeld stamt uit Het anarchistisch pandemonium, een essaybundel waarin de vermaarde Amerikaanse journalist Robert Kaplan vooral focust op de gevaarlijke chaos die er in grote delen van de wereld heerst.
Toen er een punt gezet werd achter de Koude Oorlog, spraken vooraanstaande politici en publicisten hun hoop uit op een harmonieuze wereldorde met vrede en een toenemende welstand. Een decennium later blijken grote delen van de wereld verpauperd en woeden her en der gruwelijke conflicten, vaak op gang gebracht door volkomen redeloze etnische en religieuze haatmotieven. Culturen botsen en hebben Sarajevo als tragisch symbool, als de letterlijk aan gruizelementen geschoten multiculturele droom.
Kaplan staat dan ook bekend als notoir aanhanger van het chaosdenken, dat de jongste jaren erg populair is in de Verenigde Staten. De wereld zinkt weg in chaos, normloosheid en ander verval. En cynisme, wilden we eraan toevoegen, maar de echte cynicus zou uiteraard galmen: “Bouw de Muur weer op en zorg voor een nieuwe Koude Oorlog. Dan is de wereld opnieuw ordelijk. Als de machtsblokken elkaar mooi in evenwicht houden, is er bovendien veel kans dat er minder conflicten losbarsten. Eventuele lokale problemen worden dan wel in de hand gehouden.”
Hopeloze landen.
Niet toevallig begint Kaplan zijn boek met een rondreis door West-Afrika. Licht hij toe: “West-Afrika is langzamerhand het symbool geworden van wereldwijde demografische, ecologische en maatschappelijke spanningen, waarbij criminele anarchie zich ontpopt als het echt strategische gevaar. Ziekten, overbevolking, zinloos geweld, schaarste aan hulpbronnen, vluchtelingenstromen, het toenemende afkalven van nationale staten en internationale grenzen, en aan macht winnende privé-legers, beveiligingsfirma’s en internationale drugskartels worden tegenwoordig het treffendst geïllustreerd vanuit een West-Afrikaans perspectief.”
Kaplan voert evenwel geen ver-van-mijn-bed-betoog. Zijn essays omspannen de wereld, maar zoomen finaal in op de westerse en dan vooral Amerikaanse omgeving. Zo is overigens ook deze bundel opgebouwd. Bij zijn Afrikaanse essay schrijft hij al: “In West-Afrika vinden wij vaak de moeilijk bespreekbare kwesties waarmee onze beschaving binnenkort geconfronteerd zal worden.” In deze zin weerklinkt het niet zelden provocerend uiteengezette, alarmerende refrein van Kaplans werk.
De scherpste provocatie laat ook niet lang op zich wachten. Om hopeloze landen en regionen te redden, moeten we volgens Kaplan afstappen van puur idealistische motieven. Je moet de grauwe en angstaanjagende werkelijkheid onder ogen durven zien en dan drastische besluiten nemen om het ontij efficiënt en effectief te keren. De democratische weg lijkt daarbij niet altijd de efficiënte manier, zo durft Kaplan besluiten. Hij neemt daarbij Singapore als uitgangspunt: “Het agressieve neo-autoritaire systeem van Lee Kuan Yew, waarin de staat veranderd is in een paternalistische, meritocratische en bepaald ondemocratische onderneming, heeft troosteloze armoede in welvaart veranderd. Een onderzoek door topmensen uit het bedrijfsleven en economen namens het World Economic Forum plaatsten Singapore bovenaan een mondiale lijst van 53 meest vooraanstaande landen met een gunstige concurrentiepositie. Wat goed is voor topmensen uit het bedrijfsleven, is vaak ook goed voor de gemiddelde burger: de welvaart per hoofd van de bevolking in Singapore is bijna gelijk aan die in Canada, het land dat nummer 1 staat op de Human Development Index van de Verenigde Naties.”
Agressieve mensen.
Autoritaire of hybride regimes zullen volgens Kaplan altijd beschouwd worden als legitiem, zolang ze hun onderdanen veiligheid verschaffen en economische groei stimuleren. Niet één of ander ideaal is immers de pijler waarop vrede en vooruitgang rusten, maar orde. Kaplan heeft dan ook een boon voor de Oostenrijkse prins Metternich, die heel goed inzag hoe wanorde en onevenwicht de vrede aan het wankelen brachten.
Vooral het blijven streven naar machtsevenwicht is heilzaam. In een land dat zich niet meer bewust is van oorlogsgevaar of een andere dreiging van buitenaf, dreigt de menselijke neiging tot agressie zich naar binnen te keren. Vanuit dat perspectief schetst Kaplan een rampzalige toekomst voor de Verenigde Staten. Daarin wordt hij zo pessimistisch, dat hij zijn zorgzaam opgebouwde betoog aan het wankelen brengt. Kaplan heeft altijd al van verbaal vuurwerk gehouden.
Robert Kaplan, Het anarchistisch pandemonium na de Koude Oorlog. Spectrum, 192 blz.,585 fr.
luc de decker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier