Belgische topbedrijven kiezen internationale topbestuurders
De grote Belgische bedrijven zoals Solvay, Bekaert en Delhaize gaan voor internationale toppers in hun raden van bestuur. Middelgrote en kleinere ondernemingen opteren dan weer meer voor lokale knowhow. Maar ook Belgen kunnen een pak internationale ervaring binnenbrengen. y
Minstens zestig nieuwe bestuurders maken hun opwachting in deze drukke periode, waarin algemene aandeelhoudersvergaderingen van beursgenoteerde bedrijven elkaar opvolgen. Maar wat is nieuw? Sommige bestuursmandaten zijn nieuw, maar niet het gezicht of de naam van de bestuurder. Zo werd Jean-Luc Dehaene bestuursvoorzitter van Dexia, maar de Belgische toppoliticus had al diverse andere bestuursmandaten (AB Inbev, Lotus Bakeries,…). En Jo Cornu wordt bestuurder bij Belgacom, maar genoot al ruime bekendheid als CEO van Agfa.
Andere bestuurders zijn echt nieuw. Dat is bijvoorbeeld het geval bij ondernemingen waar er een nieuwe aandeelhouder is of waar de controle is veranderd. Zo ondergaat de raad van bestuur van Distrigas een bijna complete tabula rasa. Na de overname door de Italiaanse energiegroep ENI moet de Suez-clan plaats ruimen voor negen Italianen. Enkel Luc De Bruyckere (Ter Beke) behoudt zijn mandaat, hij wordt de enige Belg in het bestuur van Distrigas.
De meest in het oog springende trend is dat de grote, internationaal opererende Belgische bedrijven duidelijk kiezen voor toppers met internationale ervaring. Zo haalt Bekaert de Duitser Manfred Wennemer binnen als onafhankelijk bestuurder. Wennemer was van 2001 tot vorig jaar CEO van de Duitse bandenreus Continental AG. “Hij is sinds een jaar niet meer operationeel actief”, vertelt Paul Buysse, bestuursvoorzitter van Bekaert, “Toen ik hoorde dat hij op de markt was, heb ik hem meteen opgebeld. Hij stond op zijn skilatten toen ik hem de eerste keer te pakken kreeg.”
De Duitser is 62 jaar en heeft voor verschillende bedrijven (Procter & Gamble, Arthur D. Little) in verschillende delen van de wereld gewerkt. Met zijn leeftijd, internationaal parcours en diploma (MBA aan Insead) voldoet hij perfect aan het profiel van de internationale topbestuurder.
Dat Bekaert een beroep wil doen op zijn expertise, heeft volgens Buysse veel te maken met zijn sectorkennis: “We zochten iemand met een uitstekende kennis van de banden- en automobielindustrie, een sector die goed is voor 30 procent van onze omzet. En Conti was natuurlijk een grote klant van Bekaert, dus Wennemer kent ons bedrijf en onze bedrijfscultuur zeer goed.”
Dat laatste is niet onbelangrijk. “Het zou fout zijn internationale bestuurders aan te trekken louter omdat ze internationaal zijn”, beklemtoont baron Buysse. “Als je vooral in de Benelux actief bent, moet je je raad van bestuur niet vullen met gepensioneerde Duitsers. Het debacle van Fortis heeft bovendien aangetoond dat in het heetst van de strijd geen enkele van die internationale bestuurders bereikbaar was. Vele buitenlanders hebben gewoon geen voeling met België of met onze bedrijfscultuur.”
Toch gaat Buysse er prat op dat de onafhankelijke bestuurders van Bekaert uitsluitend internationale figuren zijn. “Maar van elk van hen kan ik perfect uitleggen waarom hij of zij erbij is. Als voorzitter van het remuneratie- en nominatiecomité stel ik een lijst op van de competenties die ik in de raad van bestuur wil vertegenwoordigd zien. In functie daarvan gaan we op zoek naar de beste bestuurders. Iemand als dr. Alan Begg bijvoorbeeld is een van de grootste specia-listen ter wereld in materialenbehandeling.”
Naast Bekaert halen ook Delhaize en Solvay een grote vis binnen. Delhaize doet voortaan een beroep op Jack L. Stahl als onafhankelijk bestuurder. Stahl is een Amerikaan van 56 die tussen 2002 en 2006 aan het hoofd stond van de cosmeticagroep Revlon. Daarvoor was hij 22 jaar in dienst bij de Coca-Cola Company, onder meer als financieel directeur voor Noord-Amerika en operationeel directeur van de hele groep. De Belgische retailgroep vroeg hem vooral voor zijn uitgebreide kennis van de consumentensector, en zijn ervaring in financieel en algemeen management. Het is natuurlijk ook geen toeval dat Delhaize een Amerikaan koos – de VS is de belangrijkste markt voor Delhaize.
Solvay ten slotte doet een beroep op de diensten van Petra Mateos-Aparicio Morales, een Spaanse met een breed spectrum (zie kader). Zij is een bekende academica, die al sinds 1981 bedrijfseconomie doceert aan de universiteit van Madrid. Sinds 2004 is Morales vooral bekend als uitvoerend voorzitter van Hispasat, een van de snelst groeiende Spaanse bedrijven, actief in satellietcommunicatie.
Kmo’s zoeken het lokaal
In tegenstelling tot topbedrijven als Bekaert en Solvay doen onze kleine tot middelgrote ondernemingen eerder een beroep op lokale knowhow. De koekjesproducent Lotus Bakeries haalt Dominique Leroy, countrymanager van Unilever België, en Benoit Graulich, partner van Bencis Capital Partners, binnen.
Karel Boone, bestuursvoorzitter van Lotus Bakeries, wilde in de eerste plaats zijn raad van bestuur verjongen: “We hebben bewust veertigers gekozen.” Een tweede criterium was dat de kandidaten voldoende financiële kennis en ervaring moeten hebben. “De bestuurders die afscheid namen, zaten allemaal in het auditcomité. Ik bleef als enig lid van het auditcomité over. Dus moesten we mensen hebben met ervaring in financieel management.”
Graulich voldoet aan die voorwaarde, want hij maakte carrière bij onder meer PricewaterhouseCoopers, Artesia Bank en Ernst & Young, waardoor hij veel ervaring heeft met corporate finance, fusies en overnames. Graulich wordt bij Lotus overigens voorzitter van het auditcomité. Dominique Leroy was de voorbije jaren vooral actief in de verkoop en marketing, maar ze heeft een diploma van handelsingenieur aan de Solvay Business School en ze werkte de eerste zeven jaren van haar carrière bij Unilever op het financiële departement.
Dat Lotus een beroep doet op lokale knowhow bestrijdt Boone niet, maar hij wijst erop dat alle bestuurders van Lotus toch in zekere mate internationale kennis bezitten. “Met mensen als Jean-Luc Dehaene en Herman Van de Velde zat die kennis al in ons bestuur, maar ook Leroy en Graulich zijn mensen met internationale ervaring. Het is een klassiek misverstand om te denken dat je Amerikanen in je raad van bestuur moet opnemen om internationale kennis binnen te halen. Ook Belgen werkzaam in België kunnen een heel belangrijke internationale kant hebben. Dominique Leroy werkt al 22 jaar in een multinationale groep als Unilever, en Benoit Graulich volgt met Bencis investeringen in heel Europa op.”
Terwijl Franstalige groepen eerder uitkomen bij Franstaligen uit het establishment, die doorgaans een carrière in de bankwereld maakten, halen Vlaamse bedrijven hun nieuwe bestuurders vaak in Vlaamse ondernemerskringen. Zo heet Barco LMS-bedrijfsleider en Voka-voorzitter Urbain Vandeurzen welkom. Melexis verwelkomt Jenny Claes als bestuurster. Claes is algemeen directeur van SKF, een logistiek bedrijf uit Tongeren. Claes was al onafhankelijk bestuurder bij Epiq, een ander bedrijf dat eigendom is van Roland Duchâtelet.
Kennis van zaken?
In de meeste gevallen speelt de sectorkennis een belangrijke rol in het aantrekken van nieuwe bestuurders. Zo doet het milieubedrijf Thenegro een beroep op Ivo Van Vaerenbergh, ex-topman van Metallo Chimique en gedelegeerd bestuurder van REM. B Hydraulics uit Beerse. Hij is tevens voorzitter van Aquafin. En het biotechbedrijf OncoMethylome kiest Gerard Vaillant voor diens ruime ervaring in de sector van de gezondheidszorg en de farma. Vaillant was onder meer actief als voorzitter van Johnson&Johnson.
Maar soms lijkt de kennis van een sector of bedrijfstak ver te zoeken. Zo benoemde Kinepolis voormalig Bekaert-topman Raf Decaluwé als bestuurder. Deca-luwé heeft een grote internationale managementervaring, en zit ook de raad van bestuur van de producent van industriële wasmachines Jensen voor, maar hij lijkt niet de man die wekelijks popcorn zit te eten in een of ander multiplex. Is er dan geen minimum aan sectorkennis vereist?
“Er zit voldoende sectorkennis bij onze referentieaandeelhouder en ons management”, antwoordt Philip Ghekiere, voorzitter van de raad van bestuur van Kinepolis. “Soms is het niet slecht om mensen aan te trekken die op een andere, frisse manier kijken naar zaken die in een onderneming misschien uit gewoonte gegroeid zijn. Bij Kinepolis moet een bestuurder in de eerste plaats een onafhankelijke geest zijn – iemand die zijn gedacht durft te zeggen, maar ook iemand die toegewijd is aan het bedrijf, en beschikbaar en toegankelijk voor het management is. Onze raad van bestuur is meer dan een beslissingsorgaan, we zien zijn rol vooral als een klankbord dat het management wil bijstaan en helpen.”
De raad van bestuur van Kinepolis telt naast de drie vertegenwoordigers van de refenrentieaandeelhouder en de CEO ook vier onafhankelijke bestuurders die elk een specifieke competentie invullen. Marc Van Heddeghem van Redevco en Geert Vanderstappen van Pentahold vertegenwoordigen de kennis van respectievelijk vastgoedbeheer en kapitaalallocatie. De-caluwé brengt volgens Ghekiere een enorme ervaring in financiële controle en boekhoudnormen mee, naast een diep strategisch inzicht.
Theoretische kennis
Ook nieuw in de raad van bestuur van Kinepolis is Marion Debruyne, professor aan de Vlerick School voor Management. Zij is vooral bezig met marketing en innovatie in het bedrijfsleven. Ghekiere: “Marion brengt een pak marketingkennis in onze raad van bestuur, wat beantwoordt aan de ambitie van het bedrijf om ‘de beste marketeer’ te worden.”
Debruyne is een academica, een beroepscategorie die blijkbaar niet slecht in de markt ligt. Zo haalt KBC met Charles Van Wymeersch een hoogleraar van de universiteit van Namen binnen, gespecialiseerd in management en financiën. Bij Fluxys maakt Walter Nonneman zijn intrede. Nonneman is hoogleraar economie aan de Universiteit Antwerpen, adviseert een groot aantal bedrijven en publieke organisaties, en was tussen 1997 en 1999 kabinetschef van premier Dehaene.
Zijn professoren niet te theoretisch voor een raad van bestuur, hun praktische kennis lijkt vaak beperkt? Ghekiere: “Dat valt best mee. Nogal wat academici doen heel concrete consultingopdrachten voor bedrijven, en verwerven zo een goed inzicht in de noden en wensen van het bedrijfsleven.”
Ook over de internationalisering van raden van bestuur is Ghekiere genuanceerd: “Kinepolis staat daarvoor open, wij baten ook multiplexen in Frankrijk en Spanje uit. Maar je mag niet vergeten dat de vergaderingen van onze raad van bestuur in het Nederlands plaatsvinden. Dat maakt het al bijna onmogelijk om iemand binnen te halen die de taal niet machtig is. Een buitenlander bemoeilijkt sowieso de communicatie en de bereikbaarheid. Maar goed, indien de buitenlandse expansie van Kinepolis in een stroomversnelling zou geraken, zullen we die afweging opnieuw maken. Voorlopig kunnen we onze concrete bestuursbehoeften invullen met mensen van hier, en dat zijn mensen die ook een grote internationale ervaring bezitten.” (T)
Door Patrick Claerhout
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier