Belgische bedrijven in Kivu zijn de verkeerde schietschijf

De Verenigde Naties richten hun pijlen opnieuw op een handvol Belgische ondernemingen die in Noord-Kivu betrokken zijn bij grondstoffenhandel. Waarnemers wijzen immers op de invloed van economische belangen op het conflict in Oost-Congo. Een VN-onderzoekspanel wil weten of Traxys (gegroeid uit Umicore), Trademet, Metallo-Chimique, SDE en de transporteurs Sodexmines, Steinweg, TMK of Panalpina de oorlog in Oost-Congo mee financieren.

Het ziet ernaar uit dat de geviseerde bedrijven bliksemafleiders zijn, terwijl de ware oorzaken van de grootste slachtpartij in Afrika niet worden aangepakt. Er is een verrottingsstrategie bezig en de genoemde Belgische bedrijven zijn daar mede slachtoffer van. De belangrijkste VN-macht ooit heeft al vijf miljard dollar gekost, maar ze slaagt er niet in dit humanitaire drama te stoppen. Nochtans veegde in 1967 de Belgische huurling Jean Schramme met nauwelijks 3000 Congolese soldaten en 125 Europeanen hetzelfde gebied ‘schoon’. En 17.000 VN-soldaten kunnen dat niet?

Politieke beslissingen in Washington, Londen en Brussel, en mismanagement van het democratiseringsproces toen Mobutu op zijn laatste benen liep, hebben de etnische tegengestellingen aangescherpt. Het nationale gevoel was de enige constructieve bijdrage van de Zaïrese dictator. Ook het nalaten van een ernstige relance van de mijnsector was een vergissing. Lokale deelbelangen torpedeerden een globale relancestrategie voor het staatsmijnbedrijf Gécamines in Katanga; Gécamines werd met instemming van Washington, Londen en Brussel op een ondoorzichtige manier aan stukken gereten. In Kasai onderging het staatsdiamantbedrijf Miba eenzelfde lot. Tien jaar later zijn de twee vroegere trekkers van de Congolese economie nog altijd een puinhoop of in het beste geval is hun toekomst onzeker. In Kivu werd het Belgische Sominki de speelbal van speculatieve mijngroepen na de invasie van Laurent-Désiré Kabila. In heel Congo strijden Angelsaksische, Russische, Chinese – formele, informele of maffiose – belangen om invloed. Het zijn krachten waar België en Europa al lang geen controle meer over hebben. De koers van edele metalen mag dan sinds oktober op de London Metal Exchange dramatisch zijn gedaald, op termijn blijven tinerts, coltan, wolframite, gallium, niobium of indium uit Kivu, diamanten uit Kasaï, kobalt, koper, uranium en talloze edele metalen uit Katanga bijzonder gegeerd.

Tot 1995 zorgde de artisanale mijnbouw nog voor 65 procent van de opbrengsten uit de Congolese mijnsector. Officieel zijn vandaag mijninkomsten verwaarloosbaar. Maar in een land waar het gemiddelde jaarlijkse inkomen per inwoner nauwelijks 130 dollar bedraagt, kunnen artisanale ertsendelvers in Kivu 167 dollar per maand verdienen. Het maakt van het moeras waarin Congo en de mijnsector in het bijzonder verzinken, een broedplaats voor mestkevers en bloedzuigers. (T)

Door Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content