BEGRIJPELIJK ONBEGRIP

Premier Jean-Luc Dehaene (CVP) moet de jongste weken zijn uiterste best doen om zijn regeringsploeg niet te laten indommelen. Met de verkiezingen in zicht en de 3 %-begrotingsnorm voor de Economische en Monetaire Unie ( EMU) zo goed als zeker “binnen”, lijken met name de socialisten wel gewonnen voor een laat het nu maar wat betijen-sfeertje. De premier richt zijn pijlen vooral op de sociale zekerheid. Hij beseft immers beter dan wie ook dat zijn regeringsploeg ter zake nog niet veel heeft gesaneerd of hervormd.

Sinds september zond Dehaene op het gebied van sociale-zekerheidsmateries drie boodschappen uit. En die lieten aan duidelijkheid weinig te wensen over. Zo verklaarde de premier dat hij een alternatieve financiering van de sociale zekerheid niet ziet zitten. De tweede boodschap bracht hij mee van de Europese top in Luxemburg : werklozen moeten ofwel werk aanvaarden, ofwel een opleiding volgen. Met zijn recentste boodschap gaat de eerste minister nog maar eens, vooral dan in syndicale kringen, op gevoelige tenen staan : het stelsel van de brugpensioenen deugt niet en moet dus overboord. Dat zei de premier niet letterlijk, maar de boodschap was zonneklaar.

Dehaene argumenteerde op het Planbureau-colloquium waar hij het brugpensioen-schot voor de boeg loste dat werknemers die nog perfect kunnen functioneren in het economisch proces niet langer op 55-jarige leeftijd of zelfs vroeger uit dat proces mogen worden weggehaald. Dit stelsel brengt immers de toekomstige financierbaarheid van de sociale zekerheid in het gedrang. Overschot van gelijk heeft de premier met die stelling, maar dat thema was ook al nadrukkelijk aan de orde toen Dehaene jaren geleden zélf de ministerportefeuille van Sociale Zaken op zak had. De argumentatie van de premier verraadt meer over zijn feeling voor wat politiek haalbaar is (al te vaak komt die politieke haalbaarheid gewoon neer op geen andere weg meer op kunnen) dan over zijn politieke moed. Een moedig politicus de titel staatsman waardig had deze problematiek minstens tien jaar geleden al op de agenda geplaatst. Economen die toen op het onzinnige van de brugpensioenen wezen, konden steevast op het hoongelach van minister Dehaene rekenen.

Het regime van de brugpensioenen werd in 1974 ingevoerd in het kader van de strijd tegen de werkloosheid. Door de jaren heen werd er heel wat aan gesleuteld. Maar als instrument van werkloosheidsbestrijding faalde het compleet. Dat ons land een van de laagste tewerkstellingscijfers van alle geïndustrialiseerde landen haalt, bewijst dat ten overvloede. Men zou zelfs kunnen argumenteren dat het brugpensioenstelsel de werkloosheid nog verhoogde, aangezien de enorme kosten ervan ruim 50 miljard frank in 1996 hogere belastingen uitlokten die per definitie werden geheven op rendabele activiteiten. De jobcreatie in die sectoren werd op die manier afgeremd.

Het systeem van de brugpensioenen is het prototype-resultaat van wat men in België het succesvolle sociaal onderhandelingsmodel noemt. Vakbonden en patronaat zoeken een oplossing voor een sociaal probleem in dit geval de werkloosheid en raken niet verder dan een cosmetische ingreep omdat hun analyses ten gronde te ver uit elkaar liggen. Cosmetica kost echter geld en daar moet de staat dan voor zorgen. Dit is de essentie van het sociaal-overleg in België : vakbonden en patronaat kunnen pronken met een (schijn)oplossing en de anonieme belastingbetaler betaalt het gelag. Tussen ons sociaal overlegmodel en onze torenhoge staatsschuld lopen vele verbindingskanalen. Dat het VBO nu haastig inpikt op de suggesties van premier Dehaene, is hypocriet. De patroonsorganisatie heeft, net als de vakbonden, het brugpensioen misbruikt als makkelijkheidsoplossing.

Het is ook perfect begrijpelijk dat ABVV-kopstuk Mia De Vits de uitlatingen van Dehaene “onbegrijpelijk” vindt. Naarmate ondingen als het brugpensioen wegvallen, zullen de sociale partners meer en meer worden verplicht de ware oorzaken van ons enorm werkloosheidsprobleem onder ogen te zien. En dat is helemaal niet, zoals De Vits’ zusterorganizatie FGTB nu weer met veel aplomb eist, een drastische arbeidsduurvermindering. Neen, het gaat om loonkosten, totale fiscale druk en arbeidsmarktorganisatie.

De Vits vindt de opmerkingen van premier Dehaene over het brugpensioen ook onbegrijpelijk omdat met de discussie daarover ook de wettelijke pensioenleeftijd in het algemeen opnieuw uit de taboe-kast dreigt gehaald te worden. Nochtans liggen ook hier de kaarten vrij eenvoudig. Willen we onze huidige vorm van sociale zekerheid financierbaar houden zelfs na uitwieding van de grootste actuele misbruiken dan zal de pensioenleeftijd omhoog moeten en liefst zo snel mogelijk. Dit heeft absoluut niks te maken met ideologie zoals mensen als De Vits zo graag van de daken schreeuwen , maar alles met demografische evoluties én de houdbaarheid van bepaalde (hoge) niveaus van fiscale druk. Zowel politici als syndicalisten zullen moed moeten opbrengen om deze realiteit beleidsmatig aan de orde te stellen.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content