Bakstenen in de aula
Binnenkort bestaan er in ons land vier postuniversitaire opleidingen vastgoedkunde. Het vastgoedvak leren in de universiteitsaula? Het helpt in elk geval de professionalisering van de sector, zo luidt het bij de universiteiten.
Bij de start van het nieuwe academiejaar nog op zoek naar een interessante opleiding? Eind dit jaar start de Louvain School of Management (LSM) met de opleiding Executive Master en Immobilier. LSM wil inspelen op de groeiende nood aan professionalisering in de vastgoedsector. Academisch directeur Christian Lasserre: “Het vastgoedvak wordt almaar complexer. Tegelijkertijd internationaliseert de sector. Om mee te kunnen spelen in die internationale concurrentiestrijd moet het niveau van de Belgische vastgoedprofessionals omhoog.”
De opleiding geniet de steun van het Fonds Christophe van Rycke. Christophe van Rycke, die in 2006 overleed, was de jongste bestuurder van Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS) Belux. In die functie was hij een groot pleitbezorger van vastgoedonderwijs en onderzoek. “De familie van Christophe wil met het fonds zijn inzet voor de professionalisering van de sector voortzetten”, vertelt Lasserre. “Ze zijn specifiek op zoek gegaan naar een Franstalig initiatief omdat er daar nog een leemte was. In Vlaanderen was het speelveld al goed bezet.”
Kiezen kan
In Vlaanderen hebben vastgoedprofessionals al langer de keuze tussen het Postgraduaat in de Vastgoedkunde van de KU Leuven en de Master in Real Estate Management van de AMS. Beide opleidingen zagen het licht in 1995. Iris Beyers, programmacoördinator bij AMS merkt op dat het vastgoed aan het begin van de jaren negentig een zware crisis doormaakte. “Die legde ook het gebrek aan kennis en professionalisme bij een groot deel van de vastgoedspelers bloot”, zegt ze.
In Antwerpen stond professor Robert Van Straelen aan de wieg van de opleiding. Van Straelen, die onder meer bedrijfseconometrische modellen doceerde aan de Ufsia, had ook goede contacten in de vastgoedsector. In Leuven kwam de vraag voor een vastgoedopleiding echt vanuit de sector, aldus Maigret Jansen, programmacoördinator vastgoedkunde bij het Postuniversitair Centrum. “Maar je hebt dan wel nog mensen nodig die de kar trekken”, zegt ze. “Dat waren bij ons onder andere Philippe Janssens van Stadim, Karl Van Oosterwijck van Cushman & Wakefield en Robert De Lathouwer, professor aan de KU Leuven en zaakvoerder van het studiebureau Artex.”
Die ietwat verschillende ontstaansgeschiedenis – in Antwerpen vanuit een universitair initiatief, in Leuven vanuit de sector – is vandaag nog voelbaar in de twee programma’s. In Antwerpen, waar de opleiding in 2000 werd omgevormd tot een master-na-masteropleiding van twee jaar, focust het programma ook sterk op vastgoedfinanciering, een expertiseterrein met een duidelijke connectie naar de Ufsia-roots. In Leuven is de opleiding ingebed in drie faculteiten: economie en bedrijfswetenschappen, ingenieurswetenschappen en rechtsgeleerdheid. De opleiding duurt slechts een jaar en ze leidt niet tot een masterdiploma maar tot een postgraduaatstitel. “Een bewuste keuze”, zegt Maigret Jansen. “Het geeft ons meer flexibiliteit, maar vooral: het maakt de opleiding makkelijker combineerbaar met een zwaar professioneel leven.”
Volgens Iris Beyers laat een tweejarige opleiding meer diepgang toe, maar ze erkent ook dat het een zware belasting is voor de deelnemers. “Het vraagt opofferingen, trouwens ook van de werkgever, want een deel van de cursussen wordt tijdens de werkuren gegeven. We bespreken dat met de kandidaten tijdens een intakegesprek want we willen echt wel vermijden dat deelnemers afhaken.”
Beyers en Jansen benadrukken dat het goed is dat de twee opleidingen verschillen van insteek. “Kandidaten kunnen zo een opleiding kiezen die het best past bij hun noden.” Een luxe die nu, met het initiatief van LMS, ook is weggelegd voor de Franstalige vastgoedprofessionals. Solvay Brussels School biedt immers al sinds het academiejaar 2002-2003 het Executive Progamme en Immobilier. Ook in het Franstalige landsgedeelte trachten de twee opleidingen zo veel mogelijk uit elkaars vaarwater te blijven. “Er is ook in Franstalig België plaats voor twee opleidingen, zolang ze maar geen kopie zijn van elkaar”, zegt Jean-Paul Loozen, academisch directeur van de Solvay-opleiding en partner bij Deloitte.
Nog meer dan de Leuvense vastgoedopleiding profileert het executiveprogramme van Solvay zich als een zeer praktijkgerichte opleiding. “Alle docenten staan met hun twee voeten in de praktijk”, zegt Loozen. “En de gemiddelde leeftijd van onze deelnemers is 33 jaar. Dat zijn dus mensen met ongeveer tien jaar werkervaring.” Het programma is ook erg gebald en de deelnemers moeten geen examens afleggen. “Ze moeten wel in kleine groepjes werkjes maken en een multidisciplinaire casestudy uitwerken”, verduidelijkt Loozen. “De opdracht is altijd dezelfde: voor een grootschalig terrein een compleet projectontwikkelingsplan opstellen.”
Het woord is gevallen: multidisciplinair. Alle vier de opleidingen gaan er prat op dat ze een zeer breed kennisveld (recht, financiering, fiscaliteit, technieken en stedenbouw…) aan bod laten komen in het programma. “Dat is ook maar logisch”, vindt Christian Lasserre. “Een vastgoedproject is eigenlijk een bundeling van verschillende expertises. Dat moet je dus ook weerspiegeld zien in de opleiding.” De erg hoog aangeschreven Amsterdam School of Real Estate (ASRE) is echter teruggekomen van het idee om een brede waaier van vakgebieden te bundelen in een vastgoedopleiding. “Dat gaat ten koste van de diepgang”, stelt directeur Leo Uittenbogaard (zie kader Amsterdam focust op investeren in ruimte).
Netwerken tijdens de lesuren
Het multidisciplinaire karakter van de Belgische vastgoedopleidingen vertaalt zich ook in een in zeer divers deelnemerspubliek. Vastgoedinvesteerders en projectontwikkelaars vormen een belangrijke groep, maar daarnaast is het deelnemersveld een bonte mix van architecten, stedenbouwkundigen, bankiers, vastgoedmakelaars, consultants, ambtenaren, advocaten en ingenieurs. “De deelnemers appreciëren dat ook”, zegt Iris Beyers. “Het bevordert de interactie en het is ook een vorm van netwerking.”
Voor een sector die in sterke mate teert op persoonlijke contacten, is dat inderdaad een pluspunt. De alumniverenigingen in Leuven en Antwerpen (de Real Estate Society (RES)) zijn erg actief en in de programmabrochures worden ze aangehaald als een extra troef. AMS en KULAK breiden hun aanbod overigens ook uit met kortere en/of meer gespecialiseerde opleidingen, waarbij het opleidingsgedeelte wordt gecombineerd met netwerkmogelijkheden.
Is de professionalisering van de sector, na ongeveer vijftien jaar postacademisch onderwijs, een feit? “Zeker”, antwoordt Maigret Jansen. “En het beste bewijs is het blijvende succes van de opleidingen. Als het geen meerwaarde biedt voor de sector, dan sturen bedrijven hun medewerkers niet meer naar zo’n opleiding.”
Ook Jean-Paul Loozen ziet een zeer gunstige evolutie. “In het algemeen ligt het niveau bij ons een stuk hoger dan vijftien jaar geleden. Ik ervaar als ik samen zit met Belgische en buitenlandse vastgoedspelers eigenlijk geen niveauverschil. Onze toppers kunnen de vergelijking echt wel doorstaan. Maar in de lagere echelons kunnen we wellicht nog wel een inhaalbeweging doen.”
Door Laurenz Verledens
Het deelnemersveld is een mix van uiteenlopende beroepen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier