Audi A4

Serieuze facelift voor ‘key player’.

Zeggen dat de Audi A4 een belangrijk model is voor de Duitse constructeur, is een open deur intrappen. Zowel internationaal als op de Belgische markt is dit de vaandeldrager van het merk. Vorig jaar verkocht Audi er tienduizend van in België. Goed voor de helft van de totale verkoop van het merk. Bovendien is de A4 ook een key player op de fleetmarkt. In het segment van de A4 zetten alle merken samen 61 procent van hun auto’s om in de fleet. De A4 doet met 70 procent een stuk beter. Er staat dus heel wat op het spel voor Audi, met deze vernieuwde A4.

Helemaal nieuw is hij inderdaad niet. Het gaat hier om een (weliswaar zeer) ingrijpende facelift van het model dat vier jaar geleden op de markt kwam. Dat heeft na-, maar ook voordelen: Audi kan het zich niet echt permitteren om met omhoog gekamd borsthaar te zeggen dat dit een nagelnieuw model is. Tegelijk is het in zo’n geval mogelijk om in één keer een volledig gamma op de markt te zetten: niet alleen de berline, maar ook de Avant (breakversie), en vooral alle mogelijke motorenversies. Bij de lancering van een écht nieuw model sijpelen al die configuraties maar mondjesmaat binnen.

Soit, de grondige facelift laat zich resumeren tot drie domeinen: koetswerk, onderstel en motoren. Zo heeft de A4 nu ook het single frame-radiatorrooster in zijn snoet. Samen met de vernieuwde achterkant zorgt deze ingreep ervoor dat de familietrekjes, zo uitdrukkelijk aanwezig in de A6 en A8, ook hier meteen in het oog springen. Een tweede prioriteit voor Audi was het onderstel. Het lastenboek van de ingenieurs was eenvoudig: het meest neutrale chassis in dit segment maken, dat tegelijk heel dynamisch aanvoelt. En tot slot krijgt de A4 natuurlijk de nieuwste motoren van de VW-groep: een aanbod waarin ieder (zowel particulieren als fleet) zijn gading vindt. Van zuinige mechanieken tot zeer gespierde tuigen.

Voor de test kozen we er de tweeliters uit: de 2.0 TDi van 136 pk en de 2.0 FSi turbo van 200 pk. Van de diesel wisten we al wat te verwachten: krachtig in de lage toeren en dus heel soepel rijden. De tweeliter benzine bleek een ware revelatie. Niet in het minst omdat hij zijn maximale koppelkracht (en dus herneming) levert tussen 1800 en 5000 toeren. Inderdaad, het rijplezier van de huidige dieselgeneratie getransponeerd naar een heerlijk joelende benzinemotor. Tenminste, als je in de hoge toeren gaat, want anders blijft hij wonderzacht fluisteren.

Audi maakt de prijzen straks bekend tijdens het Salon van Parijs en, meegenomen, belooft dat ze sterk vergelijkbaar zullen zijn met de uitdovende versie. Begin november staat de nieuwe A4 in de showroom.

Jo Bossuyt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content