Antwoord van minister Van den Bossche

De overheid betaalt gemiddeld veel beter dan de privé-sector, zo stelde Trends ten tweede male vast. Minister van Ambtenarenzaken Luc Van den Bossche reageert deze keer minder heftig op onze analyse.

Anderhalf jaar geleden ging minister van Ambtenarenzaken Luc Van den Bossche ( SP.A) heftig tekeer tegen dit blad. Uit RSZ-cijfers analyseerden we dat de overheid gemiddeld beter betaalde dan de privé-sector. In zijn reactie op de nieuwe cijfers (zie Trends, 7 november 2002) drukt Van den Bossche zich heel wat genuanceerder uit.

De minister beschouwt het principe van een vergelijking op basis van gemiddelden niet langer als volstrekte onzin. Van den Bossche onderschrijft ook wat uit onze cijfers blijkt: de grote voorsprong van de brutolonen in de publieke sector vermindert aanzienlijk wanneer we premies, bonussen, commissies en dergelijke meetellen. Toch blijft ook dan de gemiddelde ambtenaar gevoelig in het voordeel.

Minister Van den Bossche geeft aan dat de gemiddelde cijfers gecorrigeerd moeten worden voor verschillen in de scholingsgraad. Die bedenking maakten wij zelf ook al, met dien verstande dat verschillen in scholingsgraad pas echt relevant worden in de lonen als ze ook gepaard gaan met productiviteitsverschillen. Over productiviteit rept Van den Bossche echter met geen woord in zijn reactie.

We kunnen niet ontkennen dat de minister ook enkele zinnige nuanceringen aanreikt. Het staat bijvoorbeeld buiten kijf dat het concept ‘gemiddeld loon’ scheefgetrokken wordt omdat de overheid bij een arbeidsongeval of zwangerschapsverlof het loon gewoon blijft doorbetalen. In de privé-sector wordt via de mutualiteiten voor een vervangingsinkomen gezorgd dat niet onder de noemer loon valt. Deze effecten isoleren en kwantificeren, is echter uiterst moeilijk. De minister maakt dan weer geen gewag van het feit dat het personeel in de lagere overheden niet in onze cijfers is opgenomen. Het is algemeen bekend dat zij binnen de overheid meer dan gemiddeld betaald worden.

Heel opmerkelijk tot slot is deze reactie van Van den Bossche: “Periodes van tijdelijke, structurele, economische werkloosheid komen niet voor in de jaarcijfers die Trends hanteert.” Omdat de werkloosheid vooral niet- en mindergeschoolden treft, zou als gevolg van de opname van deze werklozen in de loongegevens het gemiddelde loon in de privé-sector nog lager liggen tegenover het gemiddelde loon in de publieke sector.

J.V.O. [{ssquf}]

De volledige reactie van minister Luc Van den Bossche vindt u op trends.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content