Ambassadeur van de landbouw
Eind april werd Pieter Van Oost verkozen tot ondervoorzitter van het Conseil Européen des Jeunes Agriculteurs (CEJA). Daarmee mag hij al voor de tweede keer op zeer jonge leeftijd een mandaat opnemen.
Ik ben niet verkozen omdat ik een jonge, knappe gast ben. Of dat denk ik toch niet,” lacht Pieter Van Oost (25). De kersverse ondervoorzitter van CEJA bekommert zich de komende twee jaar samen met de rest van de organisatie om syndicale problemen in de sector en de vorming van jonge landbouwers. Het was niet evident om als vertegenwoordiger van een klein land verkozen te worden. “Wat er op mijn lever ligt, zeg ik ook. In vergaderingen kan het botsen, ook met vrienden, maar dat maak ik daarna op café weer goed.” Bang dat zijn jonge leeftijd tegen hem speelt, is Van Oost niet. Al zijn de andere verkozenen tussen 30 en 35. “De inhoud telt. Ik ben wel van plan gefundeerde zaken aan te brengen. Er wordt naar mijn gevoel trouwens steeds vaker naar jongeren geluisterd.”
Van Oost is gewend als jongeling een leidinggevende functie op te nemen. Groene Kring, een beweging van jonge land- en tuinbouwers, vroeg de biotechnoloog al in 2004 voorzitter te worden. Een aanbod dat Van Oost afsloeg, omdat hij het juiste diploma en ervaring miste. Niet veel later nam hij het mandaat toch op. “Toen ik begon, waren de meeste van mijn medewerkers ouder dan ik, maar ik heb nooit moeite gehad om te delegeren. Je moet dat gewoon op de juiste manier aanpakken.”
Het hoofdkantoor bevindt zich in Leuven, het ouderlijk huis in Kruishoutem. De grote afstand die hij dagelijks moet afleggen maken Van Oost zijn dagen er niet korter op. Om zes uur zit hij al in de wagen, rond acht uur ‘s avonds parkeert hij die weer thuis, althans als er geen avondvergaderingen op het programma staan. Dan overnacht Van Oost geregeld in een gastenkamer in een Leuvense hoeve.
In zijn vrije tijd helpt Van Oost zijn ouders in hun sierteeltbedrijf. Eén keer per week probeert hij ook tijd vrij te maken voor zijn passie toestelturnen. “Vroeger deed ik dat in competitie en werd ik getraind door Russen. Zo snel mogelijk naar de top en geen schrik hebben, was toen het motto. Daar haal ik nu nog altijd veel uit.” Over hoe zijn carrière zal evolueren, spreekt Van Oost zich nog niet uit. “Nu kan ik kennis en een netwerk opbouwen. Verder geloof ik dat het verloop van je carrière vaak van toeval afhangt.”
PIETER VAN OOST (CEJA)
IS: nationaal voorzitter Groene Kring.
IS: ondervoorzitter CEJA.
Vrije tijd: toestelturnen, scouts, jeugdhuis.
SJS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier