Als een schilderij van Van Eyck
Elk kader heeft zijn eigen geschiedenis, zijn eigen leven en zijn personages. Tomas Nollet en Hilde Huyghe nodigen ons uit om een groots doek te ontdekken.
Tweeëndertig portieken. Via dit inmiddels bijna magische getal voor Tomas Nollet en Hilde Huyghe dompelen deze twee jonge architecten ons onder in levendige decors van hedendaagse scènes. Zij halen een deel van hun inspiratie voor dit werk bij de Vlaamse Primitieven en leggen personages (de passanten van de publieke doorgang) vast in acht decors. De 32 glazen portieken zijn onderverdeeld in acht groepen van vier met hout omlijste ramen. Zij leiden de voorbijgangers langs een toverachtige sprookjeswereld. Een ongetwijfeld origineel maar verre van absurd idee.
“Deze organisatie van ruimtes maakt het mogelijk om het gebouw van de Christelijke Mutualiteiten in te passen in de openbare ruimte en in de gemeente te integreren. Door zijn inplanting ontstaat er een stedelijke ontmoetingsplaats,” aldus Tomas Nollet. “Via een steegje verbindt het gebouw twee belangrijke straten van Maldegem met elkaar. De school op de hoek van een van die straten zorgt ervoor dat het steegje druk gebruikt wordt. We wilden de bestaande doorgang nog meer betekenis geven door het gebouw er parallel op te enten. De traditionele ingang werd van de straatzijde naar die voetgangersdoorgang verplaatst. De kaders versnipperen de continuïteit van de publieke passage en leggen herinneringen, beelden en stedelijke landschappen vast”.
Een ingenieuze indeling die de gevel bovendien een bepaald ritme verschaft. ‘s Nachts wordt de publieke doorgang verlicht door tl-lampen die langs de façade binnen in het gebouw werden geplaatst.
Persoonlijke accenten
In het universum van dit architectenduo krijgt elk werk een eigen aanpak. Bij dit werk was de bestaande publieke doorgang de aanzet om na te denken over een specifieke organisatie van het bouwprogramma. “We wilden een gradatie van de openbare naar de privé-ruimte creëren,” vertelt Hilde Huyghe. “Het betonnen platform dat zich langs het gebouw uitstrekt en toegang tot het gebouw geeft, vertegenwoordigt de semi-privé-zone tussen de openbare weg en het gebouw. In het gebouw wordt die gradatie voortgezet in de specifieke kleur- en materiaalkeuze voor de zones die bestemd zijn voor het publiek en voor het personeel.” Hout en beton werden om hun eenvoud gekozen en versterkt met specifieke kleuren: wit voor de publieke zones en grijs voor de personeelsruimten.
Bij de raamkaders in het zuidwesten aan de kant van de Stationsstraat wordt dit spel tussen openbare en privé-ruimten verlengd in de zonwering. Op de begane grond is dat het geval bij het lokaal van de dienst maatschappelijk werk, op de verdieping voor een vergaderzaal en voor de personeelsfoyer.
Bij het algemene concept werd ook nagedacht over de verhoudingen. De houten portieken en de zichtbare betonnen kolommen en balken hebben een hoogte en dikte van respectievelijk 15, 30 en 60 centimeter. Dat schept een ruimtelijke rust. Naast de centraal dragende wand wordt het gebouw gedragen door 34 schrijnwerkkolommetjes, wat het gebouwtje een frêle karakter bezorgt. Op het platte dak biedt een zwart blok ruimte voor de technische installaties van het gebouw. Dat blok doet denken aan de schoorstenen boven de aanpalende gebouwen. In het achterdeel van het dak werd een lichtschacht gecreëerd die rechtstreeks op de kantoren uitgeeft. “Al die initiatieven zijn bedoeld om het gebouw harmonieus in de omgeving in te passen. Wij wensen het in alle discretie in de omgeving tot uiting te laten komen,” vertelt Tomas Nollet.
Nieuw begin
Het project weerspiegelt een grondige verandering van de inplanting van het gebouw in de stad. Het symboliseert eveneens de toekomstgerichte werkmethode van de Christelijke Mutualiteiten. Het ziekenfonds is gestart met een grootscheeps verbouwingsprogramma voor de oude kantoorgebouwen. Hierbij gaat de grootste prioriteit naar een gepersonaliseerd contact met de klanten. Troosteloze en onpersoonlijke loketten behoren tot het verleden, het tijdperk van de adviesruimtes is aangebroken. In Maldegem hebben de twee architecten rond dit concept gewerkt. “De indeling van het gebouw, zijn eenvoud en zijn transparantie vertalen die nieuwe dimensie,” vervolgt Hilde Huyghe. Een voorbeeld hiervan is de duidelijk zichtbare brievenbus aan de ingang, waarin de bezoekers hun briefjes kunnen deponeren. Vroeger moesten ze die aan het loket afgeven. De twee architecten hebben die denkpiste tot in de kleinste details gevolgd en zorgden ook voor het meubilair en de binneninrichting.
Véronique Pirson [{ssquf}]
CM is gestart met een grootscheeps verbouwingsprogramma voor de oude kantoorgebouwen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier