Albert Frère over 11 september
Baron Albert Frère is karig met interviews. Voor het eerst in jaren klapt hij uit de biecht, en dat ter gelegenheid van de herdenking van de aanslagen op New York en Washington.
Herinnert u zich nog waar u was toen op 11 september 2001 de WTC-torens in New York instortten? Baron Albert Frère in ieder geval wel. Hij was met een aantal Spaanse en Belgische zakenvrienden aan het jagen in Engeland. Het gezelschap was net aan het lunchen toen de zoon van graaf Leopold Lippens zijn vader vanuit New York opbelde met het verschrikkelijke nieuws. Hij vertelde dat hij zelf ongedeerd was, en beschreef de crisissfeer ter plekke.
“Zoals zoveel miljoenen mensen zijn we aan het televisiescherm gekluisterd gebleven om met een gevoel van afschuw en ongeloof de gebeurtenissen rechtstreeks te volgen,” vertelt Frère aan Trends. “Ik heb heel wat relaties in de Verenigde Staten, maar gelukkig werd geen van hen door het drama persoonlijk getroffen.”
TRENDS. De commentator van de krant ‘Le Monde’ schreef daags na de gebeurtenissen op de eerste pagina: ‘Wij zijn allemaal Amerikanen’. Bent u het daar nog altijd mee eens?
FRERE. “In zekere zin wel. Al voel ik me veeleer een wereldburger en een Europeaan. Maar ik vergeet het verleden niet.”
Europeanen begrijpen niet altijd die patriottische hartstocht van de Amerikanen, ook al leven ze mee met hun leed. Is dat ook voor u het geval? Of lijden wij aan een gebrek aan patriottisme?
FRERE. “Ik begrijp die patriottische hartstocht van de Amerikanen wel, en ik vind dat ook wij op dat vlak niet te kort schieten. Alleen uiten we het op een minder spectaculaire manier. Denk maar aan de reactie van de bevolking bij het overlijden van koning Boudewijn of, om het ook even over heugelijker gebeurtenissen te hebben, bij het huwelijk van prins Filip en prinses Mathilde of… wanneer onze Rode Duivels of andere sportlui de nationale kleuren eer aan doen.”
We zijn nu een jaar later. Vindt u niet dat het medeleven van de hele wereld met de Amerikaanse slachtoffers snel omgeslagen is in primair anti-amerikanisme? Vanwaar die vijandigheid tegenover een land dat ons in het verleden twee keer uit de brand heeft geholpen? Angst voor de hegemonie van Uncle Sam?
FRERE. “De golf van solidariteit die de Amerikanen na 11 september 2001 te beurt viel, was de uitdrukking van spontane gevoelens van broederlijkheid. Het is normaal dat die na verloop van tijd niet meer zo zichtbaar geuit worden, maar levendig zijn ze nog wel. Kijk maar naar de aanwezigheid van een delegatie van de New Yorkse brandweerlui op het defilé van 14 juli in Parijs, of de recente gift van Belgische brandweerkorpsen aan de families van hun vermiste New Yorkse collega’s.
“We mogen echter niet alles vermengen. Onze cultuur, onze waarden en onze belangen plaatsen ons natuurlijk in het Amerikaanse kamp. We behoren duidelijk tot dezelfde familie en we onderhouden stevige relaties. Maar binnen een familie mag ook best wel eens gediscussieerd worden. En het is niet omdat we bevoorrechte betrekkingen met elkaar onderhouden, dat we het noodzakelijk ook over alles eens moeten zijn. Europa moet zijn eigenheid tonen en zijn standpunten over fundamentele kwesties doordrukken in een sfeer van gezonde solidariteit. We kunnen vrienden en partners zijn zonder gedomineerd te worden.”
Denkt u niet dat de financiële schandalen die de VS teisteren meer schade kunnen toebrengen aan de wereldeconomie dan de bewuste aanslagen?
FRERE. “Die twee gebeurtenissen kunnen niet met elkaar vergeleken worden. De excessen die we vandaag zien, werden mogelijk gemaakt door de euforische sfeer tijdens de boom van de jongste jaren, een periode waarin het gezond verstand verstek gaf. Maar de financiële luchtbel, die in zekere zin de economische groei ondersteunde, is al vóór 11 september 2001 beginnen leeg te lopen. Het is duidelijk dat de financiële gezondheid van een land in grote mate afhangt van psychologische factoren, waaronder in de eerste plaats de index van het consumentenvertrouwen en het vertrouwen van de investeerders. In dat verband zijn de financiële schandalen die de VS door elkaar hebben geschud bijzonder schadelijk.”
Vindt u dan niet dat de wetgever een rol te vervullen heeft bij het herstellen van het vertrouwen? Wat vindt u in die optiek van het voornemen om bedrijfsleiders te laten verklaren dat hun rekeningen correct zijn?
FRERE. “De aandeelhouders spelen beslist een belangrijke rol. Een chief executive officer (CEO) moet tegenover zich een vertegenwoordiger van de eigenaars hebben met wie hij een dialoog kan aangaan en de spelregels kan vastleggen. Wanneer men het over deugdelijk bestuur heeft, moet men zich veel meer bezighouden met het onmisbare evenwicht tussen bestuurders en aandeelhouders.
“Uiteindelijk komt de wetgever altijd tussenbeide. Als liberaal betreur ik dat. Als bedrijfsleiders hebben we namelijk de verantwoordelijkheid om zelf de nodige maatregelen ter treffen om het vertrouwen van de beleggers te herstellen. Wat de aangekondigde reglementaire maatregelen betreft, die kunnen op zich geen kwaad – ook al lijken sommige ervan veeleer symbolisch te zijn.
“Neem nu het geval van die echtverklaring van de rekeningen. Met de uitwerking daarvan zal een CEO zich niet bezighouden. Het is zijn rol om een professionele en efficiënte organisatie op poten te zetten die zo’n taak op een eerlijke manier kan uitvoeren. Of hij de rekeningen al dan niet persoonlijk voor echt verklaart, verandert niets aan het feit dat hij de eindverantwoordelijkheid draagt.
“Rest natuurlijk de vraag van de persoonlijke ethiek. Dat is een maatschappelijk probleem. Sommige grondprincipes moeten opnieuw hun plaats en kracht krijgen. Mag ik even beklemtonen dat mijn groep en ikzelf er al herhaaldelijk op gewezen hebben dat het Angelsaksische systeem niet feilloos is, en dat de procedures die in het oude Europa gehanteerd worden vaak superieur zijn?”
Is Europa beschut tegen de financiële schandalen die de VS treffen?
FRERE. “In principe niet. We moeten objectief blijven en de schandalen die óns continent getroffen hebben niet vergeten. Wel lijken dergelijke fenomenen in de VS een veel grotere omvang te nemen. In Europa wordt daarop over het algemeen veel conservatiever gereageerd.”
Hebben de aanslagen van een jaar geleden uw blik op de wereld of uw manier van zakendoen veranderd?
FRERE. “Mijn visie op de wereld is niet fundamenteel veranderd, ook al hebben de gebeurtenissen van 11 september mij fundamenteel geschokt. Maar ik stel wel vast dat de volatiliteit op korte termijn aanzienlijk is toegenomen. Het is moeilijk geworden om de markt te doorgronden en een onderscheid te maken tussen fundamentals en technische of psychologische effecten.”
Denkt u dat de zakenwereld voortaan meer rekening moet houden met de geopolitiek dan vroeger? Evolueren we niet naar een soort chaosmanagement?
FRERE. “Of men het nu leuk vindt of niet, de globalisering is een feit. De politieke geografie is dan ook een onvermijdelijk element van het zakenleven. De grote vraag is echter te weten hoe die globalisering beheerd moet worden, en hoe je ervoor kunt zorgen dat de nieuwe economische wereldorde niet neerkomt op chaosmanagement, zoals u het noemt. Ik ben altijd van oordeel geweest dat het de rol is van de ondernemer om oplossingen aan te reiken, in de hoop dat ze zo geschikt en duurzaam mogelijk zijn.”
Zijn er sectoren of regio’s in de wereld die u voor elke vorm van zakendoen vermijdt?
FRERE. “Ik hou niet van ‘exclusieven’, maar we concentreren onze directe investeringen inderdaad binnen een haalbare actieradius. We vinden het van essentieel belang om fysiek contact te onderhouden, en een permanente dialoog aan te gaan met de directeurs van onze participaties. Die participaties volgen natuurlijk een wereldwijde trend, waarbij de vestigingen heel verspreid komen te liggen. Ik hanteer een dubbele regel voor investeringen: enerzijds het economisch belang, anderzijds respect voor de wet.”
Amid Faljaoui [{ssquf}]
Vanaf blz. 58 gaat Trends gedetailleerd in op de economische gevolgen van 11 september 2001. Vormden de aanslagen een keerpunt? Of veeleer een katalysator? Geert Noels (Petercam), Harvey Rosenblum (Amerikaanse vereniging van zakeneconomen) en Robert Litan (Brookings Institution) geven hun mening.
“Het is niet omdat we met de VS bevoorrechte betrekkingen onderhouden, dat we het over alles eens moeten zijn.”
“Of een CEO de rekeningen nu persoonlijk voor echt verklaart of niet, verandert toch niets aan het feit dat hij de eindverantwoordelijkheid draagt?”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier