Advocaatje pesten

Vorige week kwam de advocaat vrij die enkele weken werd ondervraagd wegens zijn eventuele betrokkenheid in een fraude met kasgeldvennootschappen. Advocaten worden meer en meer het voorwerp van strafonderzoeken. Een trend die fraudecommissaris Alain Zenner wil versterken.
Drie weken geleden werd een advocaat door het gerecht opgepakt wegens zijn mogelijke betrokkenheid bij het opzetten van kasgeldvennootschappen, fiscale constructies die de schatkist miljarden hebben gekost. De man kwam inmiddels vrij, maar meer advocaten zullen zijn lot volgen, lieten de onderzoekers verstaan.
Als het van regeringscommissaris Alain Zenner afhangt, zullen advocaten bij frauduleuze constructies strenger worden aangepakt door het gerecht. De pleiters zien de bui al een tijd hangen.
Gevaarlijk beroep
Raf Verstraeten, strafpleiter bij het advocatenkantoor Eubelius (voorheen Dieux Geens Cornelis), bevestigt dat het beroep “veel gevaarlijker” is geworden in vergelijking met vroeger. Hij stelt ook vast dat zijn confraters meer dan vroeger tegen het licht worden gehouden door het gerecht. “Een advocaat kan zijn handen niet meer in onschuld wassen als de cliënt een advies gebruikt om fraude te plegen,” bevestigt Verstraeten, die overigens benadrukt dat hij nooit moeilijkheden van die aard heeft gehad. “Wie dacht immuun te zijn, kreeg ongelijk.”
De pleiter stelt vast dat de grens tussen advies en medeplichtigheid in strafbare feiten voor sommige advocaten niet al te breed is. Zo rolden nogal wat constructies uit de advocatenbureaus die eigenlijk maar op één manier konden worden uitgelegd: instrumenten om de wet te ontduiken. “Kasgeldvennootschappen, FBB’s en andere zogenaamde creatieve producten waren in het begin een perfect legaal systeem op maat van één welbepaalde cliënt,” zegt hij. “Maar anderen – accountants, bankiers én advocaten – gingen minder scrupuleus te werk. Ze verkochten ze aan Jan en alleman. Het doet me denken aan een chemicus die een aantal stoffen verkoopt aan een terrorist. Als je zus en zo op die manier vermengt, krijg je een bom, dus dat mag wettelijk gezien niet, was het advies. Wat de cliënt met het advies deed? Zijn zaak niet. Zo’n bom kan in je gezicht ontploffen.”
Confrater Albert Tanghe heeft problemen met het feit dat het gerecht ook ná de strafbare daad achter advocaten aan gaat. “Dat men onderzoekt of een adviseur niet over de schreef ging, kan ik begrijpen,” stelt hij. “Maar eenmaal de feiten zijn gepleegd, geldt het recht van de verdediging. Wat moet ik echter doen als een cliënt laakbare feiten heeft gepleegd en de situatie wil rechttrekken? Voor mij is dat een onderdeel van het recht op verdediging. Maar het gerecht lijkt dit meer en meer te beschouwen als medeplichtigheid: het faciliteren van misdrijven.”
Met als gevolg dat het gerecht de onderzoeken meer en meer afstemt op de advocaten, die worden beschouwd als de consiglieri van criminele netwerken. Tanghe stelt vast dat de onderzoekers (niet zozeer het parket) ronduit bedreigende taal gebruiken tegenover de advocaten. “We worden onder druk gezet – zelfs bedreigd met een celstraf – om de cliënt aan te geven,” weet hij. “Voorstellen zoals die van Zenner zullen die druk nog vergroten.”
Cliëntenonderzoek
Strafpleiter Johan Verbist ( De Bandt Vanhecke Lagae) stelt overigens vast dat sommige cliënten zich achter de advocaat trachten te verschuilen. “Als advocaat moet je voortdurend op je qui-vive zijn,” weet hij. “De cliënt vertelt meer dan eens de waarheid niet. Oplichters trachten je voor hun kar te spannen.”
Een medewerker van een groot advocatenkantoor kan ervan meespreken. Hem werd gevraagd om een deeladvies te geven over een onroerende transactie. Achteraf bleek die frauduleus. “De fraudeurs hadden hun product gesleten met het deeladvies van het gereputeerde kantoor in de hand. ‘Alles is in orde, want kantoor X heeft het goedgekeurd,’ kregen potentiële gedupeerden te horen. Voor je het weet, maak je dergelijke fraudeurs geloofwaardig,” vertelt een advocaat.
Net om die reden hebben heel wat kantoren een steering committee, dat onderzoekt of potentiële clienten wel te goeder trouw om advies vragen. “De cliënt is je grootste vijand geworden. Als je niet oppast, beland je samen met hem in de cel, zoals confrater D. nog maar eens mocht ondervinden,” zegt een topadvocaat.
Hans Brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier