Adder onder het gras
Deze week praat Yves Leterme (CD&V) opnieuw met de Octopusgroep over fiscale autonomie. De nota-Verhofstadt geeft ideeën aan. Komt er een regionaal tarief in de personenbelasting?
Tegen 23 maart moeten de politieke partijen de knoop doorhakken over de fiscale autonomie. In zijn werkdocument pleit Guy Verhofstadt (Open VLD) voor een dubbel tarief in de vennootschapsbelasting. Maar zo ver wil de eerste minister in de personenbelasting niet gaan. Volgens hem biedt het bestaande Sint- Michielsakkoord voldoende mogelijkheden, mits de nodige correcties. Zo kan het gewest nog bijkomende kortingen geven (afcentiemen). Wel pleit hij voor een geheel of gedeeltelijke opheffing van de bestaande beperkingen, waaronder het verbod op de deloyale concurrentie of het plafond van 6,75 %.
Wat de vennootschapsbelasting betreft, denkt de premier aan de invoering van een federaal en een regionaal tarief op een uniforme belastbare basis: het Zwitserse model. In de personenbelasting durft hij zijn nek niet uit te steken. Politiek ligt dit thema veel gevoeliger. Elke belastingplichtige heeft immers stemrecht, ondernemingen niet. Bovendien gaat het over veel meer geld: 35 miljard euro versus 12 miljard euro. Daarom volgt de topman van de Vlaamse liberalen zijn Franstalige collega, minister van Financiën Didier Reynders (MR), om het huidige pad verder te bewandelen. Wat betekent dat in de praktijk?
Axel Haelterman, professor belastingrecht aan de KU Leuven: “De eerste mogelijkheid is om een algemene korting van maximum 6,7 % – het wettelijke plafond – aan elke Vlaming te geven. Maar dat is vrij zinloos, want dit voordeel komt niet ten goede van de behoeftigen. Bovendien stimuleert de maatregel niets. De tweede optie bestaat uit selectieve belastingverminderingen binnen het gewestelijke beleidsdomein. Dat gebeurt nu al. Denk maar aan de aftrek voor beleggingen in groeiondernemingen (Arkimedes) of investeringen in nieuwe bedrijfjes van familie en vrienden (win-winlening). Gezien de stugge houding van de Walen in de overlegprocedure, zijn hier echter al vele Vlaamse voorstellen – zoals de korting op onroerende voorheffing bij bijkomende aanwervingen (Vlaminov) – gesneuveld. Bovendien beschouwt de Raad van State het tewerkstellingsbeleid als een federale materie. Dat beperkt de manoeuvreerruimte.”
Opening naar federalisten
Behoud het huidige systeem, maar gooi de remmingen weg. Dat is de samenvatting van Verhofstadt. Daarnaast bevat zijn nota een nieuwe piste: verhoog de fiscale verminderingen in de personenbelasting binnen de beleidsdomeinen van het gewest. Als voorbeeld somt hij woonsparen en kinderzorg op. Voor zelfstandigen, die niet onder een vennootschapsvorm werken, komt daar nog de investe- ringsaftrek bij.
Haelterman: “Hiermee creëert Verhofstadt, die toch geen voorvechter van de fiscale autonomie is, een relevante opening in de richting van de federalisten. In feite opent hij de deur voor een autonome vastgoedfiscaliteit. Vandaag is de onroerende voorheffing al een Vlaamse materie. Daar kan toch best de hypotheek- aftrek bij. Je moet wel zien dat de complexiteit van het systeem niet nog meer stijgt. Op dit vlak kan een korf van aftrekken soelaas bieden.”
Vandaag haalt de nationale schatkist 20 van de 35 miljard euro aan personenbelasting in Vlaanderen. Met een plafond van 6,75 % beschikt ons gewest dus over een autonoom budget van 1,35 miljard euro. Haelterman: “Daar kun je toch heel wat mee doen. Een echt Zwitsers model is het nog niet. Maar als de onderhandelaars de voorstellen van Verhofstadt aanvaarden, staan we wel een stap verder in de fiscale autonomie.”
Toch vindt de Vlaamse werkgeversorganisatie het voorstel van Verhofstadt in de personenbelasting niet ver genoeg gaan. Jan Van Doren, adjunct-directeur van Voka-kenniscentrum: “De premier stelt alleen de beperkingen op de fiscale bevoegdheden ter discussie. Tevens schuift hij fiscale aftrekken door naar de gewesten. In tegenstelling tot de vennootschapsbelasting splitst Verhofstadt de personenbelasting echter niet in een federaal en een regionaal tarief, zoals hij wel in de vennootschapsbelasting doet. Zo mis je de kans om de gewesten rechtstreeks te laten profiteren van de terugverdieneffecten en het bestaande dotatiesysteem af te schaffen.”
Vandaag krijgen de gewesten ongeveer 9 miljard euro uit de nationale pot – goed voor 25 % van de totale ontvangsten in de personenbelasting. Van Doren: “Als je deze dotatie afschaft, zou de federale overheid haar tarief dus met een kwart kunnen laten zakken zonder verlies te lijden. De gewesten krijgen dan de volledige vrijheid om zelf een eigen percentage op de uniforme, belastbare basis te heffen.”
Nu dreigt Vlaanderen opnieuw voor de tekorten van de federale schatkist op te draaien. Want de overdracht van fiscale aftrekken kost het gewest alleen maar geld. Dat is de adder onder het gras van de nota-Verhofstadt. (T)
Door Eric Pompen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier