Aandeel én obligatie
De voorbije maanden hebben ook enkele grote Europese bedrijven met een goede reputatie converteerbare obligaties uitgegeven.
Wie wil beleggen in converteerbare obligaties, is bijna verplicht met fondsen te werken. De minimuminleg voor een converteerbare obligatie bedraagt vaak 100.000 euro of meer, en dat maakt een spreiding voor de meeste particuliere beleggers moeilijk. “De markt van de converteerbare obligaties is heel technisch en vereist een grote kennis van zowel obligaties als aandelen. Converteerbare obligaties zijn geen wonderproduct, maar ze maken het wel mogelijk schokken op de financiële markten op te vangen”, zegt Skander Chabbi, die bij BNP Paribas Investment Partners verantwoordelijk is voor de 4 miljard euro die via fondsen in converteerbare obligaties geïnvesteerd zijn.
Ter herinnering: een converteerbare obligatie is een schuldbewijs dat onder bepaalde omstandigheden kan worden omgezet in een aandeel. De converteerbare obligatie kan zich op drie manieren gedragen. Als de waarde van het onderliggende aandeel sterk is gestegen, gedraagt ze zich als een aandeel. Is het aandeel sterk gedaald, dan behoudt ze haar obligatieprofiel en daalt ze veel minder in waarde. De converteerbare obligatie kan zich ook gedragen als een hybride belegging, die niet meer helemaal een obligatie en nog geen aandeel is.
Volgens Emmanuel Martin, beheerder bij Financière de l’Echiquier, zit het meeste potentieel in die hybride fase. “Dan kun je het meest profiteren van de stijging en tegelijk de verliezen beperken. We kiezen vaak voor converteerbare obligaties met dat hybride profiel, omdat het niet onze bedoeling is de richting van de markten te voorspellen. Als er de komende maanden een sterke beursrally komt, riskeren we wel achter te blijven.”
Secundaire markt
De voorbije maanden hebben tal van bedrijven – waaronder Total, Eni, LVMH en Vodafone – converteerbare obligaties uitgegeven. Chabbi vond de prijs en de conversiemogelijkheden van die nieuwe uitgiften niet zo interessant. Ook Martin werd er niet wild van. Beide beheerders zagen onlangs wel kansen opduiken op de secundaire markt, of de markt van de bestaande converteerbare obligaties.
De aanpak van de beheerders verschilt op enkele punten. Martin maakt bijvoorbeeld gebruik van “synthetische converteerbare obligaties”. Door een gewone obligatie te combineren met een optie (een contract om een aandeel te kopen) kan hij beleggen in bedrijven die geen converteerbare obligaties uitgeven. Chabbi geeft de voorkeur aan traditionele emissies. “Het is onmogelijk het profiel van een converteerbare obligatie op vijf of zeven jaar perfect te reproduceren met opties, die alleen beschikbaar zijn op veel kortere looptijden.”
Inzetten op Europa
Martin zet vooral in op Europa. “De Europese aandelenmarkten bieden mooie discounts. De markt van converteerbare obligaties is meer versnipperd en er is minder arbitrage. Het kan heel goed gebeuren dat een converteerbare obligatie zeer snel van korting naar premie overgaat zonder ooit in de buurt van haar faire waarde te zijn geweest.” Hij beschouwt de Amerikaanse markt als veel minder interessant, omdat er speculatieve fondsen actief zijn die zeer snel op elke koopkans springen.
Frédéric Dineur
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier