Inflatie in VS daalt sneller dan verwacht

De inflatie in de VS is in juli sneller dan verwacht gedaald, blijkt woensdag uit de gegevens van het Amerikaanse ministerie van Arbeid.
Op jaarbasis nam de inflatie in juli toe met 8,5 procent. Dat is minder dan de 9,1 procent die in juni nog werd opgetekend – de grootste toename in vier decennia.
Ten opzichte van juni bleven de consumptieprijzen in juli onveranderd. Vooral de dalende brandstof- en energieprijzen compenseerden daarbij prijsstijgingen voor voeding en huisvesting.
De voedingprijzen stegen met 10,9 procent op jaarbasis. Het gaat om de grootste sprong sinds 1979.
De Amerikaanse kerninflatie – zonder de volatiele prijzen van voeding en energie – bedroeg in juli 5,9 procent op jaarbasis en 0,3 procent ten opzichte van juni.
Analisten van persbureau Bloomberg hadden gerekend op een totale inflatie van 8,7 procent en 0,2 procent op jaar- en maandbasis. De kerninflatie hadden ze op respectievelijk 6,1 en 0,5 procent geschat.
Als gevolg van de hoge inflatie verhoogde de Amerikaanse centrale bank sinds maart al vier keer de rente, achtereenvolgens met 25, 50 en twee keer 75 basispunten. Nu de consumptieprijzen minder snel stijgen dan verwacht, kan dat de druk wegnemen bij de Federal Reserve om zijn agressief beleid voort te zetten.
Amerikaans president Joe Biden toonde zich woensdag tevreden met de ‘tekenen dat de inflatie zou kunnen afzwakken’, zo zei hij vanuit het Witte Huis. ‘Ik wil gewoon één cijfer geven: nul. Vandaag hebben we vernomen dat onze economie een inflatie kende van 0 procent in juli (ten opzichte van juni, red.).’