Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) stelt zijn groeiprognoses voor de wereldeconomie voor dit jaar neerwaarts bij. Dat heeft vooral te maken met een teleurstellend eerste kwartaal in de VS.
Het IMF heeft zijn prognose voor de wereldwijde economie voor dit jaar verlaagd van 3,7 procent naar 3,4 procent. Oorzaken voor die negatievere inschatting moeten worden gezocht bij een zwak eerste kwartaal in onder meer de VS en China, maar ook de onrust in het Midden-Oosten en Oekraïne baart de beleidslui van het IMF kennelijk zorgen.
Zwakke prestatie VS
De Verenigde Staten hebben als grootste economie ter wereld opmerkelijk zwak gepresteerd in het eerste kwartaal. Dat was het gevolg van het barre winterweer en een afbouw van de bedrijfsvoorraden. Volgens de prognoses van het IMF moeten de VS voor dit jaar vrede nemen met een toename van het bbp met 1,7 procent, tegenover een eerdere raming van 2,8 procent.
‘‘Geopolitieke spanningen’
Het IMF noteerde ook neerwaartse herzieningen voor verscheidene groeilanden, en dan meer bepaald voor Rusland als gevolg van wat het IMF omschrijft als ‘geopolitieke spanningen’. De economische groei voor Rusland wordt voor dit jaar geraamd op amper 0,2 procent, tegenover 1,3 procent bij een eerdere prognose.
4 procent in 2015
Ondanks de minder positieve vooruitzichten voor dit jaar, houdt het IMF voor de wereldwijde economie vast aan de prognose van 4 procent voor volgend jaar.
In een toelichting bij het IMF-rapport verklaarde hoofdeconoom Olivier Blanchard donderdag: “Het herstel zet door, hoewel dat herstel wel degelijk zwakker blijkt dan we hebben voorspeld in april.”
Opsteker voor de Britten
Niet alle landen krijgen af te rekenen met een neerwaartse prognose. Het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld valt het omgekeerde te beurt. De Britten krijgen van het IMF voor dit jaar de sterkste opwaartse herziening van het bbp, van 2,8 procent tot 3,2 procent groei.
Eurozone
De vooruitzichten voor de eurozone stemmen min of meer overeen met die van april, al ogen de prognoses voor Frankrijk en Italië als tweede en derde economie van de eurozone somberder dan voordien. Duitsland en Spanje houden de prestaties van de eurolanden in evenwicht, zo blijkt. Met name voor Spanje, een van de eurolanden die het hardst getroffen werd door de crisis, lijkt een kentering in zicht met een opwaartse groeiprognose met 0,3 procent voor dit jaar en 0,6 procent voor volgend jaar. Hoopvol, maar de Spaanse cijfers blijven pover in vergelijking met die van voor de recessie het land in een wurggreep hield: 1,2 procent groei voor dit jaar en 1,6 procent in 2015.
(BO)
