Kinepolis

Kinepolis is de jongste jaren weer uitgegroeid tot een ware kasmachine door een fors gestegen rendabiliteit.

De halfjaarcijfers van Kinepolis, de grootste Belgische bioscoopuitbater, vertoonden niet het vertrouwde beeld. De groep bezit hier 11 complexen met liefst 138 schermen; in Frankrijk 7 complexen met 87 schermen; in Spanje 5 complexen met 91 schermen; in Polen één complex met 20 schermen (exploitatie door ITIT) en in Zwitserland één complex met 8 schermen. Traditioneel zouden we iets in de aard hebben geschreven dat het aantal bezoekers was gezakt, maar dat de omzet stabiel was gebleven en de winst andermaal was gestegen. Vooreerst was er deze keer een stijging van het aantal bezoekers: 8,83 miljoen bezoekers in 2013, of bijna 0,5 miljoen meer (+5,5%) dan in de eerste zes maanden van 2013. Een absolute kaskraker zat er desondanks niet in het internationale aanbod, zodat Qu’est-ce qu’on fait au Bon Dieu met 354.000 de meest bezochte film in de Kinepolis-zalen van het eerste semester 2014 is geworden.

Een Franse film, en dat was kenmerkend voor het eerste halfjaar. Veel lokale content, geen ‘popcornfilms’, geen 3D-film in de top vier, minder evenementen en reclame door het WK-Voetbal. Het zijn allemaal verklaringsfactoren voor het feit dat de omzet met +4,9%, tot 115,1 miljoen EUR, minder sterk is gestegen dan het bezoekersaantal. Een gevolg van een afname van de gemiddelde ticketprijs tot 7,11 EUR per bezoeker (was 7,19 EUR in de eerste jaarhelft 2013), iets lagere gemiddelde uitgaven in de bioscoop (popcorn, frisdrank, ijsjes, dvd’s; van 2,82 naar 2,77 EUR per bezoeker), en een scherpe achteruitgang in de schermreclame (-9,8%, vooral een gevolg van het ontbreken van uitzendrechten op WK Voetbal).

Zo evolueerde de rebitda-marge (bedrijfskasstroom zonder uitzonderlijke elementen tegenover de omzet) van 27,9 naar 27,3%, doordat de rebitda per bezoeker afnam van 3,66 EUR naar 3,56 EUR. Toch was een nieuw record mogelijk geweest, had Kinepolis zich niet op het overnamepad gewaagd. Zonder de 600.000 EUR kosten voor de overnamedossiers zou de rebitda-marge met 28,0% wel nipt een nieuw record voor de eerste jaarhelft hebben betekend. De recurrente (zonder eenmalige elementen) bedrijfswinst ging met 1,5% vooruit, tot 21,3 miljoen EUR, wat overeenkomt met een rebit-marge van 18,5% (was 19,1% in het eerste halfjaar 2013). De winst per aandeel zakte, mede door het nauwelijks inkopen van eigen aandelen, met 2,7%, tot 2,52 EUR (was 2,59 EUR in eerste semester van 2013). De netto financiële schuld steeg tot 97,9 miljoen EUR (was 88,1 miljoen EUR eind vorig jaar) of 1,3 keer rebitda.

CEO Eddy Duquenne heeft woord gehouden en zette dus in de eerste jaarhelft de eerste stappen in de expansie van de cinemagroep zonder het huidige, lage risicoprofiel aan te tasten. Kinepolis verwierf eerst de controle over de Spaanse bioscopen Abaco Cinebox in Alicante en Abaco Alcobendas in Madrid, voor amper 1,1 miljoen EUR (samen goed voor 926.000 bezoekers in 2013). Daarna volgde de overname van de Nederlandse groep Wolff Bioscopen (9 bioscopen met vorig jaar 1,6 miljoen bezoekers en 2 nieuwbouwprojecten). Een nieuw inkoopprogramma van maximaal 30 miljoen EUR werd intussen opgestart.

Conclusie

Kinepolis is de jongste jaren weer uitgegroeid tot een ware kasmachine door een fors gestegen rendabiliteit. De waardering is natuurlijk wel opgelopen (20 keer de verwachte winst en 10 keer rebitda), maar de aandelen mogen worden bijgehouden.

Advies: houden

Risico: laag

Rating: 2A

Partner Content