Philippe Gijsels (BNP Paribas Fortis): ‘Voor beurzen breekt gunstige periode aan’
Een daling van de langetermijnrente in combinatie met een relatief zachte landing van de westerse economie is voor de aandelenmarkten een toegangsticket tot het Walhalla, zegt Philippe Gijsels, de hoofdstrateeg van BNP Paribas Fortis. “Maar op langere termijn keren we niet terug naar rentevoeten van 0 procent. We leven in een nieuwe wereld met een structurele hogere inflatie en structureel hogere rentevoeten.”
In het sprookje van Goudlokje en de Drie Beren eet Goudlokje het bord pap dat precies op de juiste temperatuur is, niet te koud en niet te warm. “Ook op de beurzen komt de pap op de juiste temperatuur. Voor aandelen is een gunstige periode aangebroken. Goudlokje is, voorlopig toch, terug op de beurzen”, zegt Philippe Gijsels, de hoofdstrateeg van BNP Paribas Fortis bij de presentatie van de vooruitzichten voor 2024 van de bank.
Toegangsticket tot Walhalla
De beurspap is op de juiste temperatuur, omdat de inflatie en de langetermijnrente verder afkoelen, terwijl de westerse economie een recessie kan vermijden. “De groei vertraagt genoeg om de weg vrij te maken voor een daling van de beleidsrentevoeten van de centrale banken en voor een verdere daling van de langetermijnrente, maar de groei vertraagt niet genoeg om in 2024 uit te monden in een heuse recessie. De bedrijfswinsten kunnen dus overeind blijven. Voor de beurzen is de dalende rente, in combinatie met stabiele bedrijfswinsten, het toegangsticket tot het Walhalla in 2024”, zegt Philippe Gijsels.
In de zomer stond dat gunstige Goudlokje-scenario nog op losse schroeven. De Amerikaanse economie stoomde door, de inflatie daalde minder snel dan verwacht en de centrale banken signaleerden dat de beleidsrente langer hoog kon blijven. De voorbije weken zorgde een daling van de inflatie toch voor ontspanning op de markten. “De beleidsrentes hebben hun top bereikt. De Amerikaanse economie zal in 2024 fors vertragen. De hogere rentevoeten eisen hun tol, maar een recessie kan worden vermeden. De Europese economie blijft in 2024 aanvankelijk in stagnatie steken. Die vertraging is normaal, en is zelfs gewenst door de centrale banken om de inflatie te kortwieken. We verwachten in de loop van 2024 een aantal renteverlagingen van de Amerikaanse en Europese Centrale Bank”, zegt Koen De Leus, de hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis.
Piekte de Amerikaanse langetermijnrente in oktober nog op 5 procent, dan is die rente vandaag gedaald tot 4,3 procent. “Dat maakt een wereld van verschil. Een hogere rente is als een sterkere zwaartekracht die alle activaprijzen lager trekt. De rentecyclus is voor de aandelenmarkten belangrijker dan de economische cyclus. Het grootste risico voor het gunstige Goudlokje-scenario is een nieuwe opstoot van de inflatie en de rente, of een onverwacht sterke conjunctuurverzwakking die de bedrijfswinsten aantast. In de jaren zeventig hebben we ook drie inflatiegolven gekend. Mocht er na 2024 een nieuwe inflatiegolf aanrollen, dan zullen ook de beurzen dat voelen”, zegt Philippe Gijsels.
Obligaties blijven interessant
Een terugkeer naar de oude wereld met rentevoeten van 0 procent is niet waarschijnlijk. “We leven in een andere wereld met een structureel hogere inflatie en structureel hogere rentevoeten. Mocht de langetermijnrente nog eens 50 of 75 basispunten dalen, neem dat geschenk dan met beide handen aan. Voor bedrijven en gezinnen zou de rentedaling een gunstig moment zijn om leningen af te sluiten of om zich te herfinancieren”, zegt Philippe Gijsels, die waarschuwt dat, gebaseerd op het verleden, een periode van hogere inflatie en rentevoeten vlot twintig tot veertig jaar kan aanhouden. “Bij een volgende schok kan de langetermijnrente naar 7 of 8 procent stijgen. Obligaties zijn tegen die rentevoeten interessant, omdat ze voor het eerst in jaren opnieuw inkomen genereren, maar bouw die portefeuille geleidelijk op. Kies daarbij ook voor kwaliteitsobligaties, omdat hogere rentevoeten gepaard gaan met hogere koersverliezen bij obligaties van lagere kwaliteit”, zegt Philippe Gijsels.
Dendert technologietrein verder?
De beurzen hebben al een rally achter de kiezen, maar die rally rust op een select kransje van topbedrijven. “Veel klanten vragen me waarom hun portefeuille dit jaar op een winst van 3 procent staat, terwijl de Amerikaanse S&P 500-index een winst van 15 procent kan voorleggen. Dat komt omdat de rally grotendeels rust op de zeven grote technologiebedrijven, die intussen gedoopt zijn tot de Magnificent Seven (Microsoft, Apple, Alphabet, Amazon, Nvida, Meta en Tesla). De overige 493 aandelen uit de S&P 500 hebben dit jaar gemiddeld geen of zelfs een negatief rendement. Dat verhaal is al sinds 2008 bezig. Het verschil in koersprestaties tussen de Amerikaanse indexen en de rest van de wereld is nog nooit zo hoog geweest”, zegt Philippe Gijsels.
Moeten beleggers dan, gezien de pittige waarderingen, nog op die Amerikaanse technologietrein blijven zitten? “Het is gevaarlijk om die technologieaandelen links te laten liggen, leren de voorbije jaren. De markt gaat er ook vanuit dat die zeven bedrijven de grote winnaars worden van de AI-revolutie. De geschiedenis leert echter dat nieuwe technologie zorgt voor nieuwe bedrijven en nieuwe winnaars. Het zou de eerste keer zijn dat bestaande bedrijven de nieuwe technologiegolf zouden beheersen. Tegelijk zien we elders op de markt grote onderwaarderingen. Kwalitatieve holdings en vastgoedbedrijven noteren tegen koersen die we al jaren niet meer gezien hebben. We adviseren daarom om in je portefeuille een brede combinatie te maken van kwalitatieve bedrijven”, zegt Philippe Gijsels.
België is het op één na kwetsbaarste land van 18 geïndustrialiseerde landen als het over de vergrijzingskosten gaat. Alleen Italië is nog kwetsbaarder, blijkt uit een onderzoek van BNP Paribas Fortis (zie video hieronder).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier