Nobelprijswinnaars economie zitten niet op zelfde golflengte

In de markten die een economie maken zijn er optimisten (zij die kopen) en pessimisten (zij die verkopen). Dat proces nuchter te benaderen is volgens Wilfried Steentjes van Steentjes Vermogensbeheer onmogelijk.

Vandaar wellicht dat de Nobelprijs voor economie dit jaar is gegaan naar een drietal economen waarvan er twee duidelijk een andere visie hebben. Eugene Fama, een professor uit Chicago, stelt dat in de prijs van een goed alle informatie zit die er is.

De zogenoemde “Efficiënte markttheorie”. Het is de basis van technische analyse die overigens verder gaat dan Fama door te stellen dat bepaalde prijspatronen zich herhalen.

De tweede Nobelprijswinnaar is Robert Shiller die afgelopen week een bezoek aan Europa bracht.

Hij stelt dat prijzen in met name financiële instrumenten soms tot irrationeel gedrag kan leiden. In een prijs van een financieel instrument zit dus niet alleen alle informatie maar ook een “verwachting” op nieuws.

Het meest vreemde bijvoorbeeld is dat beleggers alleen dat aandeel kopen dat in prijs stijgt. Terwijl in een normaal economisch proces de vraag afneemt als de prijs hoger wordt. Ook wel bekend als de varkenscyclus.

Dergelijk gedrag leidt tot zeepbellen. De derde prijswinnaar overigens voor de volledigheid is Lars Peter Hansen die vooral bekend staat van zijn statistische analyse van financiële instrumenten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content