Hulplijn voor Cyprus moest beperkt blijven
De orde van grootte van de Cypriotische banksector ten opzichte van het jaarlijkse BNP was eerder uitzonderlijk (maar toch niet zoveel hoger dan pakweg in Ierland of België en zeker nog klein in vergelijking met Luxemburg).
Dit kan volgens professor Stefan Duchateau dan ook niet de kern van probleem zijn geweest. De bron van de bancaire deposito’s was wel zeer uitzonderlijk en suspect ( € 31 miljard uit Rusland ).
Maar het meest treffende element is wellicht de orde van grootte van de benodigde ondersteuning van het wankelende banksysteem : € 17 miljard komt aardig in de buurt van het BNP van Cyprus.
Indien men ervan uit gaat dat het verstrekken van dergelijke leningen enkel mag en kan gebeuren in de context van een latere terugbetaling, dan moet vanzelfsprekend worden overwaakt of de schuldpositie van het geholpen land niet tot een onhoudbaar peil stijgt.
Die grens wordt momenteel ergens in de buurt van 145% van het BNP gesitueerd ( op zich reeds een zeer “gestrecht” niveau ).
Dit betekent concreet dat in het geval van Cyprus de hulplijn beperkt moest blijven tot € 10 miljard en de locale overheid op eigen kracht de rest van het bedrag moest ophoesten met als bijna onvermijdelijke gevolg dat ook de spaardeposito’s ( ook een vorm van “bankleningen” ) hun deel moesten bijdragen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier