De wind steekt weer op in Europa en groeit zienderogen aan kracht
Sinds eind maart is de rente die internationale beleggers van Italië en Spanje eisen in sneltempo gestegen. Zo is met name de Spaanse rente opnieuw opgelopen tot het niveau van vóór de ingreep van de ECB in december vorig jaar.
De terugwinning van de door de ECB aan de banken verstrekte liquiditeiten door de aankoop van staatsobligaties heeft volgens Carmignac dus maar tijdelijk soelaas geboden, terwijl zij de funeste band tussen de economische situatie van de landen en het bankenrisico nog heeft versterkt.
De Spaanse economie glijdt echter steeds verder weg en de werkloosheid is toegenomen tot 25%. Tegelijkertijd heeft ook Italië zijn economie al twee opeenvolgende kwartalen zien krimpen.
Zelfs in de landen die moedige maatregelen treffen kans op succes bijzonder klein en brokkelt de maatschappelijke steun alsmaar verder af door een gebrek aan groei. Het wantrouwen van de markten ten aanzien van de landen breidt zich dan ook uit naar de banken, die nu vrezen voor een snellere uitholling van hun depositobasis.
Spaanse banksector snakt naar kapitaal
Dat is uiteraard vooral het geval in Spanje, waar de banksector, met Bankia aan kop, nog altijd een grote behoefte heeft aan vers kapitaal.
Een massaal verlies van deposito’s zou in Italië en Spanje een groot probleem vormen. De deposito’s in de Italiaanse en de Spaanse banken (3.000 miljard euro) bedragen namelijk 17 keer die van de Griekse banken.
De betrokken bedragen zijn deze keer dus zo groot, dat een ernstige kapitaalvlucht oncontroleerbaar zou worden. Het is dan ook van het grootste belang dat de perceptie van het liquiditeitsrisico in het bankenstelsel door de markten op korte termijn min of meer stabiel blijft.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier