Beurskoersen weerstaan financiële crisis merkwaardig goed

2010 was dan toch niet het jaar dat de wereld ten onder ging. Aan bedreigingen was nochtans geen gebrek: een traag economisch herstel in de Verenigde Staten (met een vastgoedmarkt zonder bodem en een aanhoudend hoge werkloosheid), de Europese begrotingscrisis, volatiele valutakoersen en grondstoffenprijzen.

In de periode april- mei werden de beleggers wakker geschud door wat inmiddels de ‘Griekse tragedie’ wordt genoemd. Griekenland moest worden gered door Europa en door het Internationaal Monetair Fonds. De beleggers schrokken zich even rot, maar de Griekse crisis raakte uiteindelijk toch goed verteerd.

Na een korte periode van ontspanning volgde in november de Ierse crisis – ook wel ‘de ondergang van de Keltische tijger genoemd. Dankzij stevige bedrijfsresultaten kon deze nieuwe crisis – die bovendien gekruid was door de vrees voor een besmetting naar andere landen toe – op de beurs weinig schade aanrichten.

De S&P 500 stond in de eerste helft van december 10% boven het niveau van 1 januari en 20% boven het dieptepunt van 2 juli. In Europa is het plaatje minder duidelijk- daarom gebruiken we ook de VS als voorbeeld. De Duitse beurs presteerde bijzonder sterk, de Spaanse bijzonder zwak.