Amerikaanse olieproductie sinds 1859 op jaarbasis nooit zo sterk gestegen

De Amerikaanse olieproductie is sinds 1859 op jaarbasis nooit zo sterk gestegen en die stijging dreigt voor een revolutie op de oliemarkt te zorgen. Op de eerste plaats worden de Verenigde Staten minder dan ooit afhankelijk van buitenlandse olie.

Dit jaar groeide de output in de Verenigde Staten met 766.000 vaten per dat tot het hoogste niveau in 15 jaar. Het is geleden van 1859, het jaar dat de eerste commerciële oliebron werd aangeboord, dat er nog zo’n sterke stijging werd opgetekend. De VS zitten zodoende op snelheid om Saoedi-Arabië in 2020 voorbij te steken als de grootste olieproducent in de wereld.

De olie-import in de VS bereikte een piek in 2005 en is sindsdien met 38% gedaald. Het land is nog maar voor 41% van zijn consumptie afhankelijk van de import, waar dat zeven jaar geleden nog voor 60% was.

Bovendien daalt de afhankelijkheid van import razendsnel, het is nog een kwestie van tijd alvorens de Verenigde Staten op het vlak van olie zelfbedruipend zullen zijn.

Sneller, goedkoper en beter

Ed Morse, global head of commodities research bij Citigroup Inc. in New York, is van mening dat het wegvallen van de afhankelijkheid van geïmporteerde olie de VS in de 21ste eeuw de status van supermacht zullen helpen behouden.

Niemand had durven te vermoeden dat het zo’n vaart zou lopen. De impuls werd gegeven door de nieuwe technologie die drilling sneller, goedkoper en beter maakt. Bovendien is het nu mogelijk om oliebronnen te ontginnen die anders onbereikbaar waren. In 2012 werden 1432 nieuwe bronnen aangeboord, het grootste aantal sinds 1987.