Alle zin voor redelijkheid is zoek op de oliemarkt
De olieprijs is door het plafond gevlogen, maar de vraag is of de opwaartse beweging van blijvende aard zal zijn. Fundamenteel leek de markt in evenwicht te zijn bij een prijs voor crude tussen 85 en 95 dollar.
Saoedi-Arabië, de belangrijkste olieproducent in de wereld, hanteert voor de olieprijs een koersdoel van 90 tot 100 dollar per vat.
Een duurdere olieprijs zou twee nadelen hebben: een toename van de zoektocht naar alternieve energiebronnen (met op termijn een lagere olieprijs tot gevolg) en een vertraging in de wereldeconomie.
In het laatste geval zou ook de consumptie van olie terugvallen. Saoedi-Arabië en de andere olie-exporterende landen zijn dus allesbehalve gebaat bij een olieprijs die door het plafond vliegt.
David Bloom, global head foreign exchange strategy HSBC, verwijst naar de valutamarkten om de prijsexplosie van ruwe olie aan speculatie te wijten.
Een stijging van de olieprijs op fundamentel basis zou volgens Bloom gepaard zijn gegaan met een stijging van de koersen van de Canadese dollar, de Noorse kroon enzovoort. Dat is dus niet gebeurd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier