Terwijl de energiekosten drastisch dalen, blijven de binnenlandse tarieven van Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen onverminderd hoog en incasseren de bedrijven superwinsten. Volgens de Washington Post opent het ministerie van Justitie een onderzoek naar prijsafspraken.
De luchtvaartmaatschappijen worden er onder meer van verdacht de prijs van hun vliegtickets kunstmatig in de hoogte te hebben gedreven. Een woordvoerster van het ministerie van Justitie heeft aan de krant bevestigd dat de mededingingsautoriteiten bij meerdere luchtvaartmaatschappijen documenten hebben opgeëist. Over welke ondernemingen het gaat, werd niet meegedeeld.
Superwinst
De Amerikaanse markt wordt gedomineerd door vier grote luchtvaartmaatschappijen: American Airlines, Delta Air Lines, Southwest Airlines en United Airlines. Die vier zijn samen goed voor zowat tachtig procent van het reizigersverkeer op binnenlandse vluchten, meldt de Washington Post. Op de beurs is de aandelenkoers van verschillende Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen onder druk komen staan na de bekendmaking van het nieuws.
Volgens de Post is het niet duidelijk wat het onderzoek op gang heeft gebracht. Maar er zijn enkele elementen die verdenking opwekten. De gemiddelde reis kostte vorig jaar 391 dollar, dat is het hoogste niveau sinds de tarieven worden bijgehouden. Tegelijk daalde de brandstofkost met 40 procent en haalden de maatschappijen meer binnen omdat ze vaker extra voor bagage laten betalen.
Geen wonder dat de winsten de pan uitswingen. In de eerste drie maanden van het jaar boekte American Airlines voor 1,2 miljard dollar (1,1 miljard euro) winst, het beste kwartaal in de geschiedenis van de maatschappij. Volgens de Post betaalden de maatschappijen samen in het eerste kwartaal 3,3 miljard dollar minder voor brandstof.
Na 11 september had de sector het een tijd heel lastig. Op korte tijd daalde het aantal grote spelers van 9 naar 4. Die verminderde competitie ging gepaard met stijgende prijzen.
(Belga/RR)
