Wordt ons coronabeleid gestuurd door psychopaten?

MARC BUELENS

Professor Lieven Annemans, gezondheidseconoom, weet hoe hij een rel kan uitlokken. Hij meldde dat het coronabeleid deels wordt aangestuurd door narcistische sociopaten. Toen hij om toelichting werd gevraagd, zei hij: “1 of 2 procent van de mensen in de samenleving heeft psychopathische neigingen, in beleidsfuncties ligt dat getal hoger.”

Klopt dat laatste? Er is natuurlijk het probleem van de beschikbaarheid. Als psychiaters of therapeuten beweren dat er heel wat psychopaten zijn onder hun topcliënteel, kan het altijd zijn dat de gewone psychopaten de weg naar de hulpverlener niet vinden. Er zijn ook psychopaten onder de postbodes, leerkrachten of kassamedewerkers. Minder bij verpleegkundigen, hoewel er in die kringen af en toe toch een ‘engel des doods’ optreedt. Het is enkel als de psychopathie bij die gewone mensen extreme vormen aanneemt, zoals bij seriemoordenaars, dat de verontruste psychiaters ze ontmoeten. Een persoon alleen als een lustobject zien, is psychopathisch. Maar een generaal aan de vooravond van een beslissende strijd is als het ware verplicht zijn soldaten louter als middel te zien. Voor empathie is er geen plaats.

Al de mensen in zichtbare beleidsfuncties zijn misschien meer gedwongen te liegen dan een postbode of kassamedewerker.

Wat vertelt ons onderzoek? Laten we starten bij het meest recente. Een net gepubliceerd artikel van Hedwig Eisenbarth en collega’s in Personality and Individual Differences concludeert ondubbelzinnig dat koude, berekende mensen minder succesvol zijn dan warme, vriendelijke mensen. Diverse aspecten van de psychopathische persoonlijkheid correleren negatief met professioneel succes. Er zijn verschillende gezaghebbende bronnen, zoals het boek Give and Take van Adam Grant, die erop wijzen dat de weg naar de top vooral is weggelegd voor mensen die een mooi evenwicht vinden tussen geven en nemen, en dat je in een loopbaan het best begint met geven. Ook uit de speltheorie weten we dat een collaboratieve start het beste is. Er is dus helemaal geen wetenschappelijke evidentie dat er meer psychopaten aan de top rondlopen. Ze vallen vooral sterk op.

Een van de meest indrukwekkende studies dateert van 2005. Onderzoekers hadden in het Verenigd Koninkrijk dezelfde psychiatrische vragen gesteld aan psychopaten en aan CEO’s. Tot hun grote verrassing scoorden de topmanagers duidelijk hoger op één schaal die wijst op psychopathie: histrionie, het al te graag in de (seksuele) belangstelling staan. Histrionici denken sneller dan anderen dat een relatie intiem is, ze laten graag voelen dat de ander speciaal is. Anderen zich speciaal doen voelen is meestal een troef in het bedrijfsleven, in public relations, bij onderhandelingen, bij het motiveren van medewerkers. Zonder de seksuele connotatie is het dus helemaal niet ongewoon dat CEO’s hoog scoren.

Histrionie wordt ook weleens de ‘komediantenstoornis’ genoemd. Probleemloos een loopje nemen met de waarheid. Dat toppolitici daartoe als het ware gedwongen worden, is vanzelfsprekend. Sommigen blinken daar echt in uit, zoals Boris Johnson, maar zowat elke CEO die toelichting geeft bij mindere jaarcijfers zal de waarheid verbloemen. Anderzijds blijkt uit een studie van Amerikaanse presidenten dat drie factoren bijdragen tot hun succes: een open geest, gedrevenheid en soepel omgaan met de waarheid. De auteurs definiëren dat laatste als ‘beter kunnen liegen dan anderen’. In die zin heeft professor Annemans misschien gelijk. Al die mensen in zichtbare beleidsfuncties zijn misschien meer gedwongen te liegen dan een postbode of kassamedewerker. Maar ik voeg eraan toe: wie als academicus graag de schijnwerpers opzoekt, al te graag in de belangstelling staat, zal vroeg of laat ook wel gedwongen worden te liegen. Al was het maar het fameuze leugentje om bestwil, om de bevolking niet nodeloos ongerust te maken.

De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School. Volg mij op www.marcbuelens.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content