VIJF TIPS VOOR EEN GESLAAGDE START
Hoe kunnen starters zelf nagaan of ze met hun bedrijf op de goede weg zijn, of dat ze er beter mee ophouden om later iets nieuws te beginnen?
1 DOE EEN TEST IN EEN PROEFTUIN
Een businessmodel gaat uit van een aantal veronderstellingen, maar het is nooit zeker dat die juist zijn. Olivier Rits en Tim Rootsaert van iMinds zijn daarom overtuigde aanhangers van het proeftuinonderzoek, waarmee een ondernemer zijn businessmodel kan testen nog voordat hij zijn product op de markt brengt. “We beginnen altijd met een nulmeting, waarbij we nagaan wat de markt zegt”, legt Tim Rootsaert uit. “In de tweede fase doen we bijvoorbeeld veldtests en businessmodelworkshops. Aan de hand van de feedback die dat oplevert, kunnen we het businessmodel aanpassen. Voor de derde fase schakelen we academici in en onderzoeken we via enquêtes het potentieel van het bedrijf.”
IMinds heeft dat proces in een traject gegoten, waarbij een groep mensen wordt samengesteld die feedback over de start-up geven. Uit die groep worden enkele mensen gekozen met wie diepgaander wordt samengewerkt, bijvoorbeeld via co-creatiesessies.
2 VERMIJD DE BEGINNERSFOUTEN
Zowat elke starter weet dat je snel naar de markt moet gaan en dat je niet je eigen technologie als uitgangspunt mag nemen. Toch lopen veel ondernemers nog altijd in die val. “Bij de nulmeting stellen we bijvoorbeeld vaak vast dat ondernemers de markt minder goed kennen dan ze denken”, zegt Olivier Rits. “Het boek van Alexander Osterwalder over hoe je een businessmodel opstelt, heeft volgens mij ook de indruk gewekt dat een zakenmodel maken eenvoudig is, maar dat is niet zo.”
“Zo blijven veel bedrijven uitgaan van hun technologie, maar het is niet omdat iets kan, dat de klanten het ook willen. Via gebruikersonderzoek moet je voor de juiste focus zorgen en vermijden dat die te breed is.”
3 GA VOOR DE SPIEGEL STAAN
“Je moet je afvragen of jij de geschikte persoon bent om de start-up te leiden”, zegt Tim Rootsaert. “Je moet voor jezelf nagaan of dit is wat je echt wilt. Een investeerder hecht daar veel belang aan. Daarnaast moet je kijken naar het team. Starters die een app komen voorstellen die ze uitbesteden, zijn daardoor heel wat minder flexibel. Telkens als ze die app moeten bijsturen, moeten ze dat uitbesteden. Wie een goede ontwikkelaar en businessdeveloper in zijn team heeft, heeft niet minder kapitaal nodig. Hij kan dan al eens op zijn bek gaan.”
4 ZORG VOOR EEN GOEDE PITCH
Als er zelfs tijdens de proeftuinfase weinig animo is voor het product, kan dat twee oorzaken hebben. De fout kan bij het product liggen, maar het is evengoed mogelijk dat de communicatie niet in orde is. Olivier Rits: “Soms weet je na een halfuur uitleg nog niet wat iemand doet. Als de pitch niet goed is, betekent dat meestal dat er niet genoeg focus is in het bedrijf.”
Ondernemers klagen snel over te weinig kapitaal, maar in eerste instantie tellen vooral het team, de behoefte van de doelgroep en de focus. “Te veel starters dromen ervan meteen het walhalla te bereiken en het nieuwe Apple te worden, maar ze vergeten daarbij dat er maar 24 uur in een dag zijn”, zegt Rits. “Om die goed te gebruiken, is een scherpe focus cruciaal.”
5 ZOEK NAAR SEGMENTERING
“Segmentering betekent dat je nagaat wie om welke reden wanneer van je diensten zal gebruikmaken”, zegt Tim Rootsaert. “Het is dan aan de starter om op basis van die informatie zijn doelgroep te kiezen. Een fout die we vaak zien, is dat starters te veel uitgaan van één doelgroep en te weinig zoeken naar de innovatoren die hun markt kunnen maken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier