Verdien uw Nirwana

India wilde op eigen kracht een socialistische welvaartsstaat uitbouwen. Het werd een ramp. De heilige koe van de “zelfvoorziening” wordt vijftig jaar na de geboorte geslacht. India zoekt vandaag buitenlandse investeerders. Ook Vlaamse.
“Wie vandaag talmt om in India te investeren, dreigt de boot te missen. Dat geldt ook voor ondernemingen uit Vlaanderen. Alcatel-Antwerpen is al sterk aanwezig. De onderneming kan het pad effenen voor kmo’s. Wij zijn het land van de onbeperkte mogelijkheden.” Aan het woord is voorzitter Kumar van de Confederation of Indian Industry. Is zijn optimisme terecht ?
Ondernemers die dagelijks met India werken, zijn sceptischer. Linda Spelling, auteur van het pas verschenen boek Trade & Investment in India (Cameron May, Londen) : “Nogal wat westerse ondernemers vergeten één ding in hun contacten met Indiase collega’s : India is het beloofde land, tot op het ogenblik dat de belofte moet worden hard gemaakt. Zelfs als een contract netjes is uitgewerkt, kan de meest serieuze partner plots afhaken. Je kan dan naar de rechtbank stappen en een beroep doen op de wet. Maar voor de wet geldt hetzelfde als voor het contract : op papier ziet het er prachtig uit, maar de naleving kan voor zware problemen zorgen.” Spelling heeft ervaring. Ze woont in New Delhi en is er advocaat, net als in Londen en New York.
Een zakenman geeft een voorbeeld : “Máánden werkten we met consultants aan de voorbereiding van onze reis door Zuid-India. Onze agenda was minutieus volgeboekt om een optimaal rendement te creëren. Wat bleek ? De helft van de potentiële partners belde de afspraak op het laatste moment af. Sommigen deden zelfs die moeite niet en bleven gewoon weg. Zelden heb ik me zo gefrustreerd gevoeld. Hoewel. Eens we de juiste partner vonden, verliep alles naar plaatselijke maatstaven vrij behoorlijk. Maar het is wennen.”
Enkele dagen geleden werden we zelf geconfronteerd met de Indiase handelspraktijken. Met ettelijke advertenties van een kwart bladzijde, onder meer in de Financial Times, kondigde de Confederation of Indian Industry in het kader van 50 jaar onafhankelijkheid (op 15 augustus 1997) een Made in India Show aan in Manchester. Een “illustratieve” lijst somde tientallen producten en diensten op van software over textiel tot energie-installaties die zouden worden gepresenteerd. De beurs, waar CEO’s van diverse ondernemingen aanwezig zouden zijn, was your first step towards a long and progressive partnership with the Indian industry, aldus de advertentie.
Ter plaatse bleek bijna de helft van de zaal afgesloten wegens gebrek aan belangstelling. Zo’n dertig stands voor een groot deel bemand door hostessen presenteerden vooral folders. De auto-industrie ( Tata), een verwarmingsproducent ( Theeta) en GEC Alsthom toonden een iets uitgebreider gamma. “Een tegenvaller,” hoorden we meer dan eens van de bezoekers.
Op één na grootste markt ter wereld
Dergelijke, minder positieve ervaringen met India kunnen geïnteresseerde ondernemers behoorlijk afschrikken. Nochtans hééft het land van de kersverse president Narayanan mogelijkheden. India vormt, na China, de grootste markt ter wereld. Van de ongeveer 980 miljoen inwoners behoren er 200 miljoen tot de consumerende middenklasse.
Professor Richardson, directeur van de Indian Research and Development Unit (Manchester Business School) : “India is inderdaad een moeilijke staat om zaken mee te doen. Was het een land met 25 miljoen inwoners, kon je het in je buitenlandse strategie links laten liggen. Maar zo’n enorm land, dat wordt geliberaliseerd (zie kader : Schoktherapie) en de komende jaren een jaarlijkse BNP-groei van 8 % zal hebben, is voor elk bedrijf een uitdaging.”
Enkele Vlaamse ondernemingen, zoals Barco, Eternit en Bekaert, zijn al op de Indiase markt aanwezig. “Het aantal blijft voorlopig beperkt,” getuigt Bart Pattyn van de Kredietbank in Mumbai (de nieuwe naam voor Bombay). “De onderneming moet al een zekere omvang hebben om hier te investeren. De aanloopperiode is immers tijd- en geldverslindend je moet hier zelf aanwezig zijn omdat de uitbouw van een netwerk van relaties essentieel is in een land als India.”
“Het is als in een huwelijk,”
zegt professor Singh van het International Management Institute (Delhi). “Je moet zoeken om de juiste partner te vinden.” Pattyn repliceert : “Het valt op dat heel wat huwelijken afstevenen op een echtscheiding. Eén van de redenen : Indiase bedrijven gaan geen bigame relatie aan, maar een multigame. Ze sluiten zoveel joint ventures af dat ze de buitenlandse partner niet steeds willen of kunnen volgen in zijn groeistrategie.”
Toch is India volgens Pattyn een aanrader voor Vlaamse ondernemingen. “Vlaanderen heeft in andere landen al bewezen sterk te staan in investeringen in havens, openbare werken, telecom, energie en milieu,” zegt hij. “Net op dat vlak bestaat er een enorme vraag in India.”
“We zijn door gebrek aan kapitaal wel verplicht om een beroep te doen op buitenlandse investeerders,” zegt Srinivas Rao, directeur Investeringen van het ministerie van Industrie van de zuidelijke deelstaat Andhra Pradesh. “Enkele van onze twaalf havens zoals die van Vishakhapatnam worden gemoderniseerd via een openbare aanbesteding, maar voor de kleinere mag iedereen vandaag een bod doen.”
Ook Tractebel profiteert van de zoektocht naar buitenlandse investeringen en bouwt momenteel voor en met de staalgigant Jintal in de zuidelijke provincie Karnataka een 260 megawatt-centrale van 10 miljard frank. Professor Richardson berekende dat India dat dagelijks geconfronteerd wordt met stroomonderbrekingen 111.500 megawatt extra nodig heeft om aan zijn behoeften te voldoen. Dat vergt de komende tien jaar 178,4 miljard dollar investeringen, waarvan de overheid er 67 miljard op zich neemt. “De rest, 111 miljard dollar, zal dus van de privé-sector moeten komen,” weet hij. “Zonder buitenlands kapitaal wordt dat onmogelijk.”
De 425 softwarebedrijven
zijn met een omzet van 1,8 miljard dollar, een groei van 61 % in 1996 en 35.000 werknemers een ander signaal dat er iets verandert in India. “Terwijl we tien jaar geleden alleen uitvoerden wat buitenlandse bedrijven ons opdroegen, ontwikkelen we nu onze eigen programma’s,” getuigt Bala Sumbramanya. Deze UK director van Tata Consultancy met 8500 ingenieurs het grootste softwarebedrijf van India kon ettelijke Europese bedrijven, zoals de klantendienst van Swissair, ervan overtuigen een deel van hun informatica-activiteiten naar India over te plaatsen.
“Sommigen in het Westen dachten ooit dat ze de informaticawereld weinig arbeidsintensief en hooggekwalificeerd personeel konden domineren, maar dat blijkt een ijdele hoop,” argumenteert hij. “Onze ondernemingen in Bangelore en andere streken bieden dezelfde kwaliteit als de Europese met maandlonen van 600 tot 1000 dollar, bruto. Jaarlijks studeren er in India 50.000 informatici af. We staan aan het begin van een kleine revolutie op softwaregebied. Als wij de Europese activiteiten niet zouden aantrekken, deden andere landen het wel. Globalisation, you know.”
HANS BROCKMANS
INDIA OP EEN KEERPUNT Durven Vlaamse bedrijven de sprong wagen en investeren in de riskante groeipool ?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier