Remedies tegen de recessie

De nieuwe boeman heet recessie. Ze komt eraan en is een uitloper van de financiële crisis. Om diepe ellende te voorkomen, dient de financiële crisis verder bezworen te worden en wordt het monetaire beleid best versoepeld.

De officiële cijfers ontbreken nog, maar in de ogen van de meeste waarnemers is het een feit: we zitten in een wereldwijde recessie. In het derde en vierde kwartaal zou de groei van de wereldeconomie negatief zijn. Dat voldoet aan de strikte definitie van een recessie: twee opeenvolgende kwartalen van krimpende groei. “Ik hecht meer belang aan de wat uitgebreidere definitie van een recessie. Die stelt dat dit een langdurige periode is waarbij de groei lager ligt dan de normale significante groei”, zegt Etienne de Callataÿ, hoofdeconoom Bank Degroof. “En volgens die definitie zitten we zowel in Europa als in de VS in een recessie.”

De signalen dat de waarnemers het bij het rechte eind hebben, zijn alom aanwezig. In verschillende sectoren dalen de investeringen. Barometers die het vertrouwen van bedrijfsleiders en consumenten meten, druipen van het pessimisme. Orderboekjes lopen niet meer vol en werkloosheidscijfers beginnen de verkeerde kant uit te gaan. Ook in eigen land kan er niet naast de onheilsberichten worden gekeken. De aankondigingen van personeelsafvloeiingen volgen elkaar op. Na een golf van ontslagen in de textielsector, volgden andere sectoren en bedrijven. Zoals Volvo Cars en Volvo Trucks, zinkverwerker Nyrstar, Janssen Pharmaceutica, en Agfa om er enkele te noemen. Volgens het IMF zal België volgend jaar ongeveer 70.000 meer werklozen tellen en zal de werkloosheidsgraad zo afklokken op 8,6 procent (+ 1,5 procentpunt). Ook de Belgische ondernemers zien de toekomst door een zwarte bril en waren sinds juli 2003 niet meer zo somber. In de wandelgangen klagen de ondernemers steen en been over hun groeiprognoses en een enkeling als Christian Leysen (zie blz. 116) durft hardop te zeggen dat de investeringsbeslissingen onder de groeivertraging lijden.

Hoe erg is het?

“Ik ben optimistisch op de lange termijn omdat ik niet denk dat dit het einde van de wereld is of dat het einde van het kapitalisme hiermee is aangekondigd”, aldus De Callataÿ. “We moesten wel onze voorspelling voor 2009 en 2010 aanzienlijk bijstellen. De gevolgen voor de consumenten en bedrijven zullen stevig zijn en zelfs bij een snelle heropleving van de finan-ciële markten zullen bedrijven en gezinnen nog voor langere tijd gebukt gaan onder een trauma.”

De OESO concludeert uit gelijkenissen met het verleden dat de VS voor een zware economische terugval staan. Voor de eurozone ziet het positievere elementen zoals de wat stevigere financiële toestand van de gezinnen. Maar dat wil zeker niet zeggen dat de gevaren voor een sterke economische achteruitgang hier minder groot zijn.

Het IMF is straffer in zijn taalgebruik: “De wereldeconomie kent terecht een grote achteruitgang na de gevaarlijkste financiële schok sinds 1930. We verwachten dat de wereldwijde groei vertraagt in 2008 en een bescheiden herstel zou pas laat in 2009 op gang kunnen komen. De situatie is uitzonderlijk onzeker en onderhevig aan risico’s die de situatie kunnen verslechteren.”

Het IMF verwacht dat de wereldwijde groei dit jaar een percentage zal halen van 3,9 procent of 1,1 procent minder dan vorig jaar. In 2009 zou de groei zelfs zakken tot 3 procent, wat de traagste groei is sinds 2002. De vorige jaren konden we groeicijfers van vijf procent optekenen.

De economie in de Verenigde Staten heeft tot nu toe het zwaarst te lijden. In 2007 groeide de Amerikaanse economie met twee procent en die groei zal afnemen tot 1,6 procent in 2008 en 0,1 procent in 2009, om dan in 2010 weer te hernemen. En zo luidt dan nog het optimistische IMF-scenario. Veel hangt af van het financiële reddingsplan dat de overheid heeft uitgetekend. Zullen de gezinnen hun geloof hervinden en zal de consumptie in de VS het niet laten afweten? Hun inkomen neemt af, de werkloosheid neemt toe terwijl de duurdere olieprijzen hen blijven treffen in de portemonnee. Verwacht wordt dat de consumptie eerst zal afnemen om dan in de loop van 2009 stilaan weer aan te trekken.

De Europese economie is een lappendeken, maar ook daar begint de groeivertraging een constante te worden. De euro-zone klokt volgens het IMF af op 1,3 procent groei dit jaar en 0,2 procent groei in 2009. In 2010 zou dat weer stijgen tot 1,4 procent. Vanuit Berlijn en Dublin kwamen al berichten dat de Duitse en Ierse economie in een recessie zitten.

Voor België zijn er verschillende scenario’s. ING verwacht dat de Belgische economie in de tweede helft van dit jaar in een recessie verzeilt, terwijl de economen van Dexia nog verwachten dat ons land een recessie kan vermijden. Voor volgend jaar verwacht Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom Itinera, een groei van 0,5 procent, terwijl De Callataÿ voor ons land een nulgroei voorspelt.

Voor de groeimarken zijn de voorspellingen positiever, hoewel ook zij tekenen van vertraging vertonen. De slappere interne vraag, door duurdere energieprijzen, laat zich goed voelen. En de instroom van buitenlands kapitaal, nodig voor de verdere groeiontwikkeling, staat eveneens onder druk.

Impact op bedrijven en gezinnen

September was een zwarte maand op de Belgische faillissementsmarkt: er gingen 917 bedrijven over de kop. Een absoluut record. In de Verenigde Staten beginnen de eerste duidelijke tekenen van meerdere bedrijfsfaillissementen ook naar boven te komen. Niet alleen financiële instellingen gaan kopje onder, ook andere sectoren komen in het slop te zitten. In een studie van consultancybureau Bain wordt voorspeld dat er dit jaar tussen de 50 en 75 falingen zullen zijn van bedrijven met meer dan 100 miljoen dollar aan activa. Volgend jaar zou dat aantal de 100 overschrijden. Volgens het weekblad The Economist zouden ook verscheidene Chinese bedrijven, zelfs beursgenoteerde, over de kop gaan, maar wordt dat niet officieel meegedeeld. De ondernemingen worden in alle stilte door andere partijen overgenomen.

Iedereen vreest dat bedrijven en gezinnen minder kredieten zullen ontvangen in de toekomst. Het aantal bedrijven dat hier gewag van maakt, stijgt alvast wereldwijd. “Er is nu nog geen kredietverstrakking, maar de bedrijven en de gezinnen anticiperen natuurlijk op de verstrakking die gaat komen. Banken zijn in het verleden dan ook soms te soepel geweest”, aldus Ivan Van de Cloot.

Volgens bankenfederatie Febelfin gingen de uitstaande kredieten aan Belgische bedrijven er in het eerste kwartaal met 3,2 miljard euro op vooruit, tot 38 miljard euro. Toch kreeg het meldpunt – een samenwerking van Febelfin en het VBO om bedrijven bij te staan die een negatief antwoord kregen op hun kredietaanvraag – in amper vier dagen ruim 60 dossiers binnen, bevestigt Marina De Moerlooze van Febelfin.

Remedie 1: financiële crisis verder bezweren

De economie heeft volgens economen de goede eigenschap dat ze veerkrachtig is en mee haar eigen herstel veroorzaakt. “Economie is een beetje psychologie”, verklaart Ivan Van de Cloot. “Er wordt geanticipeerd op wat zal komen en dat is een economische groeivertraging. Daarom zie je bijvoorbeeld de olieprijzen al weer zakken.”

Een van de eerste voorwaarden om de groeivertraging te milderen, is natuurlijk het bezweren van de financiële crisis. De maatregelen die overheden en centrale banken namen, worden geapprecieerd, maar mogen niet als voldoende worden beschouwd. “We moeten nog steeds alert zijn dat de fouten uit het verleden niet herhaald worden. Het is noodzakelijk dat we leren uit de economische geschiedenis”, gaat Van de Cloot verder. “In de jaren dertig werd er beslist om de banken maar over de kop te laten gaan. In Japan werden tijdens de financiële crisis de banken kunstmatig in leven gehouden, maar zonder de problemen fundamenteel op te lossen. De slechte kredieten bleven gewoon op de balansen staan. Beide keuzes waren verkeerd, zo bleek.”

Volgens de econoom is het belangrijk de banken te redden, maar tegelijk wel grote schoonmaak te houden. “Er moet worden gesaneerd, zowel in de producten als bij het personeel. De werking van de banken moet anders. Het is toch abnormaal dat banken, instanties die spaargelden moeten koppelen aan investeringen, 25 procent van de wereldwijde beurskapitalisatie uitmaken. Dat gewicht verdienen zij niet. Zij moeten mee welvaart creëren en die niet vernietigen zoals nu is gebeurd. Het vertrouwen moet terugkomen. En als de huidige methodes niet werken, dan is er maar één paardenmiddel: de verdere en volledige nationalisering van de banken.”

Iedereen benadrukt het belang van een gecoördineerde aanpak. “We moeten erkennen dat dit een globale crisis is”, zegt De Callataÿ. “Niet één land kan en moet deze crisis bezweren. De aanpak moet gecoördineerd en gestructureerd zijn. We moeten niet proberen om nationale kampioenen te maken of te verdedigen.”

Remedie 2: betere regelgeving en toezicht installeren

De financiële crisis bezweren, is ook werk maken van betere regelgeving en toezicht. Ook hier moet worden afgestapt van nationale belangen en wordt het prioritair om globaal te denken. Zegt De Callataÿ: “Neem bijvoorbeeld regelgeving voor lonen in de financiële sector. Een van de redenen waarom Jean-Paul Votron, de ex-topman van Fortis, een loonsverhoging kreeg, is omdat hij als topbankier in Londen veel meer zou kunnen verdienen. Dat wijst er toch op dat ook zulke zaken niet nationaal kunnen worden gereglementeerd, maar globaal aangepakt moeten worden.”

In België gaan stemmen op om de Nationale Bank en toezichthouder CBFA alvast te fuseren. Van de Cloot heeft nog een andere tip: “In België zouden meer personen als econoom Paul Degrauwe in de toezichtorganen moeten zitten. We missen mensen met onafhankelijke opinies. Vandaag zijn het toezicht en het bancaire systeem te veel met elkaar verweven. Ons kent ons en zo kan het toezicht niet goed werken. Wat we nu meemaken, is een test van de economische orde. En daaronder vallen ook de regeringen, ministeries van Financiën, nationale banken en toezichthouders. Regelgevers en nationale banken zijn geen decorstukken, ze moeten nu hun bestaansreden bewijzen.”

Remedie 3: vastgoedmarkten laten uitzweten

De oververhitte vastgoedmarkten in de VS – maar ook in Spanje en Groot-Brittannië – moeten hun dip nog verder uitzweten voor er een structureel herstel kan optreden. De meningen in welke mate er nog prijsdalingen moeten volgen, zijn verdeeld. Maar zodra de excessen uit de markt zijn verdwenen, zal ook deze markt zichzelf herstellen.

Remedie 4: monetair beleid soepel genoeg houden

De wereldwijde centrale banken spelen een cruciale rol in deze tijden. Bijna overal wordt gepleit dat de centrale bankiers hun rente verder laten dalen. Zo krijgen de financiële instellingen nog meer ademruimte, maar ook helpt het de bedrijven aan goedkopere kredieten. De Fed verlaagde onlangs de basisrente al met 50 basispunten tot 1,50 procent. Dat gebeurde in een gecoördineerde actie waaraan onder andere ook de ECB deelnam. “Ook al zien we de effecten van zulke renteverlagingen op de reële markten pas na één of anderhalf jaar, het is belangrijk dat ze gebeuren”, benadrukt van KBC-econoom Bart Van Craeynest. “Opmerkelijk is wel dat de renteverlaging die in de VS doorgevoerd is, zich niet vertaald heeft in de reële economie. Ze blijft momenteel hangen in de interbankenmarkt die de zuurstof natuurlijk nodig heeft. Bedoeling is toch ook dat de banken dat ook vertalen in hun kredietverlening aan de klanten. De renteverlaging moet dus gecombineerd worden met het weer gezond maken van de financiële sector.

Maar niet iedereen is even positief over de renteverlagingen. “De VS zit op de bodem wat de rente betreft”, analyseert Van de Cloot. “De verlagingen hebben er eigenlijk voor gezorgd dat de echte rente ginds al op nul staat. En onder nul kun je niet gaan. Alle verdere rentebesluiten zullen daar dan ook gewoon genomen worden voor de show. Maar het heeft geen effect op de reële economie. Er is niet dat Keynes-effect dat lagere rentes hogere investeringen als gevolg hebben. In Japan hebben we toen een soortgelijke situatie meegemaakt.”

Toch vindt De Callataÿ dat het een belangrijk signaal blijft: “Ook al geeft het geen spectaculair effect, renteverlagingen zijn een positief signaal en ze kunnen de winstgevendheid van de financiële instellingen verbeteren.”

Remedie 5: inflatie en deflatie onder controle houden

Renteverlagingen worden door sommigen gevreesd omdat ze de inflatie kunnen aanwakkeren. Hoge inflatie wordt ook met de vinger gewezen als oorzaak van de huidige economische malaise. Al baart de inflatie momenteel steeds minder zorgen. Er groeit een consensus dat de grondstofprijzen hun top wel bereikt hebben. De inflatie zou volgens het IMF zelfs opnieuw dalen tot twee procent.

Het verhaal ligt wel anders voor de groeilanden waar de impact van stijgende grondstofprijzen nog steeds zwaarder doorweegt. Zij zijn dus gevoeliger voor een tweede rondje inflatie. Het IMF verwacht dan ook dat in de opkomende landen de inflatie boven de acht procent zal blijven tot het einde van dit jaar alvorens af te nemen tot een 6,25 procent. “De inflatie lag natuurlijk ook aan de basis van de dalende koopkracht van gezinnen en zadelde ook bedrijven met duurdere facturen op. De olieprijzen zijn nu echter aan het dalen en zullen niet dadelijk weer gaan pieken. De werkgelegenheid zal natuurlijk zakken, wat de koopkracht verder aantast, maar de hogere inflatiegolf is normaal voorbij”, aldus Van Craeynest.

Her en der gaan ook stemmen op dat de inflatie niet meer het probleem zal zijn, maar wel deflatie. Van de Cloot: “We moeten niet bang zijn van inflatie, eerder van deflatie. Ondanks de inflatie die we vandaag kennen, is een schulddeflatieproces mogelijk. Dalende activaprijzen, moeilijkheden met het terugbetalen van schuld, terughoudendheid van banken om uit te lenen, de financiële psychose,… Inflatie kun je bestrijden met hogere rente, maar wat met deflatie? Zoals eerder gezegd, de rente kan je niet onder nul laten gaan.”

Remedie 6: structurele budgettaire maatregelen nemen

Of de overheid budgettaire maatregelen moet nemen? Het enthousiasme druipt er bij de economen niet van af. Het verleden bewees immers dat die niet altijd leidden tot de gewenste effecten. Bovendien hebben slechts weinig landen voldoende budgettaire ruimte. De middelen die ze hebben, kunnen ze best investeren in het gezonder maken van de financiële sector. Maar de overheid moet er mee voor zorgen dat de mensen het vertrouwen herwinnen, vindt De Callataÿ. “Als het moet, via budgettaire impulsen, maar alleen als het structurele maatregelen zijn. Niet zomaar populistisch enkele kortetermijnmaatregelen. Maar wel: investeren in onderzoek & ontwikkeling en bijvoorbeeld voortwerken aan het verlagen van de sociale bijdragen.”

Toch is De Callataÿ pessimistisch over de slagkracht van de Belgische overheid. “Leterme is niet verantwoordelijk voor de huidge begrotingsperikelen. Het beleid van acht jaar paars zal negatief de geschiedenisboeken ingaan. Ze hadden de kans om het tij te keren, maar het primaire overschot is verder gedaald en nu is er geen geld om de nakende vergrijzing op te vangen.”

Eind goed, al goed?

Economen benadrukken tot slot dat vergelijkingen met het verleden niet zomaar opgaan. Wat anders is dan bij andere crisissen? Er zal na de crisis geen krachtig herstel volgen, eerder een geleidelijk herstel. Dat komt onder meer door de kredietverstrakking op de reële markten. Bart Van Craeynest: “In de VS zal de recessie zeker duren tot de lente volgend jaar en in Europa kan het zelfs nog iets langer duren.”

Volgens Van de Cloot moet er niet worden gepanikeerd. “Er is niets abnormaals aan een recessie. Dit gebeurt normaal elke zeven jaar. We kennen nu bijna vijftien voorspoedige jaren van sterke groei. De wereldwijde economische groei was vorig jaar een van de hoogste aller tijden.” En dus sluit hij profetisch af: “Lossen we deze crisis goed op, dan zitten we in een recessie voor één tot anderhalf jaar. Anders, in het slechtste geval, gaan we naar een grote depressie.” (T)

Door An Goovaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content