Omgetoverd

Meer en meer industriële zones en verlaten fabrieken worden gereaffecteerd. Ruimte voor creatieve ideeën.

De Keersbeeklaan in Vorst. De blik van de toevallige voorbijganger wordt steevast getrokken naar een witte gevel in art decostijl. Hier huist Aquamass, gespecialiseerd in de bouw en de commercialisering van massagebaden, jacuzzi’s en hammams. Enkele jaren geleden had deze kmo haar onderkomen in Elsene. Het bedrijf groeide uit zijn voegen en er werd uitgekeken naar een grotere ruimte. De keuze van de bedrijfsleiding viel op een oude kartonfabriek in Vorst. Een gebouw dat volledig tot een ruïne was vervallen.

Het was nochtans liefde op het eerste gezicht. “Ik denk dat het de ziel van de oude fabriek is die me verleid heeft,” herinnert bestuurder Jean-Pol Piron zich. “De ligging in een prestigieuze wijk nabij het Jacques Brel-park en de witte gevel droegen hun steentje bij. Ze konden een menselijk gezicht aan ons bedrijf geven. Ik wilde absoluut vermijden dat Aquamass zou worden ingeplant in een koude, onpersoonlijke industriële zone. Het concept van de oude fabriek bood ons de karakteristieken en de ruimte die we nodig hadden.” Aquamass zette zijn schouders onder een zware renovatie. Het resultaat mag er zijn. De hal, omgetoverd in showroom, geeft uit op vier baden die de bezoeker kan uitproberen. Op de verdieping werden de administratieve ruimten ingericht evenals een mezzanine, die de toonzaal overspant en als bar dienst doet.

Van kartonfabriek tot toonzaal van luxueuze baden

Jean-Pol Piron kwam niet op eigen houtje bij de kartonfabriek terecht. Ze figureerde op een lijst van verlaten bedrijfspanden die de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Brussel bijhoudt en uitgeeft. Maandelijks duiken zo’n 130 ondernemers in de fichebak met ateliers, verlaten fabrieken en lege bedrijfsruimten. In tegenstelling tot de twee andere gewesten, waar de zware industrie een grote vinger in de pap te brokken had, was Brussel gekenmerkt door tal van kleine, ambachtelijke bedrijven die her en der in de stad verspreid liggen. Een erfenis klaar voor recyclage. En de vraag is er ! De dure prijzen op de vastgoedmarkt leiden impliciet tot creatieve reaffectaties. “Het gaat voornamelijk om bedrijven die een positief beeld van de stad behielden en die, om diverse redenen, er hun activiteiten willen behouden,” legt Claude Simonis, directeur-generaal van de GOMB uit.

Het Dagelijks Brood heeft zo zijn blik laten vallen op 1500m² op de oude sigarettenfabriek Gosset (nabij Koekelberg) om er de productie en de administratie te centraliseren. Voordien waren die activiteiten op verschillende plaatsen verspreid. “De distributie van het brood in de ochtendlijke uurtjes maakt dat we in het centrum van de stad moesten blijven,” legt Herman Dierickx, plant manager, uit. “Ik vind bovendien dat je op zijn minst kennis moet nemen van de grote waaier herbestemmingsopportuniteiten, alvorens je voor nieuwbouw opteert. Ons bedrijf gaat ervan uit dat het bestaande erfgoed moet worden beschermd en geherwaardeerd.” Een positieve houding die enerzijds toelaat een nutteloze verspilling van kostbare terreinen te vermijden en anderzijds de stedelijke esthetiek verbetert.

De kostprijs van een renovatie

is moeilijk te evalueren. Hij hangt voornamelijk af van de staat van het gebouw en eveneens van de verbouwingswerken die noodzakelijk zijn. Bovendien loopt elke vergelijking tussen de gangbare prijzen van een renovatie en een nieuwbouw mank. “In Brussel bedraagt de gemiddelde prijs van de aanschaf van een verlaten gebouw zo’n 12.000 frank/m². Hierbij moet je rekenen op een renovatiekost die schommelt tussen 5000 en 8000 frank/m². Ter vergelijking : voor 20.000 frank/m² is het mogelijk een banale nieuwbouw neer te planten in een industriële zone,” legt Claude Simonis uit. Jean-Pol Piron is ervan overtuigd dat het merendeel van de oude gebouwen een nieuw leven gegeven kan worden. Een gezonde dosis creativiteit en fantasie volstaat.

De initiatiefnemers van Pottelberg

hadden daaraan zeker geen gebrek. Deze oude dakpannenfabriek, gelegen op een steenworp van het Kortrijkse centrum, is letterlijk omgetoverd tot een bouw- en wooncentrum. De fabriek die dateert uit 1910 werd gerenoveerd onder impuls van Philippe Despriet. In de eindfase zullen de oude gebouwen 250 winkels herbergen, goed voor 32.000 m² verkoopruimte. En wie herinnert zich niet meer onze laureaten van de wedstrijd Bedrijfsgebouw ’97 ? De vier winnende projecten waren allemaal voorbeelden van een geslaagde renovatie. Een melkerij werd omgetoverd in een regionale zetel van de CM ; een brouwerij werd gerenoveerd tot de Kaaitheater Studio’s ; een oude vleeshal huisvest binnenkort een toerismebureau ; en het bedrijf TEIN vond eveneens onderdak in een oude brouwerij. Herbestemming zit in de lift, dat is het minste wat men kan zeggen.

Sanering dringt zich op

In Wallonië en Vlaanderen liggen steenkoolmijnen en staal- en textielfabrieken er verlaten bij. Herbestemmingsinitiatieven schieten hier eveneens als paddestoelen uit de grond. Een voorbeeld ? Exterbel is een maatschappij die slakkenbergen uitbaat. Ze haalt er de steenkool uit die ze doorverkoopt aan elektrische centrales. Electrabel is momenteel haar grootste klant. Eenmaal de exploitatie beëindigd is, zal Exterbel het terrein herinrichten en voorbereiden op een nieuw leven. De onderneming is eveneens actief in Winterslag waar ze de laatste hand legt aan een werf van 75 hectare. Een gedeelte van het terrein is al aangelegd als wandelroute.

De provincie Luik

kan heel wat reaffectatieparadepaardjes voorleggen. De onderneming Sorasi heeft zelfs als officiële missie het saneren en renoveren van braakliggende industrieterreinen. Sinds 1988 staan 25 werven op het palmares van Sorasi voor 40 % in handen van Spi+ (intercommunale voor economische ontwikkeling) en voor 60 % van Meusinvest. In totaal saneert Sorasi zo’n 5 hectare per jaar. “Wij willen de leefomgeving verbeteren en het onroerend goed revaloriseren dat zonder onze tussenkomst zou blijven braakliggen,” zegt directeur Julien Pellis. “De basisidee is eenvoudig : Sorasi koopt de terreinen, saneert ze en verkoopt ze vervolgens aan de gemeenten, aan Spi+ of aan de privé-sector. De geringe meerwaarde die voortvloeit uit de verkoop wordt in een fonds gestort. Dit geld wordt samen met Europese en regionale subsidies gebruikt voor herbestemmingsprojecten.” Zo werd de oude Haecht-brouwerij in Vivegnis omgetoverd tot een cultureel centrum en een regionaal informatie- en onthaalcentrum voor de migrantenbevolking. Ander voorbeeld : de sanering van een oude site van de staalfabriek LD (14 hectare) in Seraing. De verloederde gebouwen werden afgebroken en het terrein werd vlak gemaakt met de bedoeling er drie bestemmingen te ontvangen : een groene, een woon- en een ambachtelijke zone. De totale investering bedroeg 45 miljoen frank. Het project kadert in de herbestemming van een hele wijk. Ze gaat immers door op de weg die werd ingeslagen door de metamorfose van een nabijgelegen slakkenberg tot een industriële zone. “Het sneeuwbaleffect die dergelijke initiatieven teweegbrengen, is enorm,” beklemtoont Julien Pellis. “Beetje bij beetje beseffen de gemeentelijke autoriteiten en de bevolking het belang van de verfraaiing van hun leefomgeving. Renovaties leiden tot andere projecten en uiteindelijk ondergaat de hele wijk een verjongingskuur.”

VERONIQUE PIRSON

AQUAMASS De hal van de oude kartonfabriek werd omgetoverd tot een toonzaal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content