Over de blaam van Bloomberg voor België: ‘Op 10 juni zal de toon veranderen’

Het toonaangevende financiële persbureau Bloomberg slaat alarm over de Belgische uitgaven- en schuldendrift
Het toonaangevende financiële persbureau Bloomberg slaat alarm over de Belgische uitgaven- en schuldendrift
Kevin Van der Auwera Coördinator online Trends.

Het Amerikaanse toonaangevende financiële persbureau Bloomberg slaat in een opvallend scherpe analyse alarm over de Belgische overheidsfinanciën. “Even erg als de VS, maar dan wel zonder het voordeel van de dollar”, klinkt het. Wat is het belang van deze blamage? Vijf vragen aan de hoofdeconoom van Trends, Daan Killemaes.

De auteurs van het artikel op Bloomberg schuwen de grote woorden niet. Ons land wordt geplaagd door een “disfunctioneel politiek systeem”, zijn overheidsfinanciën door een “gebrek aan terughoudendheid.” En ook: “Het schijnbaar onstuitbare pad naar hogere schulden is in België het product van politieke stilstand in een verdeeld land.”

Een scherpe analyse, maar geen nieuwe. Het is op de financiële markten genoegzaam bekend dat België verre van de beste leerling van de Europese begrotingsklas is. Internationale instellingen als de Europese Commissie, het Internationaal Monetair Fonds, de OESO, en in België de Nationale Bank, waarschuwen al langer dan vandaag dat de Belgische begroting bij ongewijzigd beleid op een onhoudbaar traject zit.

‘In het artikel wordt niet vermeld dat België zijn begrotingstekorten intern kan financieren.’

Bloomberg signaleert ook de dreigende politieke blokkering in ons land na de verkiezingen. “Het is ook geen geheim dat het versnipperde politieke landschap en het verschil in beleidsvisie tussen het noorden en zuiden van het land een duurzame sanering van de begroting bijzonder moeilijk maken,” zegt Daan Killemaes, de hoofdeconoom van Trends. (bekijik hieronder ook het studiogesprek met Daan Killemaes en lees verder onder de video)

Killemaes ziet wel een nuance die Bloomberg niet opmerkt. “In het artikel wordt niet vermeld dat België zijn begrotingstekorten intern kan financieren. Ten opzichte van het buitenland heeft ons land zelfs een sterke positieve investeringspositie, opgebouwd met de handelsoverschotten in het verleden. Dankzij de grote spaarreserves kunnen de gezinnen indien nodig de overheid financieren tegen betaalbare rentevoeten. Dat is een enorme troef, zeker in crisistijden.”

Bloomberg vergelijkt ons land met de Verenigde Staten, dat ook gebukt gaat onder een torenhoge schuld, maar dat land profiteert volgens het agentschap van de straffeloosheid die bij het drukken van de dollar hoort. Wat betekent dat?

DAAN KILLEMAES. “De Verenigde Staten beschikken, behalve over een sterke economie en een diepe kapitaalmarkt, nog altijd over het privilege dat de dollar de dominante reservemunt van de wereld is. Dat verplicht andere landen om voldoende dollars aan te houden, als spaarpot voor moeilijke tijden. De Verenigde Staten kunnen daardoor goedkoper lenen op de internationale markten, ook als het begrotingstekort en de overheidsschuld oploopt.

“De Verenigde Staten kunnen via hun centrale bank (de Federal Reserve of Fed, nvdr) dus dollars drukken die wereldwijd aanvaard worden. België daarentegen heeft geen eigen centrale bank meer en moet rekening houden met het geldbeleid zoals de Europese Centrale Bank (ECB) dat uitstippelt. Schulden moeten worden betaald met euro’s die eerst verdiend moeten worden, al is ook de ECB bereid om euro’s te printen als eurolanden in financiële problemen raken.”

Dat privilege van de Verenigde Staten is trouwens ook niet onbeperkt, merkt Killemaes nog op.

“Op een gegeven moment zullen investeerders hogere rentevoeten eisen als de Verenigde Staten de begrotingstekorten te ver laten oplopen en als de Fed een te soepel geldbeleid voert. Met een gezamenlijk begrotingstekort van 7 procent en een overheidsschuld van meer dan 100 procent van het bruto binnenlands product (bbp) doen de Verenigde Staten het zelfs slechter dan België op begrotingsvlak. De Verenigde Staten betalen vandaag hogere rentevoeten op hun schuld dan België. De Fed heeft weinig ruimte om de beleidsrente te verlagen, onder meer omdat het expansieve begrotingsbeleid leidt tot een hardnekkige inflatiedruk. De Verenigde Staten hebben meer begrotingsvrijheid dan België, maar te veel dollars drukken kan ook niet straffeloos.”

In de analyse wordt ook gesteld dat “tijdens de verkiezingscampagne geen enkele partij echt praat over hoe ze de financiën op orde wil krijgen”. Uit de berekeningen van het Planbureau blijkt dat geen enkele partij tegen het einde van de volgende legislatuur het begrotingsdoel haalt. Ontbreekt er een sense of urgency?

KILLEMAES. “Kort voor de verkiezingen durft natuurlijk geen enkele partij ongezouten zeggen dat het geld op is. Op 10 juni zal de toon veranderen. En als een volgende regering geen gevoel van hoogdringendheid etaleert, of als de vorming van een regering uitblijft, dan zullen de Europese Commissie, de financiële markten en de kredietagentschappen druk ontwikkelen om de begroting bij te sturen. Vooral een stijging van de rentevoeten zou de bankschroeven aandraaien en de partijen verplichten een geloofwaardig begrotingstraject op lange termijn uit te tekenen. Na een lange politieke patstelling werd de regering-Di Rupo eind 2011 gesmeed door het vuur van de financiële markten, die België in het vizier hadden genomen. De regering-Di Rupo deed daarop een opvallende inspanning om de begroting op de rails te houden.”

‘Iedereen voelt het als een huisgenoot de kantjes eraf loopt.’

Europa eist een staatsschuld van maximaal 60 procent van het bbp en een begrotingstekort van maximaal 3 procent van het bbp. Waarom is dat zo belangrijk?

KILLEMAES. “Dat zijn vrij logische huisregels die je moet toepassen als je onder hetzelfde dak woont. Iedereen voelt het als een huisgenoot de kantjes eraf loopt. Dat is ook zo binnen het huis van de Europese Unie, en zeker binnen het huis van het eurosysteem. Stel dat de kredietwaardigheid van België onder druk komt, dan daalt de waarde van het Belgische overheidspapier, en dan voelen zowat alle Europese banken dat. Twijfels over de kredietwaardigheid van Griekenland en later ook de andere zuiderse eurolanden brachten in 2012 de euro aan de rand van de afgrond en duwden het eurogebied in een langdurige recessie. De cijfers van 60 procent en 3 procent zijn wat arbitrair, maar huisregels zijn een must. Niet alle politieke partijen lijken echter te begrijpen dat er discipline nodig is als je deel wilt uitmaken van de euro of de Europese Unie.”

‘Niet alle politieke partijen lijken te begrijpen dat er discipline nodig is als je deel wilt uitmaken van de euro of de Europese Unie’

Frankrijk en Italië zitten in hetzelfde schuitje, maar de voorspellingen zijn wel dat het begrotingstekort daar de komende jaren afneemt. Bij ons wordt het, bij ongewijzigd beleid, groter. Wat doen wij verkeerd?

KILLEMAES. “België krijgt de oplopende vergrijzingskosten niet onder controle. De overheidsuitgaven stijgen, net als de voorbije twintig jaar, nog altijd sneller dan het bbp, vooral onder impuls van hogere uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg. De overheidsuitgaven voor intrestlasten zijn opgelopen tot 53 procent van het bbp, wat 6 procentpunt hoger is dan gemiddeld in de Europese Unie. De effectieve pensioenleeftijd is met 61,5 jaar nog altijd veel te laag en een groeinorm van 2,5 procent (boven op de inflatie) in de gezondheidszorg is niet houdbaar. Om de schuldgraad tegen 2070 terug te brengen tot 60 procent van het bbp, is een begrotingsinspanning ter waarde van 6 procent van het bbp nodig, berekende de Europese Commissie. België doet daarmee slechter dan alle zuiderse eurolanden.”

‘De volgende regering hoeft de botte besparingsbijl niet boven te halen, maar moet wel maatregelen nemen om de pensioenleeftijd te verhogen, de werkgelegenheidsgraad op te krikken en efficiënter te werken’

Wat moet volgens u dé topprioriteit zijn na 9 juni?

KILLEMAES. “Hervormen, hervormen en nog eens hervormen. De volgende regering hoeft de botte besparingsbijl niet boven te halen, maar moet wel maatregelen nemen om de effectieve pensioenleeftijd te verhogen, de werkgelegenheidsgraad op te krikken, efficiënter te werken, zeker in de gezondheidszorg, en de economische groei aan te zwengelen. Zulk beleid zou de begroting vrij snel op de juiste koers zetten. De Belgische prestaties aan het hervormingsfront zijn echter pover de voorbije decennia. Als er voldoende druk is van Europa of de financiële markten, is het betere oplapwerk mogelijk. Maar zodra die externe druk afneemt, viert België snel de teugels. In het kader van oplopende vergrijzingskosten en stijgende rentelasten kunnen we ons deze structurele status quo en besluiteloosheid steeds moeilijker veroorloven.”

Lees meer:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content